Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

20 FEBRUARI 2003. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren en van het besluit van 7 juni 2001 houdende organisatie van de organismen van openbaar nut der Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren ervan (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1997033001  2001033049 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 73 van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 73. § 1. Worden beschouwd als in aanmerking komende diensten de werkelijke diensten die gepresteerd zijn in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap in het kader van een benoeming door de Duitstalige Gemeenschap of van een met haar gesloten arbeidsovereenkomst.
  § 2. Worden bovendien beschouwd als in aanmerking komende diensten, gepresteerd vóór de indiensttreding in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, de werkelijke diensten die in het kader van een arbeidsovereenkomst of van een benoeming bij een private of openbare werkgever in België of in het buitenland, in het kader van een vrij beroep of als zelfstandige gepresteerd zijn.
  Wat de diensten gepresteerd bij een private werknemer, in het kader van een vrij beroep of als zelfstandige betreft, worden in totaal ten hoogste 3 jaar in aanmerking genomen vanaf 1 januari 2003, ten hoogste 6 jaar vanaf 1 januari 2004 en ten hoogste 10 jaar vanaf 1 januari 2005.
  Boven de 10 jaar, maximale grens bepaald in het tweede lid, kan de Regering elke andere beroepservaring als in aanmerking komende diensten erkennen, voor zover het nuttige beroepservaring is en zij in de oproep tot de kandidaten vermeld is.
  § 3. De werkelijke diensten die in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap in het kader van programma's ter bevordering van de werkgelegenheid gepresteerd zijn, worden met de in § 1 bedoelde diensten gelijkgesteld.
  § 4. De werkelijke diensten die gepresteerd zijn bij andere instellingen van algemeen nut, van Belgisch recht, van recht van een EU-lidstaat of van Europees recht en waarin de openbare hand een meerderheidsdeelneming heeft of waarvan de federale Staat of de Duitstalige Gemeenschap lid zijn, worden met de in § 1 bedoelde diensten gelijkgesteld. "

Art.2. Artikel 74 van hetzelfde besluit van de Regering wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 74. § 1. Een ambtenaar verricht werkelijke diensten zolang hij zich in een administratieve stand bevindt op grond waarvan hij - krachtens zijn statuut - recht heeft op zijn activiteitswedde of ten minste zijn aanspraak op tussentijdse verhogingen overeenkomstig zijn weddeschaal behoudt.
  § 2. Een contractueel personeelslid verricht werkelijke diensten zolang de uitvoering van de overeenkomst niet geschorst is, wat de niet-betaling van zijn wedde tot gevolg zou hebben.
  In afwijking van het eerste lid wordt in volgende gevallen de duur van de schorsing als werkelijke dienst in aanmerking genomen :
  1. de carensdag bij ziekte;
  2. de afwezigheden in het kader van een geboorte zoals bepaald in de artikelen 39 en 42 tot 43bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971;
  3. de afwezigheid wegens een georganiseerde werkonderbreking;
  4. de afwezigheid in het kader van een loopbaanonderbreking;
  5. het ouderschapsverlof;
  6. de dienstvrijstelling voor opdracht. "

Art.3. Artikel 75 van hetzelfde besluit van de Regering wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 75. Zowel voltijdse als deeltijdse diensten worden in aanmerking genomen. De periodes van deeltijdse en voltijdse diensten worden op dezelfde wijze in aanmerking genomen. "

Art.4. Artikel 4 van het besluit van de Regering van 7 juni 2001 houdende organisatie van de organismen van openbaar nut der Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren ervan, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 4. In de artikelen 1 tot 5, 11 tot 15, 23, 32, lid 1, eerste en derde zin, 43 tot 45, 69, 71, 73 en 90, van het besluit van 27 december 1996, alsmede de titel van de bijlagen 1 en 3 bij dit besluit worden de woorden "Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap" en "Ministerie" door het woord "organisme" vervangen. "

Art.5. In hetzelfde besluit van de Regering van 7 juni 2001 wordt een artikel 15bis ingevoegd dat als volgt luidt :
  " Artikel 15bis. Artikel 73 § 2 lid 3 van hetzelfde besluit zal als volgt luiden :
  " Boven de 10 jaar, maximale grens bepaald in het tweede lid, kan de Raad van Bestuur op voorwaarde dat de Regering het goedkeurt elke andere beroepservaring als in aanmerking komende diensten erkennen, voor zover het nuttige beroepservaring is en zij in de oproep tot de kandidaten vermeld is. "

Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

Art. 7. De Minister-President, bevoegd inzake Personeel en Begroting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Eupen, 20 februari 2003.
  De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport,
  K.-H. LAMBERTZ
  De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme,
  B. GENTGES
  De Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden,
  H. NIESSEN.