Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

3 APRIL 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap ter aanvulling van het besluit van 17 juli 2002 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van de tegemoetkoming van de Diensten van de Regering en van de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren in de vervoerkosten van de personeelsleden (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2002029409 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Een hoofdstuk VI luidend als volgt wordt ingevoegd in het besluit van 17 juli 2002 houdende regeling van de tegemoetkoming van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en van de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren in de vervoerkosten van de personeelsleden :
  " HOOFDSTUK VI. - Gebruik van eigen vervoermiddelen in buitengewone omstandigheden.
  Art. 9. Voor zover de overheid geen specifieke vervoergelegenheid aanbiedt voor concrete gevallen, kunnen de personeelsleden die helemaal niet de openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen kunnen gebruiken toelating bekomen hun eigen wagen te gebruiken voor een op voorhand bepaalde afstand op voorwaarde zich in een van de volgende toestanden te bevinden :
  1° een lichamelijk letsel verhindert het bestendig of tijdelijk gebruik van de openbare vervoermiddelen;
  2° de arbeidsplaats is verder afgelegen dan twee kilometer van de halte van het dichtst bijgelegen gemeenschappelijk openbaar vervoer;
  3° door de onregelmatige uurregeling of prestaties in ononderbroken dienst, zoals bepaald bij het besluit van 21 juni 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de vervanging van sommige personeelsleden voor de ononderbroken diensten in de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en sommige instellingen van openbaar nut die onder de Franse Gemeenschap ressorteren met inbegrip van het gesloten centrum van Everberg (Algemene Directie voor Hulpverlening aan de Jeugd), is het onmogelijk de openbare vervoermiddelen te gebruiken;
  4° het is onmogelijk de openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen te gebruiken omwille van een buitengewone en dringende oproep.
  Art. 10. De noodzakelijkheid zijn eigen wagen te gebruiken, zoals beschreven in artikel 9, is bewezen :
  Voor 1° : door een medisch getuigschrift, dat in twijfelgeval ter controle wordt voorgelegd aan de Administratieve Gezondheidsdienst; in sommige gevallen kan men toelaten dat het voertuig door een derde wordt bestuurd;
  Voor 2° : door attesten van de maatschappijen voor gemeenschappelijk openbaar vervoer die betrokken streek bedienen waarin klaar en duidelijk wordt bevestigd dat er geen gelegenheid van openbaar vervoermiddelen bestaat, of ten minste niet op de vereiste ogenblikken;
  Voor 4° : door een attest van de overheid die betrokkene oproept, waarin er uitdrukkelijk wordt vermeld dat elk uitstel of tijdverlies ernstige ongunstige gevolgen zou hebben.
  Art. 11. De tussenkomst voor het gebruik van eigen vervoermiddelen wordt berekend op basis van de tussenkomst in de kostprijs van een treinkaart met een geldigheid van een maand op de toegelaten afstand.
  Wanneer men zich niet dagelijks verplaatst, wordt het bedrag van de tussenkomst vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller het aantal arbeids- en verplaatsingsdagen weergeeft en de noemer het totaal aantal werkdagen tijdens die maand.
  De tussenkomst mag nooit gecumuleerd worden met een gelijkaardige tussenkomst in de verplaatsingskosten tussen de verblijfplaats en de arbeidsplaats en omgekeerd, tenzij voor een gemotiveerde dringende en buitengewone oproep en in dat geval alleen met een abonnement van de openbare vervoermiddelen.
  Art. 12. De betaling geschiedt op basis van een maandelijks ingediende statenkost, bij het verstrijken van de burgerlijke maand tijdens welke men zich tussen de verblijfplaats en de arbeidsplaats heeft verplaatst.
  Wanneer de personeelsleden die aan alle opgelegde voorwaarden voldoen, zich samen in een persoonlijk voertuig verplaatsen, wordt de tussenkomst aan de bestuurder van het voertuig toegekend.
  Art. 13. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op de verplaatsingen tussen de woonplaats en de arbeidsplaats bedoeld bij het besluit van 26 november 2000 van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij een vergoeding voor het gebruik van een fiets wordt toegekend aan de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van het " Commissariat général aux Relations internationales ", van de " Office de la Naissance et de l'Enfance " en van de " Service de perception de la redevance radio et télévision de la Communauté française ". "

Art.2. Hoofdstuk VI en de artikelen 9, 10, 11, 12 en 13 van hetzelfde besluit worden respectievelijk hoofdstuk VII en de artikelen 14, 15, 16, 17 en 18 van bedoeld besluit.

Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

Art. 4. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 3 april 2003.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
  De Minister van Ambtenarenzaken,
  R. DEMOTTE.