27 FEBRUARI 2003. - Besluit van de Waalse Regering betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-03-2003 en tekstbijwerking tot 13-09-2022)
Art. 1-14, 14/1, 14/2, 14/3, 15
BIJLAGEN.
Art. N1-N6
2009027128 2012027074 2016027029 2016205106 2018011575 2022033181
Artikel 1.[1 Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 april 2019 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG wordt gedeeltelijk omgezet bij dit besluit ]1.
----------
(1)<BWG 2022-07-19/08, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.2.[2 Het doel van dit besluit is het mariene milieu te beschermen tegen de negatieve effecten van lozingen van afval van schepen die gebruikmaken van havens in het Waalse Gewest, en tegelijk te zorgen voor vlot maritiem vervoer, door de beschikbaarheid en het gebruik van toereikende havenontvangstvoorzieningen en de afgifte van afval aan die voorzieningen te verbeteren ]2.
[1 Dit besluit beoogt bovendien de regeling van de inning van de bijdragen voor de inzameling van de scheepsafval en de ladingresiduen en de doorzichtigheid van de kosten en beheerswijzen van deze afval overeenkomstig artikel 5ter van het decreet.]1
----------
(1)<BWG 2008-07-03/44, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-08-2008> ]1.
(2)<BWG 2022-07-19/08, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° decreet : het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;
2° [3 ...]3
3° [3 afval van schepen: al het afval, met inbegrip van ladingresiduen, dat tijdens de exploitatie van een schip of tijdens laad-, los- en schoonmaakactiviteiten ontstaat en binnen het toepassingsgebied van de bijlagen I, II, IV, V en VI bij het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen valt, evenals passief opgevist afval]3;
4° [3 ladingresiduen: de restanten van lading aan boord die na het laden en lossen op het dek of in ruimen of tanks achterblijven, met inbegrip van overschotten of restanten die het gevolg zijn van morsen bij het laden en lossen, in natte of droge toestand of meegevoerd in waswater, en exclusief ladingstof dat na vegen op het dek achterblijft of stof op de buitenoppervlakken van het schi]3;
5° [3 schip: elk zeegaand vaartuig, van eender welk type, dat in het mariene milieu opereert, waaronder vissersvaartuigen, pleziervaartuigen, draagvleugelboten, luchtkussenvaartuigen, onderwatervaartuigen en drijvende vaartuigen]3;
6° vissersvaartuig : schip, uitgerust of met commercieel oogmerk gebruikt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen van de zee;
7° [3 pleziervaartuig: elk schip met een romplengte van 2,5 meter of meer, ongeacht het type of de aandrijving, dat bestemd is voor sport- of recreatiedoeleinden en niet voor handelsdoeleinden wordt gebruikt]3;
8° [3 haven: een plaats of geografisch gebied met verbeteringswerken en voorzieningen die hoofdzakelijk zijn ontworpen om de ontvangst van schepen mogelijk te maken, met inbegrip van de ankerplaatsen binnen de jurisdictie van de haven]3;
9° havenontvangstvoorziening : vaste, drijvende of mobiele voorziening [3 die in staat is om als dienstverlening het afval van schepen in ontvangst te nemen]3;
10° [3 ...]3
11° [3 ...]3
12° [4 ...]4
13° [3 ...]3
[1 14° [3 Administratie : de bevoegde overheid of dienst gezamenlijk aangewezen door de Minister die voor de Havens en hun aanhorigheden bevoegd is en door de Minister die voor het Afvalstoffenbeleid bevoegd is]3.]1
[4 15° bevoegde overheid: de bevoegde overheid of dienst gezamenlijk aangewezen door de Minister die voor de Havens en hun aanhorigheden bevoegd is en door de Minister die voor het Afvalstoffenbeleid bevoegd is;
16° Marpol-verdrag: het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, in zijn geactualiseerde versie;
17° passief opgevist afval: afval dat tijdens visserijactiviteiten in netten terechtkomt;
18° toereikende opslagcapaciteit: voldoende capaciteit om het afval aan boord op te slaan vanaf het ogenblik van vertrek tot de volgende aanloophaven, met inbegrip van het afval dat waarschijnlijk zal ontstaan tijdens de reis;
19° geregeld verkeer: verkeer op basis van een gepubliceerde of geplande lijst van vertrek- en aankomsttijden tussen bepaalde havens of terugkerende overtochten die een herkenbare regeling vormen;
20° regelmatig een haven aandoen: met hetzelfde schip herhaalde reizen uitvoeren die een vast patroon vormen tussen bepaalde havens, of een reeks reizen zonder tussenstops van en naar dezelfde haven uitvoeren;
21° frequent een haven aandoen: met een schip minstens één keer om de twee weken dezelfde haven aandoen;
22° GISIS: het Global Integrated Shipping Information System dat door de Internationale Maritieme Organisatie, "IMO" afgekort, is opgezet;
23° indirecte bijdrage: bijdrage die wordt betaald voor het verlenen van diensten van havenontvangstvoorzieningen, ongeacht of al dan niet werkelijk afval van schepen wordt afgegeven;
24° besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011: het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011 tot invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (SafeSeaNet);
25° afvalproducent: de afvalproducent in de zin van artikel 2, 20°, van het decreet;
26° geregistreerde afvalophaler: iedere onderneming (natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie zonder rechtspersoonlijkheid) die beroepshalve de inzameling van afvalstoffen verzorgt en die geregistreerd is in de zin van artikel 10 van het decreet van het Waalse Gewest van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en van het besluit van de Waalse Regering van 13 november 2003 betreffende de registratie van ophalers, makelaars, handelaars en vervoerders van andere dan gevaarlijke afvalstoffen;
27° erkende afvalophaler: iedere onderneming (natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie zonder rechtspersoonlijkheid) die beroepshalve de inzameling van afvalstoffen verzorgt en die erkend is in de zin van artikel 10 van het decreet van het Waalse Gewest van 1996 juni 9 betreffende de afvalstoffen en van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de gevaarlijke afvalstoffen;
28° geregistreerde afvalvervoerder: iedere onderneming (natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie zonder rechtspersoonlijkheid) die beroepshalve het vervoer van afvalstoffen verzorgt en die geregistreerd is in de zin van artikel 10 van het decreet van het Waalse Gewest van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en van het besluit van de Waalse Regering van 13 november 2003 betreffende de registratie van ophalers, makelaars, handelaars en vervoerders van andere dan gevaarlijke afvalstoffen;
29° erkende afvalvervoerder: iedere onderneming (natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie zonder rechtspersoonlijkheid) die beroepshalve het vervoer van afvalstoffen verzorgt en die erkend is in de zin van artikel 10 van het decreet van het Waalse Gewest van 1996 juni 9 betreffende de afvalstoffen en van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de gevaarlijke afvalstoffen.]3
[3 Bovendien geldt de definitie van de woorden "afvalstoffen", "inzameling", "nuttige toepassing", "verwijdering", "hergebruik", "recycling" en "verwerking".]3
----------
(1)<BWG 2008-07-03/44, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 11-08-2008>
(2)<BWG 2017-07-13/32, art. 36, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
(3)<BWG 2022-07-19/08, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
(4)<BWG 2022-07-19/08, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.4. Onverminderd de in artikel 3, 3° en 4°, bedoelde bepalingen zijn de "scheepsafval" en de "ladingresiduen" afvalstoffen in de zin van artikel 2, 1°, van het decreet.
Art.5.§ 1. Dit besluit is van toepassing op :
a) alle schepen, [1 ...]1 elk schip, vissersvaartuig en pleziervaartuig, ongeacht hun vlag, die een haven aandoen of daar in bedrijf zijn;
b) alle havens die gewoonlijk worden aangedaan door schepen welke onder het toepassingsgebied van punt a) vallen.
§ 2. [1 Dit besluit is niet van toepassing op:]1
a) oorlogsschepen en marinehulpschepen;
b) andere schepen in eigendom of onder beheer van een Staat die uitsluitend voor een niet-commerciële overheidsdienst worden gebruikt.
[1 c) schepen bestemd voor havendiensten in de zin van artikel 1, paragraaf 2, van Verordening (EU) 2017/352 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2017 tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiële transparantie van havens.]1
[1 § 3. De havenbeheerders nemen maatregelen om ervoor te zorgen dat schepen die niet onder het toepassingsgebied van dit besluit vallen, hun afval, voor zover redelijkerwijs mogelijk, afgeven op een wijze die in overeenstemming is met dit besluit. ]1
----------
(1)<BWG 2022-07-19/08, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.6.[1 § 1. De havenbeheerders installeren of laten havenontvangstvoorzieningen installeren die toereikend zijn voor de behoeften van de schepen welke hun havens gewoonlijk aandoen, zonder onnodig oponthoud van de schepen te veroorzaken. Ze dragen zorg voor de beschikbaarheid van deze voorzieningen.
§ 2. De havenbeheerders zorgen ervoor dat:
1° de havenontvangstvoorzieningen over de nodige capaciteit beschikken om de soorten en hoeveelheden afval te ontvangen van de schepen welke die haven gewoonlijk aandoen, waarbij rekening wordt gehouden met:
a) de operationele behoeften van de havengebruikers;
b) de grootte en geografische ligging van de haven;
c) het type schepen dat de haven aandoet;
d) de in artikel 12 bepaalde vrijstellingen;
2° de formaliteiten en praktische regelingen in verband met het gebruik van de havendienstvoorzieningen eenvoudig en vlot verlopen teneinde onnodig oponthoud voor schepen te vermijden;
3° de vergoedingen die voor de afgifte in rekening worden gebracht, schepen niet ontmoedigen om de havenontvangstvoorzieningen te gebruiken, en
4° de havenontvangstvoorzieningen het mogelijk maken afval van schepen op milieuvriendelijke wijze te beheren, overeenkomstig het decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan.
§ 3. Voor de toepassing van paragraaf 2, 4°, van dit artikel, zorgen de havenbeheerders ervoor dat afval van schepen, om hergebruik en recycling te vergemakkelijken, gescheiden wordt ingezameld in de havens, overeenkomstig het decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan.
Teneinde dit proces te vergemakkelijken, kunnen havenontvangstvoorzieningen de gescheiden afvalfracties inzamelen volgens de in het Marpol-verdrag omschreven afvalcategorieën, rekening houdend met de daarin vervatte richtsnoeren.
Paragraaf 2, 4°, van dit artikel doet geen afbreuk aan de strengere eisen die door Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) worden opgelegd voor het beheer van keukenafval en etensresten van internationaal vervoer.
§ 4. De havenbeheerders of, bij gebreke, de gemeenten waarin de betrokken havens zijn gelegen, zorgen ervoor dat de handelingen voor de afgifte en ontvangst van afvalstoffen met voldoende veiligheidsmaatregelen worden uitgevoerd om zowel persoonlijke als milieurisico's in de onder dit besluit vallende havens te voorkomen.
§ 5. De havenbeheerders zien erop toe dat alle partijen die betrokken zijn bij de afgifte of ontvangst van afval van schepen schadevergoeding wegens onnodig oponthoud kunnen vragen ]1.
----------
(1)<BWG 2022-07-19/08, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.7.[1 . § 1. Een aan de plaatselijke situatie aangepast afvalontvangst- en afvalverwerkingsplan wordt door elke havenbeheerder uitgewerkt en uitgevoerd . Daarbij wordt rekening gehouden met de bij dit besluit opgelegde verplichtingen.
Dit plan is opgesteld, na overleg met de betrokken partijen, waaronder met name de privé-exploitanten en havengebruikers of hun vertegenwoordigers, en, de gemeente(n) waarin de betrokken haven(s) is(zijn) gelegen, de exploitanten van havenontvangstvoorzieningen, de organisaties die uitvoering geven aan de verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld.
Dit overleg moet zowel tijdens de opstelling van het afvalontvangst- en afvalverwerkingsplan als na de goedkeuring ervan plaatsvinden, met name wanneer aanzienlijke wijzigingen van de eisen van de artikelen 6, 8 en 9 hebben plaatsgevonden.
Nadere voorschriften voor de uitwerking van dit plan zijn opgenomen in bijlage 1.
§ 2. De havenbeheerder ziet erop toe dat de volgende informatie uit het afvalontvangst- en afvalverwerkingsplan over de beschikbaarheid van toereikende havenontvangstvoorzieningen in hun havens en de kostenstructuur duidelijk meegedeeld wordt aan de scheepsexploitanten:
1° de locatie van de havenontvangstvoorzieningen voor iedere aanlegplaats, en, indien relevant, hun openingstijden;
2° de lijst van afval van schepen dat gewoonlijk door de haven wordt beheerd;
3° de lijst van contactpunten, de exploitanten van de havenontvangstvoorzieningen en de aangeboden diensten;
4° de beschrijving van de procedures voor de afvalafgifte;
5° de beschrijving van de kostendekkingssystemen, waaronder, in voorkomend geval, de in bijlage 4 bedoelde afvalbeheerregelingen en -fondsen.
De in het eerste lid bedoelde informatie wordt openbaar gemaakt en is gemakkelijk toegankelijk en begrijpelijk voor scheepsexploitanten.
De in het eerste lid bedoelde informatie wordt ook elektronisch beschikbaar gesteld en actueel gehouden in het in artikel 13 bedoelde gedeelte van het informatie-, monitoring- en handhavingssysteem bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011.
§ 3. Indien dit nodig is om redenen van efficiëntie kunnen de afvalontvangst- en afvalverwerkingsplannen door twee of meer naburige havens in dezelfde geografische regio samen worden opgesteld, met passende inbreng van elke haven, mits de behoefte aan havenontvangstvoorzieningen en de beschikbaarheid daarvan voor elke haven apart worden vermeld.
§ 4. Het ontwerp van afvalontvangst- en afvalverwerkingsplan behoeft het advies van het Departement Bodem en Afvalstoffen van de Waalse Overheidsdienst Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.
De havenbeheerder dient zijn ontwerp van afvalontvangst- en afvalverwerkingsplan per aangetekend schrijven in bij van het Departement Bodem en Afvalstoffen van de Waalse Overheidsdienst Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.
Het advies van het Departement Bodem en Afvalstoffen van de Waalse Overheidsdienst Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu wordt binnen dertig dagen na toezending overgemaakt; indien het advies niet binnen de termijn wordt toegezonden, kan de procedure worden voortgezet. Een kopie van het advies wordt tegelijkertijd aan de regering toegezonden.
§ 3. Het afvalontvangst- en afvalverwerkingsplan wordt door de Regering goedgekeurd voor maximum vijf jaar.
Elk afvalontvangst- en afvalverwerkingsplan wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
§ 6. Het afvalontvangst- en afvalverwerkingsplan wordt door de havenbeheerder aangepast na elke belangrijke wijziging van de havenexploitatie en in elk geval wordt het plan ten minste om de vijf jaar na de goedkeuring of nieuwe goedkeuring ter goedkeuring aan de regering voorgelegd.
Onder de in het eerste lid bedoelde veranderingen mag worden verstaan: structurele veranderingen in het verkeer naar de haven, de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur, wijzigingen in de vraag naar en terbeschikkingstelling van havenontvangstvoorzieningen, nieuwe technieken om afval aan boord te behandelen, of elke andere relevante verandering.
Indien gedurende de in het eerste lid bedoelde periode van vijf jaar geen aanzienlijke veranderingen hebben plaatsgevonden, kan de hernieuwde goedkeuring bestaan in een validering van de bestaande plannen.
De bevoegde overheid ziet erop toe dat de haven het afvalontvangst- en -verwerkingsplan uitvoert.
§ 7. De havenbeheerder maakt ter attentie van de Regering een jaarlijks evaluatieverslag op over de uitvoering van het afvalontvangst- en -verwerkingsplan.
Een afschrift van dat verslag wordt aan het Departement Bodem en Afvalstoffen van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst gericht.
§ 8. Kleine niet-commerciële havens die worden gekenmerkt door schaars of weinig verkeer van uitsluitend pleziervaartuigen, kunnen van de paragrafen 1 tot en met 8 worden uitgesloten indien hun havenontvangstvoorzieningen zijn geïntegreerd in het afvalverwerkingssysteem dat door of namens de desbetreffende gemeentelijke overheid wordt beheerd en havenbeheerder ervoor zorgt dat de informatie over het afvalbeheersysteem beschikbaar wordt gesteld aan de gebruikers van die havens.
De gemeentelijke overheid waarin die havens zijn gelegen, meldt de naam en locatie van die havens elektronisch in het gedeelte van het informatie-, monitoring- en handhavingssysteem bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011 ]1.
----------
(1)<BWG 2022-07-19/08, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.8.[1 § 1. De exploitant, agent of kapitein van een schip dat onder het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011 valt en op weg is naar een haven van het Waalse Gewest, vult het formulier in bijlage 2 waarheidsgetrouw en nauwkeurig in en deelt alle daarin vervatte mee aan de havenbeheerder:
1° minstens 24 uur voor de aankomst als de aanloophaven bekend is, of
2° zodra de aanloophaven bekend is, als die informatie binnen minder dan 24 uur voor de aankomst verstrekt kan worden, of
3° uiterlijk wanneer het schip de vorige haven verlaat als het traject minder dan 24 uur duurt.
§ 2. De informatie van afvalvooraanmelding wordt door de havenbeheerder elektronisch gemeld zodat de informatie wordt opgenomen in het systeem bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011 via het computernetwerk zoals beschreven in het organogram in bijlage 6.
§ 3. De informatie van de afvalvooraanmelding bedoeld in bijlage 2 blijft ten minste tot de volgende aanloophaven beschikbaar aan boord, bij voorkeur in elektronische vorm, en wordt desgevraagd ter beschikking gesteld van de havenbeheerder, de scheepvaartpolitie, de lokale politie of de personeelsleden in de zin van artikel D.139, 1°, van het Milieuwetboek.
§ 4. De havenbeheerder ziet erop toe dat de overeenkomstig dit artikel gemelde informatie onverwijld wordt onderzocht en uitgewisseld met de scheepvaartpolitie, de lokale politie of de personeelsleden in de zin van artikel D.139, 1°, van het Milieuwetboek ]1.
----------
(1)<BWG 2022-07-19/08, art. 9, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.9.[1 § 1. De kapitein van een schip dat een haven aandoet, geeft alvorens die haven te verlaten al zijn aan boord meegevoerde afval af aan een havenontvangstvoorziening overeenkomstig de toepasselijke lozingsnormen van het Marpol-verdrag.
§ 2. Bij de afgifte vult de exploitant van de havenontvangstvoorziening of beheerder van de haven waar het afval werd afgegeven, het formulier in bijlage 3 waarheidsgetrouw en nauwkeurig in en zorgt hij er zonder onnodige vertraging voor dat aan de kapitein van het schip een afvalontvangstbewijs wordt verstrekt.
Het afvalontvangstbewijs vermeldt het bedrag van de vergoeding en de beheerskosten, alsmede de wijze van beheer en de bestemming van het afval.
§ 3. De verantwoordelijken van de havenontvangstvoorzieningen houden een lijst van de afvalafgifte en de behandelingskosten bij die op zijn minst de volgende gegevens bevat :
1° wat betreft de afval die in de havenontvangstvoorziening aankomt :
a) de identiteit van de afvalproducent : naam, roepnaam en, desgevallend, het IMO-identificatienummer van het schip, vlag;
b) de aard en hoeveelheid van de door de producent afgegeven afval, met de identificatiecode van de afval overeenkomstig het besluit van 10 juli 1997 tot vaststelling van een afvalcatalogus;
c) de datum van de afgifte(s);
2° wat betreft de afval die de havenontvangstvoorziening verlaat, desgevallend, in partijen :
a) aard, hoeveelheid en kenmerken van de afval, met de identificatiecode van de afval overeenkomstig het besluit van 10 juli 1997 tot vaststelling van een afvalcatalogus;
b) de datum waarop de afval afgevoerd wordt;
c) de identiteit van de erkende of geregistreerde ophaler;
d) de identiteit van de erkende of geregistreerde afvalvervoerder;
e) de identiteit en het adres van de eventuele site voor de hergroepering, en voor de valorisatie en/of wegwerking van afval;
f) de beheerswijze(n) van de afval;
g) de beheerskosten, met inbegrip van de eventuele belastingen.
De verantwoordelijken van de havenontvangstvoorzieningen dienen uiterlijk 1 februari van het volgende jaar een aangifte van schuldvordering in bij de administratie, samen met het afschrift van hun register en van de afschriften van al hun attesten.
§ 4. De exploitant, agent of kapitein van een schip dat onder het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011 valt, meldt de informatie van het afvalontvangstbewijs vóór vertrek of zodra het afvalontvangstbewijs is ontvangen, elektronisch in het in artikel 13 van deze richtlijn bedoelde gedeelte van het informatie-, monitoring- en handhavingssysteem, overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011.
De informatie uit het afvalontvangstbewijs is gedurende ten minste twee jaar, in voorkomend geval samen met het passende oliejournaal, ladingjournaal, afvalstoffenjournaal of afvalbeheersplan, beschikbaar aan boord en wordt op verzoek ter beschikking gesteld aan de scheepvaartpolitie, de lokale politie of de personeelsleden in de zin van artikel D.139, 1°, van het Milieuwetboek.
§ 5. Onverminderd paragraaf 1 kan een schip door de havenbeheerder toegelaten worden om door te varen naar de volgende aanloophaven zonder zijn afval af te geven, indien:
1° uit de overeenkomstig de bijlagen 2 en 3 verstrekte informatie blijkt dat er aan boord van het schip voldoende specifiek daarvoor bestemde opslagcapaciteit is voor alle afval dat zich al aan boord bevindt en het afval dat zal ontstaan tijdens de geplande reis van het schip naar de volgende aanloophaven;
2° uit de informatie aan boord van schepen die buiten het toepassingsgebied van het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011 vallen, blijkt dat er aan boord van het schip voldoende specifiek daarvoor bestemde opslagcapaciteit is voor alle afval dat zich al aan boord bevindt en het afval dat zal ontstaan tijdens de geplande reis van het schip naar de volgende aanloophaven, of
3° het schip minder dan 24 uur of in slechte weersomstandigheden voor anker gaat.
§ 6. De havenbeheerder verplicht het schip om al zijn afval vóór vertrek af te geven indien:
1° op basis van de beschikbare informatie, waaronder informatie die elektronisch beschikbaar is in het in het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011 bedoelde informatie-, monitoring- en handhavingssysteem of in Gisis is gemeld, niet kan worden vastgesteld of er in de volgende aanloophaven toereikende havenontvangstvoorzieningen beschikbaar zijn;
2° de volgende aanloophaven niet bekend is.
§ 7. Paragraaf 5 doet geen afbreuk aan eventuele strengere voorschriften voor schepen die overeenkomstig het internationale recht zijn vastgesteld ]1.
----------
(1)<BWG 2022-07-19/08, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.10.[1 De kosten van de exploitatie van havenontvangstvoorzieningen voor de ontvangst en verwerking van afval van schepen, met uitzondering van ladingresiduen, worden gedekt door inning van een bijdrage van schepen volgens de verdeling bedoeld in artikel 11.
Die kosten omvatten de in bijlage 4 vermelde elementen.
Het gaat om een jaarlijkse heffing die na afloop van het jaar geïnd wordt na bekendmaking van de factoren bedoeld in artikel 11]1.
----------
(1)<BWG 2022-07-19/08, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.11.[1 . § 1. Behoudens de gevallen van vrijstelling overeenkomstig artikel 12 betaalt elk schip dat een haven van het Waalse Gewest aandoet een heffing die overeenstemt met 30 % van de kosten bedoeld in artikel 10, ongeacht of ze al dan niet gebruik maken van de voorzieningen.
Het quotum bedoeld in het vorige lid wordt aan de hand van onderstaande formule berekend :
Q = 0,3.a.x. (n/N)
waarbij :
a = de gemiddelde kost voor afvalinzameling en -verwerking per m3 in de loop van het afgelopen jaar ;
x = het totale afvalvolume afgegeven in het Waalse Gewest in de loop van het afgelopen jaar;
n = het aantal reizen van het schip in het Waalse Gewest in de loop van het afgelopen jaar;
N = het totaalaantal reizen van alle schepen in het Waalse Gewest in de loop van het afgelopen jaar.
De factoren a, x en N maken na afloop van het jaar het voorwerp uit van een jaarlijkse publicatie in een bericht aan de binnenvaart van de administratie aangewezen door de Minister die voor waterwegen bevoegd is.
§ 2. Het saldo van de in artikel 10 bedoelde kosten die niet gedekt worden door het quotum bedoeld in § 1, wordt berekend op basis van, enerzijds, de soorten en hoeveelheden effectief afgegeven scheepsafval en, anderzijds, de gemiddelde behandelingskosten vastgesteld in de loop van het afgelopen jaar en bekendgemaakt in een bericht aan de binnenvaart.
De van kracht zijnde gemiddelde kost blijft van toepassing zolang hij niet wordt gewijzigd ]1.
----------
(1)<BWG 2022-07-19/08, art. 12, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.12.[1 De Administratie mag een schip dat een in dit besluit bedoelde haven aandoet, vrijstellen van de verplichtingen van de artikelen 8, 9, § 1,e en 10 ("de vrijstelling") mits voldoende is aangetoond dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1° het schip neemt deel aan geregeld verkeer en doet frequent en regelmatig havens aan;
2° er is een regeling getroffen om ervoor te zorgen dat het afval wordt afgegeven en de bijdragen worden betaald in een haven die op de route van het schip ligt, die:
a) wordt aangetoond door een ondertekende overeenkomst met een haven of de havenbeheerder, en door afvalontvangstbewijzen;
b) is gemeld aan alle havens op de route van het schip, en;
c) is aanvaard door de haven waar de afgifte en de betaling plaatsvinden, dat een haven in de Europese Unie of een andere haven kan zijn, waar, als vastgesteld op basis van de informatie die elektronisch in het in het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011 bedoelde informatie-, monitoring- en handhavingssysteem en in Gisis is gemeld, toereikende voorzieningen beschikbaar;
3° de vrijstelling heeft geen negatieve gevolgen voor de maritieme veiligheid, de gezondheid, het leven of de werkomstandigheden aan boord of het mariene milieu.
§ 2. Indien de vrijstelling wordt toegekend, geeft de Administratie een vrijstellingscertificaat af op basis van het formaat in bijlage 5, waarmee wordt bevestigd dat het schip voldoet aan de noodzakelijke voorwaarden en voorschriften voor de toepassing van de vrijstelling en waarin de duur van de vrijstelling is vermeld.
§ 3. De Administratie rapporteert de informatie op het vrijstellingscertificaat elektronisch in het in het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011 bedoelde gedeelte van het informatie-, monitoring- en handhavingssysteem overeenkomstig het organogram van het computernetwerk bedoeld in bijlage 6.
§ 4. De havenbeheerders zien erop toe dat de regelingen voor afgifte en betaling die gelden voor de vrijgestelde schepen die hun havens aandoen, doeltreffend worden gemonitord en gehandhaafd.
§ 5. Niettegenstaande de verleende vrijstelling vaart een schip niet door naar de volgende aanloophaven indien er onvoldoende specifiek daarvoor bestemde opslagcapaciteit is voor al het afval dat zich al aan boord bevindt en tijdens de geplande reis van het schip naar de volgende aanloophaven zal ontstaan ]1.
----------
(1)<BWG 2022-07-19/08, art. 13, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.13.[1 § 1. Onverminderd artikel 7.1.7 van het koninklijk besluit van 4 juni 2021 betreffende afval van schepen tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 juli 2020 inzake milieuvriendelijke scheepvaart kunnen de scheepvaartpolitie, de lokale politie en de personeelsleden in de zin van artikel D.139, 1°, van het Milieuwetboek elk schip, ook steekproefsgewijs, inspecteren om na te gaan of het voldoet aan dit besluit.
§ 2. Onverminderd artikel 7.1.8 van het koninklijk besluit van 4 juni 2021 betreffende afval van schepen tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 juli 2020 inzake milieuvriendelijke scheepvaart ziet de scheepvaartpolitie, de lokale politie of elk personeelslid in de zin van artikel D.139, 1°, van het Milieuwetboek, indien ze/het niet tevreden is met de resultaten van de inspectie, erop toe dat het schip de haven niet verlaat tot het zijn afval heeft afgegeven aan een havenontvangstvoorziening, zoals bepaald in artikel 9, zulks onverminderd de toepassing van de bedoelde sancties.
§ 3. Onverminderd artikel 7.1.9 van het koninklijk besluit van 4 juni 2021 betreffende afval van schepen tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 juli 2020 inzake milieuvriendelijke scheepvaart wordt de informatie over inspecties in het kader van dit besluit, de informatie over gevallen van niet-naleving en opgelegde uitvaarverboden, onverwijld doorgestuurd naar de door de Europese commissie ter beschikking gestelde inspectiedatabank zodra:
1° het inspectieverslag is voltooid;
2° het uitvaarverbod is opgeheven, of
3° een vrijstelling is toegekend ]1.
----------
(1)<BWG 2022-07-19/08, art. 14, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.14.[1 Havenbeheerders en havenontvangstvoorzieningsinstanties zorgen ervoor dat alle personeelsleden de nodige opleiding krijgen om de kennis te vergaren die onontbeerlijk is voor het verrichten van hun werkzaamheden op het gebied van afvalbeheer, met bijzondere aandacht voor de gezondheids- en veiligheidsaspecten van het werken met gevaarlijke stoffen. Ook zorgen zij ervoor dat de opleidingseisen regelmatig worden geactualiseerd om aan de uitdagingen van technologische innovatie tegemoet te komen ]1.
----------
(1)<BWG 2022-07-19/08, art. 15, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art. 14/1.[1 De Minister die voor de Havens en hun aanhorigheden bevoegd is en de Minister die voor het Afvalstoffenbeleid bevoegd is kunnen gezamenlijk besluiten nemen over de verdeling van de taken die inherent zijn aan de uitvoering van dit besluit, alsmede over maatregelen voor samenwerking tussen de betrokken administraties.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2022-07-19/08, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art. 14/2.[1 . § 1. Elke verwerking van persoonsgegevens heeft ten doel de administratieve verwerking van de afvalvooraanmelding als bedoeld in artikel 8, de afvalafgifte als bedoeld in artikel 9, de vrijstelling als bedoeld in artikel 12 en het toezicht op de naleving van het besluit.
§ 2. De hierna vermelde personen worden aangewezen als "verwerkingsverantwoordelijke" in de zin van artikel 4.7. van Verordening (EG) 2016/79 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG:
1° met betrekking tot artikel 8 is de "verwerkingsverantwoordelijke" de havenbeheerder;
2° met betrekking tot artikel 9, paragraaf 2, is de "verwerkingsverantwoordelijke" de havenbeheerder;
3° met betrekking tot artikel 9, paragraaf 3, is de "verwerkingsverantwoordelijke" de verantwoordelijke voor de havenontvangstvoorzieningen;
4° met betrekking tot artikel 9, paragraaf 5, is de "verwerkingsverantwoordelijke" de havenbeheerder;
5° met betrekking tot artikel 12 is de "verwerkingsverantwoordelijke" de Administratie.
§ 3. Persoonsgegevens worden door de in paragraaf 3 bedoelde verwerkingsverantwoordelijken bewaard gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de gegevens zijn verzameld. De verzamelde gegevens kunnen, mits zij vooraf zijn geanonimiseerd, worden gebruikt voor statistische doeleinden of om het afvalbeheerbeleid van de haven te verbeteren. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2022-07-19/08, art. 17, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art. 14/3.[1 § 1. De rapportering en de informatie-uitwisseling worden gebaseerd op het systeem voor de uitwisseling van maritieme informatie van de Unie bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011.
§ 2. De betrokken personen zien erop toe dat de volgende informatie binnen een redelijke termijn en elektronisch in het systeem bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011 wordt gerapporteerd :
a) de informatie over de werkelijke aankomst- en vertrektijd van elk onder het toepassingsgebied van het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2011 vallend schip dat een haven in de Unie aandoet, samen met een identificatiecode van de desbetreffende haven;
b) de informatie op de afvalvooraanmelding in bijlage 2 bij dit besluit;
c) de informatie op het afvalontvangstbewijs in bijlage 3 bij dit besluit;
d) de informatie op het vrijstellingscertificaat in bijlage 5 bij dit besluit;
e) de informatie bedoeld in artikel 7, paragraaf 2, van dit besluit. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2022-07-19/08, art. 18, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
Art.15.[1 De Minister die voor de Havens en hun aanhorigheden bevoegd is en de Minister die voor het Afvalstoffenbeleid bevoegd zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit ]1.
----------
(1)<BWG 2022-07-19/08, art. 19, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage I. Voorschriften voor afvalontvangst- en afvalverwerkingsplannen in havens.
De plannen moeten betrekking hebben op alle soorten scheepsafval en ladingresiduen, afkomstig van schepen die gewoonlijk de betrokken haven aandoen, en afgesteld zijn op de grootte van de haven en het soort schepen dat die haven aandoet.
De volgende elementen moeten deel uitmaken van de plannen :
- een beoordeling van de behoefte aan havenontvangstvoorzieningen, gelet op de behoefte van de schepen die de haven gewoonlijk aandoen;
- een beschrijving van het soort havenontvangstvoorzieningen en de capaciteit daarvan;
- een gedetailleerde beschrijving van de procedures voor de ontvangst en inzameling van scheepsafval en ladingresiduen;
- een beschrijving van het tariefsysteem;
- procedures voor het melden van vermeende tekortkomingen van havenontvangstvoorzieningen;
- procedures voor structureel overleg met havengebruikers, afvalbedrijven, terminalexploitanten en andere betrokken partijen;
- soort en hoeveelheden ontvangen en verwerkt scheepsafval en ladingresiduen.
Daarnaast dienen de plannen het volgende te omvatten :
- een overzicht van de toepasselijke wetgeving en formaliteiten voor de afgifte;
- vermelding van een persoon of personen die verantwoordelijk is of zijn voor de uitvoering van het plan;
- een beschrijving van eventuele voorbehandelingsinstallaties en -processen in de haven;
- een beschrijving van de methoden voor het registreren van het feitelijk gebruik van de havenontvangstvoorzieningen;
- een beschrijving van de methoden voor het registreren van de ontvangen hoeveelheden scheepsafval en ladingresiduen, en
- een beschrijving van de wijze waarop scheepsafval en ladingresiduen worden verwijderd.
De procedures voor de ontvangst, inzameling, opslag, behandeling en verwijdering dienen in alle opzichten conform een milieuzorgsysteem te zijn dat geschikt is voor een geleidelijke vermindering van de milieueffecten van deze activiteiten. De procedures worden geacht conform te zijn indien zij voldoen aan verordening (EEG) nr. 1836/93 van de Raad van 29 juni 1993 inzake de vrijwillige deelneming van bedrijven uit de industriële sector aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem.
Informatie die aan alle havengebruikers moet worden verstrekt :
- korte verwijzing naar het fundamentele belang van een behoorlijke afgifte van scheepsafval en ladingresiduen;
- locatie van de havenontvangstvoorzieningen voor iedere aanlegplaats, met tekening/kaart;
- lijst van gewoonlijk verwerkte soorten scheepsafval en ladingresiduen;
- lijst van contactadressen, exploitanten en geboden diensten;
- beschrijving van de afgifteprocedures;
- beschrijving van het tariefsysteem; en
- procedures voor het melden van vermeende tekortkomingen van havenontvangstvoorzieningen.
Gewijzigd door :
<BWG 2022-07-19/08, art. 20, 005; Inwerkingtreding : 23-09-2022>
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 13-09-2022, p. 67137)
Art. N2.[1 Bijlage II. - Informatie te verstrekken voor het aandoen van de haven van . . . . . (haven van bestemming als bedoeld in artikel 8 van het besluit)
1. Naam, roepnaam en, indien van toepassing, IMO-identificatienummer van het schip : . . . . .
2. Vlaggenstaat : . . . . .
3. Vermoedelijke aankomsttijd : . . . . .
4. Vermoedelijke vertrektijd : . . . . .
5. Vorige aanloophaven : . . . . .
6. Volgende aanloophaven : . . . . .
7. Laatste haven en datum waarop het scheepsafval werd afgegeven, met inbegrip van de hoeveelheden (in m3) en de soorten afval die werden geleverd :
8. Geeft u (kruis het overeenstemmende vakje aan) :
alle • bepaalde • geen •
afvalstoffen van uw schip af bij havenontvangstvoorzieningen ?
9. Soort en hoeveelheid af te leveren en/of aan boord te houden scheepsafval en ladingresiduen, en percentage van de maximale opslagcapaciteit:
Indien alle afval wordt afgegeven, de tweede en laatste kolom invullen, voor zover van toepassing. Indien enig of geen afval afgegeven wordt, alle kolommen invullen.
Soort | Afvalcode | Af te geven afval (m3) | Maximale aparte opslagcapaciteit (m3) | Hoeveelheid aan boord gehouden afval (m3) | Haven waarin het resterende afval zal worden afgegeven | Geschatte hoeveelheid afval die tussen aanmelding en volgende aanloophaven ontstaat (m3) | Afval dat is geleverd bij het laatste punt van levering genoemd onder punt 7 hierboven (m3) |
Met olie verontreinigd ruimwater | 13 04 03 13 05 07 | ||||||
Oliehoudende residuen (slib) | 13 05 02 | ||||||
Overige (specificeren) | (te bepalen) | ||||||
Afvalwater (1) | (te bepalen) | ||||||
Kunststoffen | 20 01 39 | ||||||
Voedselrestanten | 20 01 08 | ||||||
Bruto huisafval (*) | 20 96 61 | ||||||
Afzonderlijk ingezameld PMD- verpakkingen (**) | 15 01 06 | ||||||
Papier/kartonverpakkingen en andere afzonderlijk ingezamelde papierafval | 15 01 01 20 01 01 | ||||||
Afzonderlijk ingezamelde glazen verpakkingen | 15 01 07 | ||||||
Andere (nader bepalen) | (te bepalen) | ||||||
Spijsolie | 20 01 25 | ||||||
Verbrandingsasse | 10 01 01 | ||||||
Bedrijfsafval | (te bepalen) | ||||||
Dierlijke karkassen | (te bepalen) | ||||||
Ladingresiduen (2) (specificeren ) (3) | (te bepalen) | ||||||