Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 NOVEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de erelonen en de kosten voor de deskundigen aangewezen door de arbeidsgerechten in het kader van medische deskundige onderzoeken inzake de geschillen betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, de gezinsbijslag voor werknemers en zelfstandigen, de werkloosheidsverzekering en de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-11-2003 en tekstbijwerking tot 23-12-2015)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1993022484  1994022461  1996016077  1997022516  1999012222 





Artikels:

Artikel 1.De staat van erelonen en kosten voor de deskundige onderzoeken uitgevoerd inzake de geschillen betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, de gezinsbijslag voor werknemers en zelfstandigen, de werkloosheidsverzekering en de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, wordt opgemaakt met toepassing van het volgende tarief :
  1° persoonlijk ereloon van de deskundige : 298,52 euro of, indien hij een psychiater of een neuropsychiater is, 354, 08 euro;
  2° administratieve kosten : 89,32 euro;
  3° kosten voor bijkomende onderzoeken :
  a) medische onderzoeken andere dan die vermeld onder b) : de kosten worden bepaald volgens de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  b) onderzoeken uitgevoerd door een psychiater of een neuropsychiater : 175,00 euro;
  c) onderzoeken uitgevoerd door een psycholoog, met volledige reeks testen, of door een ergoloog : 121,35 euro;
  d) elk ander onderzoek of advies, niet bedoeld in a, b of c : 60,67 euro.
  Onder de in het eerste lid, 3°, bedoelde bijkomende onderzoeken wordt verstaan, onderzoeken uitgevoerd door andere personen dan de deskundige, op verzoek van deze laatste, evenals de onderzoeken uitgevoerd ingevolge een aanvullend onderzoek, bevolen door de rechter.
  Voor de kosten betreffende de in het eerste lid, 3°, bedoelde bijkomende onderzoeken, vermeldt de deskundige op zijn staat van erelonen en kosten de verschillende bedragen die overeenstemmen met de verrichte onderzoeken, de datum waarop de onderzoeken zijn verricht, de naam van de persoon die ze verricht heeft evenals, in voorkomend geval, het nummer van de nomenclatuur dat overeenstemt met de verrichte prestatie.

  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN

Artikel 1. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)  De staat van erelonen en kosten voor de deskundige onderzoeken uitgevoerd inzake de geschillen betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, de gezinsbijslag voor werknemers en zelfstandigen, de werkloosheidsverzekering en de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, wordt opgemaakt met toepassing van het volgende tarief :  1° persoonlijk ereloon van de deskundige : 298,52 euro of, indien hij een psychiater of een neuropsychiater is, 354, 08 euro;  2° administratieve kosten : 89,32 euro;  3° kosten voor bijkomende onderzoeken :  a) medische onderzoeken andere dan die vermeld onder b) : de kosten worden bepaald volgens de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering;  b) onderzoeken uitgevoerd door een psychiater of een neuropsychiater : 175,00 euro;  c) onderzoeken uitgevoerd door een psycholoog, met volledige reeks testen, of door een ergoloog : 121,35 euro;  d) elk ander onderzoek of advies, niet bedoeld in a, b of c : 60,67 euro.  Onder de in het eerste lid, 3°, bedoelde bijkomende onderzoeken wordt verstaan, onderzoeken uitgevoerd door andere personen dan de deskundige, op verzoek van deze laatste, evenals de onderzoeken uitgevoerd ingevolge een aanvullend onderzoek, bevolen door de rechter.  Voor de kosten betreffende de in het eerste lid, 3°, bedoelde bijkomende onderzoeken, vermeldt de deskundige op zijn staat van erelonen en kosten de verschillende bedragen die overeenstemmen met de verrichte onderzoeken, de datum waarop de onderzoeken zijn verricht, de naam van de persoon die ze verricht heeft evenals, in voorkomend geval, het nummer van de nomenclatuur dat overeenstemt met de verrichte prestatie.  [1 De staat van erelonen en kosten voor de deskundige onderzoeken in de zaken, vermeld in artikel 582, 2° van het Gerechtelijk Wetboek, meer bepaald de geschillen betreffende de inschrijving en de toekenning van bijstand tot sociale integratie voortvloeiend uit de toepassing van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap en bij decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, wordt eveneens opgemaakt met toepassing van de tarieven vermeld in het eerste lid.]1
  ----------
  (1)<BVR 2013-11-08/08, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2013>

Art.2.De in artikel 1, eerste lid, 1°, 2° en 3°, b, c en d, vastgestelde bedragen worden op 1 januari van elk jaar gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Daartoe worden ze vermenigvuldigd, op 1 januari van elk jaar, met een breuk, waarvan de teller het rekenkundig gemiddelde is van de indexcijfers van de consumptieprijzen van de maanden augustus tot november inbegrepen van het voorafgaande jaar, en de noemer 110,48.
  (NOTA : Indexering van de bedragen :
  voor 2004, zie 2004-04-07/35
  voor 2005, zie 2005-01-31/41
  voor 2007, zie 2007-02-07/36
  voor 2008, zie 2008-06-12/56
  voor 2009, zie 2009-03-17/47
  voor 2010, zie 2010-01-21/01
  voor 2011, zie VARIA 2010-12-20/02, art. M, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2011
  voor 2012, zie VARIA 2011-12-09/02, art. M, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2012
  voor 2013, zie VARIA 2012-12-10/02, art. M, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2013
  voor 2014, zie VARIA 2013-12-04/01, art. M, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2014
  voor 2015, zie VARIA 2014-12-15/02, art. M, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2015
  voor 2016, zie VARIA 2015-12-23/01, art. M, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2016)

Art.3. De toepasselijke bedragen zijn die, van kracht op de datum van de neerlegging van het definitief verslag.

Art.4. Artikel 7, § 11, vierde lid, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals ingevoerd door artikel 61, 2°, van de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling, treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art.5. Opgeheven worden :
  1° het koninklijk besluit van 12 januari 1993 tot vaststelling van het tarief van het ereloon en de kosten voor de geneesheer-deskundigen aangewezen inzake geschillen betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 mei 1994;
  2° het koninklijk besluit van 21 november 1994 tot vaststelling van het tarief van de erelonen en de kosten voor de medische deskundigen aangewezen inzake geschillen betreffende kinderbijslag voor werknemers;
  3° hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 19 maart 1996 houdende sommige bepalingen betreffende het stelsel van de sociale zekerheid der zelfstandigen, in uitvoering van titel IV van de wet van 20 december 1995 houdende sociale bepalingen;
  4° het koninklijk besluit van 25 juni 1997 tot vaststelling van het tarief van de erelonen en de kosten voor de deskundigen aangewezen door de arbeidsgerechten inzake de geschillen betreffende de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
  5° het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het tarief van de erelonen en kosten voor de medische deskundigen aangewezen door de arbeidsgerechten inzake de betwistingen in verband met de werkloosheidsverzekering, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001.

Art.6. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 7. Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Werk, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Middenstand en Onze Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.