14 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers.
Art. 1-5
Artikel 1. De bedragen van 11.113,56 EUR en van 8.893,80 EUR, vermeld in artikel 152 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, en het in artikel 153 van dezelfde wet vermelde bedrag van 8.748,66 EUR worden vervangen door de bedragen van respectievelijk 11.535,12 EUR, 9.231,00 EUR en 9.085,86 EUR.
Art.2. Voor de toepassing van de bepalingen van dit besluit wordt geen rekening gehouden met de bepalingen, bedoeld in artikel 1, §§ 2 en 3, van het koninklijk besluit van 17 februari 1981 tot uitvoering van de artikelen 33 en 34 van de herstelwet van 10 februari 1981 inzake pensioenen van de sociale sector, wanneer het bedrag van het pensioen op 31 maart 2003 overeenstemt met tenminste het gewaarborgd minimumbedrag bedoeld in de artikelen 152 en 153 van de voornoemde wet van 8 augustus 1980, zoals het vóór de verhoging ervan bij dit besluit was gesteld, vermenigvuldigd met de breuk die als basis diende voor de berekening van dat pensioen.
Art.3. De Rijksdienst voor pensioenen past de bedragen van de pensioenen aan volgens de in dit besluit bepaalde verhogingen.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2003.
Art. 5. Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 februari 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE.