13 MAART 2003. - Wet tot invoeging van een artikel 10, 6°, in de wet van 17 april 1878 houdende de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-05-2003 en tekstbijwerking tot 31-12-2003.)
Art. 1-3
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art.2. In de wet van 17 april 1878 houdende de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering wordt een artikel 10, 6°, ingevoegd, luidende :
" 6° Een strafbaar feit bedoeld in artikel 2 van het Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme, opgemaakt te Straatsburg op 27 januari 1977, dat is gepleegd op het grondgebied van een Verdragsluitende Staat wanneer de vermoedelijke dader zich op het Belgisch grondgebied bevindt en de Belgische Regering niet met uitlevering aan die Staat heeft ingestemd om een van de redenen bedoeld in de artikelen 2 of 5 van voornoemd Verdrag, in artikel 11 van het Europees Verdrag betreffende uitlevering, opgemaakt te Parijs op 13 december 1957, of omdat de uitlevering uitzonderlijk ernstige gevolgen kan hebben voor de betrokken persoon, in het bijzonder gelet op zijn leeftijd of gezondheid. "
Art. 3. (Opgeheven) <W 2003-12-22/42, art. 379, 002; Inwerkingtreding : 10-01-2004>
(NOTA : bij arrest nr 73/2005 van 03-05-2005 (B.St. 03-05-2005, p. 20836), heeft het Arbitragehof artikel 379 van W 2003-12-22/42 vernietigd)
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 13 maart 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.