Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

30 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van de vaststelling van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een financiële hulp te genieten voor de aanwerving van bijkomend burgerpersoneel belast met de begeleiding van alternatieve strafrechterlijke maatregelen, de criminaliteitspreventie en de opvang inzake drugsverslaving.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994000499 





Artikels:

Artikel 1. Het vierde en het vijfde lid van artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten een financiële hulp kunnen genieten voor de aanwerving van bijkomend burgerpersoneel belast met de begeleiding van alternatieve strafrechtelijk maatregelen, de criminaliteitspreventie en de opvang inzake drugsverslaving gewijzigd door het koninklijk besluit van 30 augustus 1996 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten een financiële hulp kunnen genieten voor de aanwerving van bijkomend burgerpersoneel belast met de begeleiding van alternatieve strafrechtelijke maatregelen, de criminaliteitspreventie en de opvang inzake drugsverslaving worden opgeheven.

Art.2. Artikel 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " De aanwerving van bijkomende burgerpersoneel in de zin van artikel 1, geeft aanleiding tot toekenning van de volgende maximale forfaitaire tegemoetkoming, al naargelang de betrokken personeelscategorie :
  Niveau 1 : euro 39.662,96;
  Niveau 2+ : euro 32.226,16;
  Niveau 2 : euro 27.268,29;
  Niveau 3 : euro 24.789,35;
  Niveau 4 : euro 19.831,48.
  Ingeval de personen slechts voor een deel van het begrotingsjaar waarnaar verwezen wordt zijn aangeworven, wordt de financiële tegemoetkoming verminderd naar verhouding van de werkelijk gepresteerde periode. "

Art.3. Artikel 5, tweede lid van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : " De betaling van de financiële tussenkomst wordt verricht in voorlopige maandelijkse schijven waarbij het saldo in de loop van het volgende jaar wordt berekend. De gemeente maakt de verantwoordingsstukken over uiterlijk op 31 maart van het jaar dat volgt op het begrotingsjaar waarin de kredieten werden toegekend. "

Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Art. 5. Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 30 januari 2003.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE.