14 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot toekenning van een financiële hulp aan de gemeenten en de steden voor de aanwerving van bijkomend burgerpersoneel belast met de omkadering van alternatieve gerechtelijke maatregelen.
Art. 1-4
Artikel 1. Zoals voorzien in de overeenkomst, gesloten tussen de gemeente of de stad en de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Justitie, zal een jaarlijkse forfaitaire tegemoetkoming worden toegekend van :
euro 16.113,08 aan de gemeente Anderlecht voor de aanwerving van één halftijds personeelslid niveau 2+;
euro 16.113,08 aan de stad Bergen voor de aanwerving van één halftijds personeelslid niveau 2+;
euro 32.226,16 aan de stad Charleroi voor de aanwerving van één voltijds personeelslid niveau 2+;
euro 32.226,16 aan de gemeente Colfontaine voor de aanwerving van één voltijds personeelslid niveau 2+;
euro 24.789,35 aan de gemeente Erpe-Mere voor de aanwerving van één voltijds personeelslid niveau 3;
euro 16.113,08 aan de stad Genk voor de aanwerving van één halftijds personeelslid niveau 2+;
euro 104.115,28 aan de stad Gent voor de aanwerving van één voltijds universitair personeelslid, alsook voor de aanwerving van één voltijds personeelslid niveau 2+ en twee halftijdse personeelsleden niveau 2+;
euro 16.113,08 aan de gemeente Hamoir voor de overbrenging van de subsidie van één halftijds personeelslid niveau 2+ van de gemeente Comblain naar de gemeente Hamoir;
euro 16.113,08 aan de stad Hannuit voor de aanwerving van één halftijds personeelslid niveau 2+;
euro 16.113,08 aan de gemeente Jette voor de aanwerving van één halftijds personeelslid niveau 2+;
euro 32.226,16 aan de stad Leuven voor de aanwerving van één voltijds personeelslid niveau 2+;
euro 59.494,45 aan de stad Mechelen voor de aanwerving van één voltijds personeelslid niveau 2+, alsook voor de aanwerving van één voltijds personeelslid niveau 2;
euro 12.394,68 aan de gemeente Mol voor de aanwerving van één voltijds personeelslid niveau 2+ in plaats van één halftijds universitair personeelslid;
euro 32.226,16 aan de stad Namen voor de aanwerving van twee halftijdse personeelsleden niveau 2+;
euro 32.226,16 aan de stad Sint-Truiden voor de overheveling van de toegekende personeelsuitbreiding van één voltijds personeelslid niveau 2+ van de stad Maaseik naar de stad Sint-Truiden;
euro 71.889,12 aan de stad Tongeren voor de aanwerving van één voltijds universitair personeelslid, alsook voor de aanwerving van één voltijds personeelslid niveau 2+;
euro 32.226,16 aan de stad Verviers voor de aanwerving van één voltijds personeelslid niveau 2+;
euro 32.226,16 aan de stad Vilvoorde voor de overheveling van de toegekende personeelsuitbreiding van één voltijds personeelslid niveau 2+ van de gemeente Machelen naar de stad Vilvoorde.
Art.2. Op verzoek van de Minister van Justitie worden de kredieten die overeenstemmen met de forfaitaire tegemoetkoming waarin de overeenkomst voorziet door de Minister van Binnenlandse Zaken toegekend aan de stad of gemeente. Deze toelagen worden ten laste van een specifiek begrotingsartikel opgenomen in de begroting van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten. De betaling van de financiële tegemoetkoming wordt verricht in voorlopige maandelijkse schijven. Ingeval dat het personeel is aangeworven voor een deel van het gerefereerde budgettaire jaar, wordt de forfaitaire tussenkomst evenredig verminderd met de effectief gepresteerde periode.
Art.3. Het saldo wordt berekend in de loop van het volgende jaar na controle van de verantwoordingsstukken. Hiertoe maakt de stad of de gemeente aan de Sectie Alternatieve Maatregelen van de FOD Justitie, een afschrift van de verantwoordingsstukken over die de aard en het bedrag van de uitgaven bewijzen. Bij niet-naleving van één of meerdere bepalingen uit de overeenkomst kan de toegekende toelage worden verminderd en, in voorkomend geval, gedeeltelijk of volledig worden teruggevorderd.
Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 december 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX.