9 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit houdende modaliteiten voor de wettelijke medewerkingsplicht bij gerechtelijke vorderingen met betrekking tot elektronische communicatie.<Opschrift vervangen door KB2011-02-08/03, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2011>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-02-2003 en tekstbijwerking tot 22-12-2016)
Definities.
Art. 1-10, 10bis, 11-12
BIJLAGE.
Art. N
Definities.
Artikel 1.[1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1. " wet van 11 december 1998 " : de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen;
2. " wet van 13 juni 2005 " : de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;
3. " werkelijke tijd " : minimum tijdsduur nodig voor de uitvoering van een bepaalde prestatie volgens de regels van de kunst, zonder onderbreking en waarvoor aangepaste middelen en personeel werden ingezet;
4. " dienst NTSU-CTIF (National Technical & Tactical Support Unit - Central Technical Interception Facility) " : de Centrale Technische Interceptiefaciliteit van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
5. " internetsector " : het geheel van operatoren van elektronische communicatienetwerken en verstrekkers van elektronische communicatiediensten :
- die aan gebruikers toegang tot het internet aanbieden,
- die aan eindgebruikers via een netwerkaansluitpunt elektronische communicatiediensten over het internet aanbieden,
- die activiteiten op het internet aanbieden, of
- die faciliteiten hiervoor ter beschikking stellen zoals bijvoorbeeld netwerkonderdelen, lokalen, eindapparatuur of bijbehorende faciliteiten.]1
----------
(1)<KB 2011-02-08/03, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2011>
Art.2.[1 § 1. Om aan de medewerkingsplicht te voldoen zoals opgelegd door de artikelen 46bis, § 2, 88bis, § 2, en 90quater, § 2, van het Wetboek van strafvordering, wordt er door iedere operator van een elektronisch communicatienetwerk en iedere verstrekker van een elektronische communicatiedienst één of meerdere personen bij name aangeduid en belast met de taken die uit de medewerkingsplicht voortvloeien. Deze personen vormen de " Coördinatiecel Justitie. "
§ 2. In voorkomend geval kunnen operatoren van elektronische communicatienetwerken en verstrekkers van elektronische communicatiediensten een gezamenlijke Coördinatiecel Justitie oprichten. In dat geval dient deze Coördinatiecel Justitie voor elke individuele operator van een elektronisch communicatienetwerk of verstrekker van een elektronische communicatiedienst dezelfde dienstverlening te voorzien.
De Coördinatiecel Justitie dient op het grondgebied van het Rijk gevestigd te zijn.
§ 3. Om de taken die voortvloeien uit de toepassing van de maatregelen bedoeld in de artikelen 46bis, 88bis en 90ter van het Wetboek van strafvordering uit te voeren, moeten de leden van de Coördinatiecel Justitie het voorwerp uitgemaakt hebben van een veiligheidsadvies overeenkomstig artikel 22quinquies van de wet van 11 december 1998.
De Minister van Justitie vraagt het veiligheidsadvies aan de veiligheidsoverheid bedoeld in artikel 15 van de wet van 11 december 1998. Dit veiligheidsadvies moet positief zijn en om de vijf jaar vernieuwd worden.
De Minister van Justitie heeft het recht om, bij gemotiveerde beslissing, personen die deel uitmaken van de Coördinatiecel Justitie te weigeren.
§ 4. Voor de uitvoering van de medewerking en onder zijn toezicht kan de Coördinatiecel Justitie gebruik maken van de hulp van personeelsleden en aangestelden van de betrokken operator van een elektronisch communicatienetwerk of verstrekker van een elektronische communicatiedienst.
De Coördinatiecel Justitie is permanent beschikbaar.
§ 5. De Coördinatiecel Justitie deelt onverwijld volgende gegevens mee aan het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie :
- de naam, voornaam, functie, titel, dienst, diensttelefoonnummer en dienst-e-mailadres van de leden van de Coördinatiecel Justitie;
- het nummer van de dienst-GSM van de Coördinatiecel Justitie;
- het volledige adres van de plaats waar de permanentiedienst van de Coördinatiecel Justitie gevestigd is, de telefoonnummers (vaste lijn en GSM), faxnummers en het e-mailadres;
- elk ander gegeven dat de Coördinatiecel Justitie nuttig acht mee te delen om zijn bereikbaarheid te verzekeren.
Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie deelt deze gegevens onverwijld mee aan de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid van de Federale Overheidsdienst Justitie, die ervoor zorgt dat de gegevens meegedeeld worden aan de bevoegde gerechtelijke autoriteiten.
Elke wijziging van de in het eerste lid bedoelde gegevens wordt onverwijld door de Coördinatiecel Justitie meegedeeld aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, dat die gegevens onmiddellijk overzendt aan de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid van de Federale Overheidsdienst Justitie.
§ 6. Elke operator van een elektronisch communicatienetwerk en elke verstrekker van elektronische communicatiediensten neemt alle maatregelen nodig om de informatie behandeld door zijn Coördinatiecel Justitie te beschermen, teneinde de vertrouwelijkheid ervan te waarborgen.]1
----------
(1)<KB 2011-02-08/03, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2011>
Art.3.[1 § 1. Voor de toepassing van artikel 46bis, § 2, van het Wetboek van strafvordering delen de Coördinatiecel Justitie van de operatoren van elektronische communicatienetwerken die geen nummeringscapaciteit toegewezen gekregen hebben in het nationale nummeringsplan bedoeld in artikel 11, § 1 van de wet van 30 juni 2005, en de Coördinatiecel Justitie van de verstrekkers van elektronische communicatiediensten, bij ontvangst van de vordering bedoeld in artikel 46bis, § 1, van het Wetboek van strafvordering, en behoudens andersluidende bepalingen in de vordering, de gevorderde gegevens in werkelijke tijd mee aan de onderzoeksrechter, de procureur des Konings of de officier van gerechtelijke politie, volgens de in artikel 10bis bepaalde nadere regels.
§ 2. Voor de toepassing van artikel 46bis, § 2, van het Wetboek van strafvordering, staat de Coördinatiecel Justitie van iedere operator die nummeringscapaciteit heeft toegewezen gekregen in het nationale nummeringsplan bedoeld in artikel 11, § 1 van de wet van 13 juni 2005, de dienst NTSU-CTIF toe de databank met het klantenbestand te consulteren. De toegang wordt geconcretiseerd via een beveiligde internettoepassing, langs dewelke de operator een elektronisch verzoek zal ontvangen waarbij hij gehouden is dit verzoek geautomatiseerd en onmiddellijk te behandelen en te bantwoorden.
De dienst NTSU-CTIF bepaalt de verdere technische details van deze procedure. Slechts bij ontvangst van de vordering bedoeld in artikel 46bis, § 1, consulteert de dienst NTSU-CTIF deze databank. De dienst NTSU-CTIF bewaart een log en maakt een journaal op van iedere toegang en consultatie van de databank. Zij neemt tevens de nodige fysieke en softwarematige maatregelen om in een passend beveiligingsniveau te voorzien.]1
----------
(1)<KB 2011-02-08/03, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2011>
Art.4.[1 § 1. Voor de toepassing van artikel 88bis, § 2, eerste en derde lid, van het Wetboek van strafvordering, deelt de Coördinatiecel Justitie bij ontvangst van de vordering bedoeld in artikel 88bis, § 1 van het Wetboek van strafvordering, in werkelijke tijd, behoudens andersluidende bepalingen in de vordering, aan de onderzoeksrechter of, in voorkomend geval, aan de procureur des Konings mee :
- de oproepgegevens en de lokalisatiegegevens van eindapparaten van waaruit of waarnaar oproepen worden gedaan;
- de oproepgegevens en de lokalisatiegegevens van eindapparaten van waaruit of waarnaar oproepen werden gedaan en die minder dan dertig dagen oud zijn.
§ 2. De oproepgegevens en de lokalisatiegegevens van eindapparaten van waaruit of waarnaar oproepen werden gedaan en die meer dan dertig dagen oud zijn, worden aan de onderzoeksrechter of, in voorkomend geval, aan de procureur des Konings meegedeeld zodra zij voorhanden zijn en uiterlijk op de volgende werkdag op hetzelfde uur van de ontvangst van de vordering bedoeld in § 1, behoudens andersluidende bepalingen in de vordering.
§ 3. De in § 1 en § 2 bedoelde gegevens worden meegedeeld volgens de in artikel 10bis bepaalde nadere regels.]1
----------
(1)<KB 2011-02-08/03, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2011>
Art.5.[1 Voor de toepassing van artikel 90quater, § 2 van het Wetboek van strafvordering, neemt de Coördinatiecel Justitie bij ontvangst van de beschikking bedoeld in artikel 90ter, § 1 of § 5 van het Wetboek van strafvordering de maatregelen die noodzakelijk zijn om onmiddellijk privécommunicatie of telecommunicatie, tijdens de overbrenging ervan, te doen afluisteren, er kennis van te nemen en op te nemen, behoudens andersluidende bepalingen in de beschikking.
De geïntercepteerde communicatie wordt in werkelijke tijd meegedeeld aan de dienst NTSU-CTIF.]1
----------
(1)<KB 2011-02-08/03, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2011>
Art.6.[1 § 1. Voor de toepassing van artikel 127, § 1, eerste lid, 2° van de wet van 13 juni 2005 moeten de operatoren van een elektronisch communicatienetwerk en verstrekkers van een elektronische communicatiedienst, in voorkomend geval gezamenlijk, in de technische mogelijkheid zijn om onder de voorwaarden bepaald door de artikelen 46bis, 88bis en 90ter en volgende van het Wetboek van strafvordering bij de mededeling van de gevorderde gegevens aan de volgende functionele eisen te voldoen :
1° doorsturen van zowel de oproepgegevens en de lokalisatiegegevens van de bewaakte elektronische communicatiedienst als de inhoud van de communicatie zodanig dat deze nauwkeurig kunnen worden gecorreleerd, onder de voorwaarden bepaald door de artikelen 88bis en 90ter van het Wetboek van strafvordering;
2° doorsturen in werkelijke tijd van de geïntercepteerde communicatie voor het volledige dekkingsgebied van de operator van het elektronisch communicatienetwerk of de verstrekker van de elektronische communicatiedienst en voor alle connecties van, naar of via het Belgische grondgebied, onder de voorwaarden bepaald door artikel 90ter van het Wetboek van strafvordering;
3° doorsturen in een algemeen beschikbaar formaat van de geïntercepteerde informatie;
4° doorsturen in klare taal van de inhoud van de communicatie indien de operator van een elektronische communicatienetwerk of de verstrekker van een elektronische communicatiedienst codering, compressie, of encryptie van het elektronisch communicatieverkeer heeft geïntroduceerd, onder de voorwaarden bepaald door artikel 90ter van het Wetboek van strafvordering;
5° het doorsturen op een veilige wijze zodat de gegevens niet door derden kunnen worden onderschept.
§ 2. Verstrekkers van elektronische communicatiediensten die verschillende technologieën door elkaar gebruiken, dienen alle oproepgegevens en lokalisatiegegevens met betrekking tot de verschillende fases en gebruikte diensten van de elektronische communicatie te geven zoals die zijn opgelegd aan de diverse categorieën operatoren en dienstenverstrekkers.
De combinatie van de geregistreerde gegevens moet toelaten om de relatie te leggen tussen de oorsprong van de communicatie en de bestemming ervan.
§ 3. De technische specificaties moeten beantwoorden aan de hierbij opgesomde standaarden en rapporten van het European Telecommunications Standards Institute, met inbegrip van gebeurlijke actualiseringen :
1° TS 101-331 : " Lawful Interception (LI); Requirements of Law Enforcement Agencies ";
2° TS 101-671 : " Lawful Interception (LI); Handover interface for the lawful interception of telecommunications traffic ";
3° TS 101-909-20-1 : " AT Digital. Digital Broadband Cable Access to the Public Telecommunications Network; IP Multimedia Time Critical Services; Part 20 : Lawful Interception; Sub-part 1 : CMS based Voice Telephony Services ";
4° TS 101-909-20-2 " AT Digital. Digital Broadband Cable Access to the Public Telecommunications Network; IP Multimedia Time Critical Services; Part 20 : Lawful Interception; Sub-part 2 : Streamed multimedia services ";
5° TR 101-943 : " Lawful Interception (LI); Concepts of Interception in a Generic Network Architecture;
6° TR 101-944 : " Lawful Interception (LI); Issues on IP Interception ";
7° TR 102-053 : " Lawful Interception (LI); Notes on ISDN LI functionality ";
8° TS 102-232 : " Lawful Interception (LI); Handover Specification for IP Delivery ";
9° TS 102-233 : " Service-specific details for e-mail services ";
10° TS 102-234 : " Lawful Interception (LI); Service-specific details for internet access services ";
11° TS 102-815 : " Lawful Interception (LI); Service-specific details for Layer 2 Lawful Interception ";
12° TS 133-106 : Universal Mobile Telecommunication System (UMTS); " Lawful interception requirements (3GPP TS 33.106 version 5.1.0 Release 5) [3GPP SA3] ";
13° TS 133-107 : Universal Mobile Telecommunication System (UMTS); 3 G security; " Lawful interception architecture and functions (3GPP TS 33.107 version 5.5.0 Release 5) [3GPP SA3] ";
14° TS 133-108 : " Universal Mobile Telecommunications System (UMTS); 3G Security; Handover interface for Lawful interception (LI) (3GPP TS 33.108 version 5.4.0 Release 5) [3GPP SA3] ";
15° ES 201-158 : " Lawful Interception (LI); Requirements for Network Functions ";
16° ES 201-671 : " Lawful Interception (LI) : Handover Interface for the Lawful Interception of Telecommunications traffi ".
17° Digital cellular telecommunications system (Phase 2+); Lawful interception requirements for GSM (GSM 01.33 version 8.0.0 Release 1999) [TC SMG ] TR 101 514;
18° Digital cellular telecommunications system (Phase 2+); Lawful interception - Stage 1 (GSM 02.33 version 8.0.1 Release 1999) [TC SMG ] TR 101 507;
19° Digital cellular telecommunications system (Phase 2+); Lawful interception - Stage 1 (3GPP TS 43.033 version 5.0.0 Release 5) [3GPP SA3 ] TR 143 033;
20° Digital cellular telecommunications system (Phase 2+); Lawful interception - Stage 1 (3GPP TS 42.033 version 5.0.0 Release 5) [3GPP SA3] TR 142 033;
21° Digital cellular telecommunications system (Phase 2+); Lawful interception requirements for GSM (3GPP TR 41.033 version 5.0.0 Release 5) [ 3GPP SA3] TR 141 033;
22° Digital cellular telecommunications system (Phase 2+) (GSM); Lawful interception - Stage 2 (3GPP TS 03.33 version 8.1.0 Release 1999) [3GPP SA3] TS 101 509;
Opties die binnen deze standaarden genomen moeten worden, worden, na advies binnen twee maanden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, vastgelegd door de Minister van Justitie.]1
----------
(1)<KB 2011-02-08/03, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2011>
Art.7.
<Opgeheven bij KB 2011-02-08/03, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2011>
Art.8.De tijdstippen die op basis van dit besluit moeten worden geregistreerd of meegedeeld, dienen gebruikmakend van het 24-urenstelsel precies te zijn tot op de seconde. De tijdsaanduiding moet steeds gebeuren in de Belgische tijdszone, rekening houdend met de periodes van zomer- en wintertijd.
[1 De operatoren van een elektronisch communicatienetwerk en verstrekkers van een elektronische communicatiedienst moeten de klok op hun systemen die gebruikt wordt voor de registratie van alle tijdstippen die in dit besluit worden vermeld, synchroniseren met het GPS-tijdssignaal.]1
----------
(1)<KB 2011-02-08/03, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2011>
Art.9.
<Opgeheven bij KB 2011-02-08/03, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2011>
Art.10.[1 De investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten die verbonden zijn aan de technische middelen die in uitvoering van dit besluit aangewend worden door de operatoren van elektronische communicatienetwerken en verstrekkers van elektronische communicatiediensten zijn ten laste van deze operatoren en verstrekkers.
De investerings-, -exploitatie-, en onderhoudskosten die verbonden zijn aan de technische middelen die in uitvoering van dit besluit aangewend worden door de gerechtelijke autoriteiten zijn ten laste van de Minister van Justitie.
De enige tegemoetkoming die de operatoren van elektronische communicatienetwerken en de verstrekkers van elektronische communicatiediensten ontvangen voor hun medewerking overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 5 van dit besluit is vervat in de bijlage bij dit koninklijk besluit.
[2 ...]2
[2 De operator van een elektronische communicatienetwerk of de aanbieder van elektronische communicatiediensten die een accumulatie van verzoeken vanwege de gerechtelijke autoriteiten vaststelt, welke een aanzienlijk verschil doet ontstaan tussen zijn werkelijke kosten en de kosten die hem moeten worden terugbetaald krachtens dit koninklijk besluit, kan contact opnemen met de dienst NTSU-CTIF, om de meest geschikte manier te bepalen om een dergelijk verschil te vermijden of te beperken.]2]1
----------
(1)<KB 2011-02-08/03, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2011>
(2)<KB 2016-11-08/02, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art. 10bis. [1 Voor de toepassing van de artikelen 46bis, § 2, 88bis, § 2 en 90quater, § 2 van het Wetboek van strafvordering, en van artikel 127, § 1, eerste lid van de wet van 13 juni 2005, deelt de Coördinatiecel Justitie de gevorderde gegevens mee volgens de regels van de kunst en door middel van de performante technische middelen die beschikbaar zijn op de markt. Hij deelt deze gegevens via beveiligde elektronische weg mee in een voor de verzoeker gemakkelijk te gebruiken vorm.
De Minister van Justitie en de minister die bevoegd is voor de aangelegenheden die de elektronische communicatie betreffen, leggen het specifiek formaat vast voor de presentatie van de gegevens door de operatoren van elektronische communicatienetwerken en de verstrekkers van elektronische communicatiediensten, evenals de overdrachtsmodus van deze gegevens.
Indien om welke reden ook, geen elektronische overdracht van de gevraagde gegevens kan gebeuren, dienen de operatoren van elektronische communicatienetwerken en de verstrekkers van elektronische communicatiediensten de gevraagde informatie over te maken aan de daartoe door de vorderende gerechtelijke overheid aangeduide officier van gerechtelijke politie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2011-02-08/03, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2011>
Art.11. Dit besluit treedt in werking drie maanden na de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art.12. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Telecommunicatie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.[1 Bijlage bij het koninklijk besluit van 9 januari 2003 houdende modaliteiten voor de wettelijke medewerkingsplicht bij gerechtelijke vorderingen met betrekking tot elektronische communicatie
Artikel 1. Definities
a. Bevraging
Een bevraging is een verzoek van de gerechtelijke overheden aan een operator van elektronische communicatienetwerken of aan een verstrekker van elektronische communicatiediensten met het oog op het verkrijgen van informatie omtrent een gebruiker, een eindapparaat of omtrent de verleende diensten of met het oog op het activeren en uitvoeren van een maatregel.
Een bevraging wordt gekenmerkt door één type van prestatie en door één meegeleverd bevragingscriterium ter uitvoering van de prestatie.
b. Bevragingscriterium
Onder bevragingscriterium wordt verstaan het element of de groep van elementen die door de gerechtelijke overheden aan een operator van elektronische communicatienetwerken of aan een verstrekker van elektronische communicatiediensten wordt overgemaakt met het oog op het verkrijgen van medewerking zoals voorzien in huidig Koninklijk besluit.
Deze elementen zijn onder andere de volgende: telefoonnummer, IP-adres, e-mailadres, Naam/Woonplaats, MAC-Adres, Cell Global Identification (CGI), CellID, Adres, International Mobile Equipment Identity (IMEI), SIM-kaartnummer, International Mobile Subscriber Identity (IMSI) al dan niet gecombineerd met elkaar of gecombineerd met tijdstippen of periodes of met andere elementen die de bevraging verder kunnen preciseren.
c. Specifiek verzoek
Onder specifiek verzoek, bedoeld in artikel 2, 5°, moet worden verstaan een uitzonderlijk verzoek dat niet onder een ander punt van deze bijlage is vermeld en dat een dermate aantoonbare vorm van complexiteit vertoont zodat de operator van een elektronische-communicatienetwerk of de aanbieder van elektronische-communicatiediensten daarop niet automatisch kan reageren maar enkel via de interventie van een of meer technische experts.
Art. 2. Tarieven voor de prestaties
De volgende prestaties worden als volgt vergoed:
1° Observatie in reële tijd overeenkomstig artikel 4, § 1, eerste streepje, van dit koninklijk besluit, ongeacht de duurtijd en eventuele verlengingen: 92 euro per bevraging;
2° Observatie van historische gegevens (retro) overeenkomstig artikel 4, § 1, tweede streepje, of art 4, § 2 van dit koninklijk besluit, ongeacht de opgevraagde periode : 80 euro per bevraging;
3° Observatie in een netwerk (op zendmasten of netwerktoegangspunten) overeenkomstig artikel 4, § 1, eerste streepje, van dit koninklijk besluit, op één of verschillende toegangspunt(en) van een telecommunicatienetwerk, ongeacht de duurtijd, de gebruikte technologie of het aantal toegangspunten : 115 euro per bevraging .
4° Interceptie van communicatie op basis van artikel 5 van dit koninklijk besluit, met inbegrip van IP interceptie, ongeacht de gebruikte technologie, duurtijd en eventuele verlengingen: 140 euro per bevraging;
5° Specifieke verzoeken: de werkelijke kosten van de uitvoering van dit verzoek worden vergoed na voorlegging van de stavingsstukken.
Art. 3. Wettelijke medewerking vergoed met een jaarlijks forfait
Een operator wordt op forfaitaire basis vergoed voor het leveren van medewerking voor de uitvoering van de onderstaande types van bevragingen:
1° Vorderingen ter identificatie van gebruikers, eindapparatuur en diensten op basis van artikel 46bis van het Wetboek van strafvordering ongeacht de aangeleverde bevragingscriteria.
2° Alle andere administratieve en technische tussenkomsten gevorderd binnen het kader van de artikels 46bis, 88bis e.v., 90ter e.v. van het Wetboek van strafvordering en die hierboven niet werden vermeld.
Een forfait van 1.300.000 euro per jaar wordt hiervoor voorzien in 2017 en 2018.
De Minister van Justitie neemt jaarlijks een besluit na het overleg tussen FOD Justitie, NTSU en BIPT om de verdeelsleutel vast te leggen, die zal gebaseerd zijn op een voortschrijdend gemiddelde van 5 jaar van de 5 grootste prestaties qua bedragen.
Aan de kleinere operatoren wordt een forfait toegekend van 1000 euro indien is voldaan aan volgende 2 voorwaarden:
- Duidelijkheid omtrent het bestaan en de contactgegevens van de Coördinatiecel Justitie;
- Een overeenkomst om aan te sluiten bij het automatiseringsproject TANK.
Een kleine operator is een operator die minder dan 4% van het totale pakket vertegenwoordigt.
Art. 4. Accumulatie van verzoeken
De operator van een elektronisch communicatienetwerk of de aanbieder van elektronische communicatiediensten die een accumulatie van verzoeken vanwege de gerechtelijke autoriteiten vaststelt, welke een aanzienlijk verschil doet ontstaan tussen zijn werkelijke kosten en de kosten die hem moeten worden terugbetaald krachtens dit koninklijk besluit, kan contact opnemen met de dienst NTSU-CTIF om de meest geschikte manier te bepalen om een dergelijk verschil te vermijden of te beperken.]1
----------
(1)<KB 2016-11-08/02, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>