Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

10 JANUARI 2002. - Besluit van de Regering tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1970032302 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 11 van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 28 juli 1972, 27 februari 1974, 25 juli 1975, 23 oktober 1975, 26 juli 1977 en de besluiten van de Regering van 10 oktober 1990, 7 mei 1993, 18 november 1996, 19 december 1996, 7 juli 1997, 12 december 1997, 19 april 1999, 16 juni 2000 en 16 maart 2001, wordt door de volgende bepaling vervangen :
  " § 1. Als berekeningsgrondslag voor de subsidiëring van lonen en wedden van het kaderpersoneel bedoeld in artikel 10 gelden de weddeschalen die vastgelegd zijn in de bijlage III van het besluit van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid".
  Opdat de in het eerste lid vermelde berekeningsgrondslag in aanmerking wordt genomen, moeten de betrokken personen aan een door de Dienst voor personen met een handicap georganiseerde of erkende bijkomende opleiding met vrucht deelgenomen hebben of zich bereid verklaren zo'n opleiding binnen drie jaar te beginnen.
  § 2. Het kaderpersoneel bedoeld in artikel 10 zal gerangschikt worden overeenkomstig de bijlage IV van het besluit van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid" en overeenkomstig de in de bijlage V van dit besluit opgenomen beschrijving van de betrokken ambten.
  De rangschikking moet door de Dienst voor personen met een handicap aangenomen worden.
  § 3. In toepassing van de in §§ 1 en 2 vermelde bepalingen bedraagt de subsidiëring voor de in § 1 vermelde lonen en wedden :
  1° 53 % van 1 januari 2001 tot 31 december 2001, rekening houdend met de in het besluit van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid" bepaalde regeling inzake dienstanciënniteit ten belope van 60 %;
  2° 57 % van 1 januari 2002 tot 31 december 2004, rekening houdend met de onder 1° vermelde regeling inzake dienstanciënniteit ten belope van 70 % en met de 13de maandwedde, waarin het onder 1° vermeld besluit voorziet, ten belope van 50 %."

Art.2. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2001.

Art. 3. De Minister bevoegd inzake Gehandicaptenbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Eupen, 10 januari 2002.
  Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap,
  De Minister-President,
  Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport
  K.-H. LAMBERTZ.