20 JUNI 2002. - Decreet betreffende de oprichting van het " Fonds Ecureuil " van de Franse Gemeenschap (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-07-2002 en tekstbijwerking tot 24-12-2020)
HOOFDSTUK I. - Oprichting van het " Fonds Ecureuil " van de Franse Gemeenschap.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Doel en opdrachten van het Fonds.
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - De Raad van bestuur van het Fonds.
Art. 5-11
HOOFDSTUK IV. - Werking van het Fonds.
Art. 12-15, 15bis
HOOFDSTUK V. - Toezicht.
Art. 16-17
HOOFDSTUK VI. - (Middelen en uitgaven van het Fonds.) <DFG 2006-12-15/84, art. 25; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
Art. 18-20
HOOFDSTUK VII. - Beheer van de reserves van het Fonds.
Art. 21-22
HOOFDSTUK VIII. - Beroepsgeheim.
Art. 23
HOOFDSTUK IX. - Bijzondere bepaling en inwerkingtreding.
Art. 24-25
2003029429 2003029437 2003A29437 2005029321 2007029368 2007029396 2007200544 2007A29396 2008029646 2014029186 2014029352 2016029621 2018015379 2020041886 2021022518 2022021012 2023046962
HOOFDSTUK I. - Oprichting van het " Fonds Ecureuil " van de Franse Gemeenschap.
Artikel 1. Er wordt een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid opgericht onder de benaming " Fonds Ecureuil de la Communauté française " hierna het " Fonds " genoemd. De zetel van het Fonds is gevestigd in het administratief Arrondissement Brussel-Hoofdstad.
Art.2. De bepalingen van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut zijn van toepassing op het fonds, voor zover dit decreet er niet van afwijkt.
Het Fonds wordt gerangschikt in categorie B van artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut en valt onder het toezicht van de minister belast met de Begroting.
HOOFDSTUK II. - Doel en opdrachten van het Fonds.
Art.3. <DFG 2006-12-15/84, art. 23, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2006> Het Fonds heeft ten doel de financiële reserves aan te leggen en te beheren zodat, in het kader van de delegatie van de opdrachten, het bovenvermelde Fonds alle financiële opdrachten kan vervullen die aan dat Fonds worden toevertrouwd door de Franse Gemeenschap.
Art.4.<DFG 2006-12-15/84, art. 24, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2006> § 1. In dit vooruitzicht wordt het Fonds met de volgende opdrachten belast :
1° zijn inkomsten innen en zijn uitgaven beheren;
2° zijn reserves beheren;
3° de opdrachten vervullen die hem worden toevertrouwd bij decreet met het oog op de uitvoering van het financiële beleid van de Franse Gemeenschap in het kader van haar bevoegdheden;
4° geldvoorschotten geven in de gevallen bepaald door de Regering.
[1 5° aandelen hebben of kredieten toekennen, met de kenmerken van de " KVD code 08 " in de zin van ESR95, onder de voorwaarden bepaald door de Regering.]1
§ 2. Bij onvoldoende reserves van het Fonds geeft de Franse Gemeenschap het Fonds de financiële middelen die nodig zijn voor het vervullen van zijn opdrachten.
----------
(1)<DFG 2008-11-14/60, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
HOOFDSTUK III. - De Raad van bestuur van het Fonds.
Art.5.§ 1. Het Fonds wordt bestuurd door een raad van bestuur bestaande uit :
1° leden zo gekozen door de Raad van de Franse Gemeenschap dat elk in de Raad erkende politieke groep door een lid wordt vertegenwoordigd;
2° twee leden door de Regering gekozen op de voordracht van de Minister belast met de Begroting;
3° twee leden gekend voor hun algemeen erkende bevoegdheden inzake financiën, gekozen door de Regering op de voordracht van de Minister belast met de Begroting;
4° desgevallend een lid gekozen door de Regering op de facultatieve voordracht van de Controledienst voor de Verzekeringen;
§ 2. (...). <DFG 2003-01-09/46, art. 57, 003; Inwerkingtreding : 21-02-2003>
Een vertegenwoordiger van het Rekenhof kan de vergaderingen van de raad van bestuur met raadgevende stem bijwonen.
[1 Bovendien is de functie van Voorzitter van het Fonds onverenigbaar met de hoedanigheid van Kabinetschef van de Minister van Begroting.]1
§ 3. De voorzitter van de raad van bestuur wordt door de Regering benoemd onder de leden van de raad van bestuur.
§ 4. De afgevaardigd bestuurder van het Fonds wordt door de raad van bestuur benoemd onder de bij § 1, 2° bedoelde leden.
§ 5. De hoedanigheid van lid van de raad van bestuur is onverenigbaar met :
1° de hoedanigheid van lid van een Europese, federale, gewestelijke of communautaire executieve;
2° de hoedanigheid van lid van een Europese, federale, gewestelijke of communautaire wetgevende vergadering;
3° met de uitoefening van een mandaat of een beroepsactiviteit waarbij een eigenbelang gemoeid is dat strijdig is met dat van het Fonds of met het vrij beheer van zijn reserves.
§ 6. Iedere bestuurder is verplicht, vóór zijn ambtsbezetting en ingeval er in de loop van het mandaat iets gewijzigd wordt, aan de raad van bestuur de ambten te laten kennen die hij uitoefent en de mandaten die hij bekleedt bij instellingen of bedrijven, publiekrechtelijke of privaat rechtspersonen die een activiteit uitoefenen in de bank- of financiële sector. Er wordt notulen daarvan opgesteld. In geval van twijfel over het bestaan van een eigenbelang strijdig met dit van het Fonds of met het vrij beheer van zijn reserves, wordt er door de raad van bestuur beslecht, zonder dat betrokken bestuurder aanwezig is. Zijn beslissing wordt vermeld in het jaarverslag. Desgevallend beraadslaagt de raad van bestuur, zonder dat betrokkene aanwezig is, over de verenigbaarheid van de bezette mandaten en de uitgeoefende ambten met de hoedanigheid van bestuurder en verzoekt desnoods de bestuurder zijn mandaat of het ambt dat de raad ermee onverenigbaar acht, neer te leggen. Verklaart deze bestuurder zich niet bereid het neer te leggen, dan stelt de raad van bestuur aan de Regering voor deze bestuurder af te zetten. De betrokkene wordt door de raad van bestuur gehoord dat zijn afzetting aan de Regering wordt voorgelegd.
§ 7. Het is de bestuurders, de gemachtigden aangesteld door de raad van bestuur of de personeelsleden van het Fonds niet toegelaten voor rekening van het Fonds rechtstreeks of onrechtstreeks of via de instellingen of rechtspersonen waarbij zij een ambt of een mandaat vervullen, te opereren tegen buitenbeurs uitgevoerde verrichtingen. Worden beschouwd als buitenbeurs uitgevoerde verrichtingen deze die uitgevoerd worden buiten een beurs of buiten een markt, bedoeld bij artikel 35, § 2, 1° tot 3°, van het koninklijk besluit van 4 maart 1991 betreffende sommige instellingen voor collectieve beleggingen.
----------
(1)<DFG 2011-03-31/31, art. 11, 007; Inwerkingtreding : 03-06-2011>
Art.6. De leden van de raad van bestuur worden voor zes jaar benoemd. Hun mandaat is hernieuwbaar.
(Tweede lid opgeheven) <DFG 2003-01-09/46, art. 57, 003; Inwerkingtreding : 21-02-2003>
(Derde lid opgeheven) <DFG 2003-01-09/46, art. 57, 003; Inwerkingtreding : 21-02-2003>
Art.7. De raad van bestuur zorgt voor het beheer van het Fonds binnen de perken van de bij dit decreet bepaalde opdrachten.
Hij beraadslaagt en beslist maar geldig indien ten minste de helft van zijn leden aanwezig is. Elke beslissing wordt bij de meerderheid van stemmen van de aanwezige leden genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
De raad van bestuur beschikt over alle machten om de opdrachten van het Fonds uit te voeren en de goede werking ervan te verzekeren.
Art.8. De raad van bestuur kan bepaalde bestuursmachten aan de afgevaardigd bestuurder delegeren.
De afgevaardigd bestuurder zorgt voor het dagelijks beheer van het Fonds, in naleving van de richtlijnen van de raad van bestuur, inzonderheid wat het beheer van de reserves betreft.
Mits het akkoord van de raad van bestuur, kan de afgevaardigd bestuurder sommige machten overdragen aan de personeelsleden van het Fonds.
Art.9. De raad van bestuur vergadert op bijeenroeping door de voorzitter, door zijn afgevaardigd bestuurder, door de Regeringscommissaris, door de revisor bedoeld bij artikel 17 of door het lid van de raad van bestuur gekozen door het Rekenhof, en geeft er acht dagen op voorhand mededeling van die kunnen ingekort worden wanneer de dringende noodzakelijkheid wordt ingeroepen.
Hij vergadert ten minste eenmaal per trimester en elke keer dat de Minister belast met de Begroting of ten minste twee bestuurders erom verzoeken.
De afgevaardigd bestuurder brengt verslag uit voor de raad van bestuur bij elke driemaandelijkse vergadering, en telkens als de raad van bestuur of zijn voorzitter erom verzoeken.
Artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen is van toepassing op de beraadslagingen van de raad.
Art.10. Het Fonds wordt in alle gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen vertegenwoordigd door twee leden van de raad van bestuur.
De raad van bestuur kan voor de materies die hij bepaalt zijn macht van vertegenwoordiging aan de afgevaardigd bestuurder overdragen.
Art.11. (Opgeheven) <DFG 2003-01-09/46, art. 57, 003; Inwerkingtreding : 21-02-2003>
HOOFDSTUK IV. - Werking van het Fonds.
Art.12. Voor zijn beheer doet het Fonds een beroep op het personeel van het ministerie van de Franse Gemeenschap binnen de perken van het door de Regering vastgesteld kader.
Art.13. De werkingskosten van het Fonds zijn voor rekening van een krediet uitgetrokken op de Algemene Uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap zonder dat het toegelaten is afnemingen te doen op de bij artikel 18 bedoelde financiële middelen van het Fonds.
De modaliteiten van de stortingen ter dekking van de werkingskosten van het Fonds worden bepaald via een overeenkomst die moet gesloten worden tussen het Fonds en de Minister belast met de Begroting.
Art.14. Vóór 30 april van elk jaar stelt de raad van bestuur een activiteitenverslag op over het vorig begrotingsjaar, de jaarrekening van de uitvoering van de begroting, alsook de jaarrekeningen die voortvloeien uit de algemene comptabiliteit. Hij legt deze documenten ter goedkeuring voor aan de Minister belast met de Begroting.
Het activiteitenverslag bevat :
1° de uiteenzetting van de maatregelen genomen door het Fonds om zijn opdrachten te vervullen;
2° een commentaar over de jaarrekeningen, om de evolutie van de situatie van het Fonds getrouw uiteen te zetten;
3° gegevens over de belangrijke gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na het sluiten van het vorig begrotingsjaar;
4° aanduidingen over de omstandigheden die een merkbare invloed zouden kunnen hebben op de ontwikkeling van het Fonds, voor zover zij niet van aard zijn hem nadeel te berokkenen;
5° een verslag over de eventuele toepassing van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen of van lid 4 van hoofdstuk 3, artikel 6 hierboven in de loop van het vorig begrotingsjaar.
Na hun goedkeuring worden het activiteitenverslag en de jaarrekeningen ter kennis gesteld van de Raad van de Franse Gemeenschap en van het Rekenhof.
Art.15. De raad van bestuur zorgt voor het bijhouden van de comptabiliteit van het Fonds.
De algemene comptabiliteit van het Fonds wordt bijgehouden zoals deze van de beleggingsondernemingen in de zin van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs.
Art. 15bis. [1 § 1. Het Fonds Ecureuil de la Communauté française vertrouwt al zijn financiële activa toe aan rekeningen die op zijn naam zijn geopend bij de kredietinstelling die de ambten van kassier van de Regeringsdiensten van de Franse Gemeenschap vervult, zoals bedoeld in het decreet van 20 december 2011 betreffende de organisatie van de begroting en de boekhouding van de Regeringsdiensten van de Franse Gemeenschap.
§ 2 Het Fonds Ecureuil de la Communauté française vertrouwt de kassier de materiële uitvoering van zijn inkomsten- en uitgavenverrichtingen en het voeren van zijn financiële boekhouding toe, met uitzondering van de technische overdrachtsrekeningen, volgens de voorwaarden die zijn vastgelegd in de "Kassierovereenkomst" die de Franse Gemeenschap en haar kassier bindt.
Deze technische rekeningen worden gedefinieerd als rekeningen die bij een andere bankinstelling dan de kassier zijn geopend met het oog op de tijdelijke betaling van stromen die voortvloeien uit specifieke financiële transacties die door deze instellingen worden uitgevoerd.
§ 3 De kassier bepaalt de globale staat, d.w.z. de nettokaspositie bepaald op basis van de totale saldi van alle financiële rekeningen van de Franse Gemeenschap en de geïntegreerde organen.
De financiële rekeningen van het Fonds Ecureuil de la Communauté française, die in het totaaloverzicht zijn opgenomen, dragen geen credit- en/of debetrente ten gunste of ten laste van hem.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DFG 2020-12-09/15, art. 43, 008; Inwerkingtreding : 09-12-2020>
HOOFDSTUK V. - Toezicht.
Art.16. <DFG 2003-01-09/46, art. 57, 003; Inwerkingtreding : 21-02-2003> Een van de commissarissen van de Regering is een Inspecteur van Financiën die ter beschikking wort gesteld van de minister belast met de financiën binnen de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art.17. De Minister belast met de Begroting stelt een revisor aan, benoemd onder de leden van het Instituut der bedrijfsrevisoren die erkend zijn door de Controledienst voor verzekeringen.
Zij mandaat duurt drie jaar en is vernieuwbaar.
Hij onderzoekt de rekeningen van het Fonds en de ontwerpen van de activiteitenverslagen en de jaarlijkse rekeningen van de raad van bestuur, en brengt verslag uit bij de Minister belast met de Begroting, waarbij hij alle opmerkingen die hem nuttig lijken zal bekend maken.
De raad van bestuur zorgt ervoor dat de revisor onmiddellijk en volledig toegang krijgt tot elk document of elke informatie betreffende het beheer van het Fonds.
HOOFDSTUK VI. - (Middelen en uitgaven van het Fonds.)
Art.18. <DFG 2006-12-15/84, art. 26, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2006> § 1. De middelen van het Fonds bestaan uit :
1° De reserves en voorzieningen die bestaan op 31 december 2005;
2° De meerwaarden en geldelijke inkomsten van het beleggen van gelden en reserves van het Fonds;
3° De stortingen door de Franse Gemeenschap aan het Fonds van de bedragen bestemd voor het vervullen van de opdrachten die aan het Fonds toevertrouwd worden, zoals bedoeld in artikel 4, § 1, 3° en 4°.
§ 2. De Regering van de Franse Gemeenschap kan beslissen om aan het Fonds een geheel of een gedeeltelijk bedrag te storten dat overeenstemt met het creditsaldo van de fusie van de financiële rekeningen van de Franse Gemeenschap, vastgesteld door zijn kashouder op 31 december van het vorige jaar.
Art.19. (opgeheven) <DFG 2006-12-15/84, art. 27, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
Art.20. (opgeheven) <DFG 2006-12-15/84, art. 27, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
HOOFDSTUK VII. - Beheer van de reserves van het Fonds.
Art.21. Het beleggen van de reserves van het Fonds moet de regels van het verstandig beleggen bepaald door de raad van bestuur in acht nemen, op de voordracht van de afgevaardigd bestuurder, binnen de perken van hiernavolgend artikel 22.
De raad bepaalt of past deze regels aan minstens één maal per jaar, en iedere keer dat de evolutie van de financiële markt dit zou kunnen verantwoorden. Daarbij laat de raad zich leiden door de regels van conformiteitsbeheer van de technische en mathematische reserves die van kracht zijn in de sector van de verzekeringen, en rekening houdend met de mogelijke aanbevelingen van de Controledienst voor verzekeringen.
Alvorens deze regels te bepalen of aan toepassen, stelt de raad het ontwerp ervan op, dat hij voorlegt :
- om advies aan de Minister belast met de Begroting van de Franse Gemeenschap;
- om facultatief advies aan het Rekenhof.
Na onderzoek van deze adviezen, die hem binnen de kortste termijnen overgezonden dienen te worden rekening houdend met de omstandigheden, bepaalt de raad de regels voor het beleggen.
Art.22.[1 De belegging van de reserves van het Fonds moet plaatsvinden in activa bestaande uit renteproducten, met inbegrip van afgeleide instrumenten in het kader van een financiële dekkingsstrategie.
Op 31 december van elk jaar moeten de reserves van het Fonds worden opgenomen in de rekeningen die op zijn naam zijn geopend bij de kredietinstelling die de ambten van kassier van de Regeringsdiensten van de Franse Gemeenschap uitoefent, zoals bedoeld in het decreet van 20 december 2011 betreffende de organisatie van de begroting en de boekhouding van de Regeringsdiensten van de Franse Gemeenschap.]1
----------
(1)<DFG 2020-12-09/15, art. 44, 008; Inwerkingtreding : 09-12-2020>
HOOFDSTUK VIII. - Beroepsgeheim.
Art.23. Met uitzondering van het geval waarin zij voor de rechtbank getuigenis moeten brengen in strafzaken, worden de leden van de organen van het Fonds en de leden van zijn personeel aan het beroepsgeheim onderworpen en mogen zij aan niemand of aan welke overheid dan ook, die daartoe niet gemachtigd wordt, enige informatie verstrekken betreffende het beheer van de reserves van het Fonds.
De inbreuken op dit artikel worden gestraft met de straffen bedoeld bij artikel 458 van het Strafwetboek.
De bepalingen van het eerste boek van het Strafwetboek, zonder uitzondering van hoofdstuk VII en van artikel 85, worden van toepassing op de inbreuken op dit artikel.
HOOFDSTUK IX. - Bijzondere bepaling en inwerkingtreding.
Art.24. In artikel 1 van de wet van 16 maart 1964 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut worden de woorden " Fonds Ecureuil de la Communauté française " toegevoegd in categorie B.
Art. 25. Dit decreet treedt in werking op 1 september 2002.