19 OKTOBER 2007. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de gevallen waarin het " Fonds Ecureuil " geldvoorschotten kan toekennen (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-11-2007 en tekstbijwerking tot 07-04-2023)
Art. 1-5, 5/1, 5/2, 5/3, 5/4, 5/5, 5/6, 5/7, 5/8, 5/9, 5/10, 6-7
BIJLAGE
Art. N
2008029646 2014029186 2016029621 2018015379 2021022518 2022021012
Artikel 1.§ 1. [5 Behoudens voor de toepassing [7 [9 van de artikelen 5/1, 5/5 en 5/8]9]7,]5 het " Fonds Ecureuil " stort jaarlijks, op de [1 vijfde werkdag]1 van de maand januari, geldvoorschotten aan de aanvrager die voldoet aan de volgende voorwaarden :
1° [4 met de Franse Gemeenschap gebonden zijn bij een programmaovereenkomst, een overeenkomst, een erkenning of elke machtiging in een van de volgende sectoren: sportfederaties, jeugdhuizen en -centra, jeugdorganisaties, hulpverlening aan justitiabelen, culturele centra, lokale televisiezenders, podiumkunsten, letteren, het boek, de plastische kunsten, de musea en museale instellingen, private archiefcentra, privaatrechtelijke bibliotheken en de bronnencentra voor de overdracht van de herinnering;]4
2° geen subsidie van de Franse Gemeenschap genieten die bij wijze van enig waarborg aan een derde wordt gegeven;
3° geen partij zijn bij een geschilprocedure die kan leiden tot de storting van de door de Franse Gemeenschap toegekende subsidie of tot de toekenning van het bedrag ervan aan een derde;
4° niet getroffen zijn door een procedure inzake schorsing of door een werkelijke beslissing tot schorsing van zijn overeenkomst of zijn programmaovereenkomst noch door een bewarende maatregel tot onderbreking van de storting van het geheel of een deel van zijn subsidie zoals bepaald in de artikelen 2 tot 5 en 6 van het besluit van 16 maart 2007 tot vaststelling van de nadere regels voor de schorsing, de wijziging of de opzegging van een overeenkomst of een programmaovereenkomst genomen ter uitvoering van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten;
5° op zijn erewoord verklaren dat hij aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 2° en 3° voldoet bij de indiening van de aanvraag;
6° het bij dit besluit gevoegde formulier, uiterlijk voor één november van het jaar dat aan de storting van het voorschot voorafgaat, behoorlijk hebben ingevuld en ingediend bij het ministerie van de Franse Gemeenschap.
[1 7° de attesten van de sociale en fiscale administraties hebben overgelegd waarbij vermeld wordt dat de operator in orde is met de betaling van de RSZ-bijdragen, van alle schulden ten opzichte van het bestuur van de fiscaliteit van de ondernemingen en inkomsten, alsook, in voorkomend geval, van de BTW.]1
[1 Voor de toepassing van § 1, wordt onder werkdag verstaan, de dag die geen zaterdag, zondag of feestdag is.]1
§ 2. [2 De Ministers bevoegd voor sport, jeugd, [3 [4 hulpverlening aan justitiabelen]4, Media]3 en cultuur delen, uiterlijk op één december die aan de storting voorafgaat, op basis van een gedetailleerde lijst, de namen van de rechthebbenden op het voorschot en het bedrag ervan voor elk van hen aan het Fonds mee.]2
Hij legt deze lijst voorafgaandelijk voor advies aan de Inspectie van Financiën voor en onderwerpt die aan de toestemming van de Minister van Begroting.
§ 3. De aanvrager die niet meer voldoet aan de voorwaarden opgesomd in het paragraaf 1, 1°, 2°, 3° en 4° na indiening van het voormelde formulier kan het voordeel van het voorschot niet meer genieten.
[2 De Ministers bevoegd voor sport, jeugd, [3 [4 hulpverlening aan justitiabelen]4, Media]3 en cultuur delen het Fonds, vóór de storting van het voorschot, de naam van iedere op voormelde lijst ingeschreven persoon mee die niet meer voldoet aan de voorwaarden opgesomd in paragraaf 1, 1°, 2°, 3° en 4°.]2
Die personen komen niet in aanmerking voor het bij dit besluit bepaalde voorschottensysteem gedurende de twee jaren die volgen op het jaar waarin het aanvraagformulier werd ingediend.
[6 § 4. De leden 2 en 3 zijn niet van toepassing op aanvragers en gevallen bedoeld [8 in de artikelen [10 5/1, 5/5 en 5/8]10]8.]6
----------
(1)<BFG 2008-11-14/48, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 24-12-2008>
(2)<BFG 2013-12-19/56, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 27-03-2014>
(3)<BFG 2016-12-07/13, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 21-12-2016>
(4)<BFG 2018-11-21/25, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 07-01-2019>
(5)<BFG 2021-11-18/19, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 30-07-2021>
(6)<BFG 2021-11-18/19, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 30-07-2021>
(7)<BFG 2022-06-16/11, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2021>
(8)<BFG 2022-06-16/11, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2021>
(9)<BFG 2023-01-19/27, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 15-11-2022>
(10)<BFG 2023-01-19/27, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 15-11-2022>
Art.2.De door het " Fonds Ecureuil " toegekende voorschotten dekken uitsluitend de eerste onvoorwaardelijke jaarlijkse, niet geïndexeerde, schijf van de subsidie van de Franse Gemeenschap, die de aanvrager ontvangt voor het begrotingsjaar waarin het voorschot wordt toegekend [4 , met uitzondering van de aanvragers en de gevallen bedoeld [5 [6 in de artikelen 5/1, 5/5 en 5/8]6]5]4.
De voorschotten worden door het " Fonds Ecureuil " toegekend binnen de perken van de middelen waarover het op 31 december van het vorige jaar beschikt.
[1 Voor de sector sport, kan het totale bedrag van de door het "Fonds Ecureuil" toegekende voorschotten niet hoger zijn dan 9 miljoen euro. De door het Fonds Ecureuil gedekte voorschotten hebben betrekking op de werkingssubsidies en de subsidies voor de programmaplannen bepaald in de artikelen 30, § 1, en 31, § 1, van het decreet van 8 december 2006 houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap. De tegemoetkoming van het Fonds Ecureuil dekt uitsluitend de eerste schijf van 80 % van de subsidie, zoals bepaald in artikel 33, § 1, tweede lid, en § 2, van hetzelfde decreet.
Voor de sectoren jeugdhuizen en -centra en jeugdorganisaties, kan het totale bedrag van de door het Fonds Ecureuil toegekende voorschotten niet hoger zijn dan 7,5 miljoen euro.
1° Voor de jeugdhuizen en -centra hebben de door het Fonds Ecureuil gedekte voorschotten betrekking op de vaste werkingssubsidie bedoeld in artikel 44, § 1, 1°, d), en op het sectorale deel van de tewerkstellingssubsidie bedoeld in artikel 44, 1, 1°, a) en f) van het decreet van 20 juli 2000 tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en huisvestingscentra en van informatiecentra voor jongeren en van hun federaties. De tegemoetkoming van het Fonds Ecureuil dekt uitsluitend de vaste werkingssubsidie aan 100 % en de tewerkstellingssubsidie aan 85 % (buiten de subsidie "non profit"), zoals bepaald in de artikelen 48 en 49 van hetzelfde decreet.
2° Voor de jeugdorganisaties, hebben de door het Fonds Ecureuil gedekte voorschotten betrekking op het sectorale deel van de werkingssubsidies en tewerkstellingssubsidies voor de permanente werkers van het hoofdstelsel bepaald in artikel 59 van het decreet van 26 maart 2009 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de jeugdorganisaties. De tegemoetkoming van het Fonds Ecureuil dekt uitsluitend de vaste werkingssubsidie aan 100 % en de tewerkstellingssubsidie aan 85 % (buiten de subsidie "non profit"), zoals bepaald in artikel 70 van hetzelfde decreet.
[3 Voor de sector van de hulpverlening aan justitiabelen, mag het totale bedrag aan geldvoorschotten toegekend door het "Fonds Ecureuil" maximaal 14,683 miljoen euro bedragen. De geldvoorschotten gedekt door het "Fonds Ecureuil" betreffen de subsidies toegekend met toepassing van de artikelen 30 tot 35 van het decreet van 13 oktober 2016 betreffende de erkenning en de subsidiëring van partners die hulp verlenen aan rechtzoekenden. De tegemoetkoming van het "Fonds Ecureuil" dekt enkel het jaarlijkse voorschot overeenkomend met 90% van de subsidie zoals bepaald in artikel 35, 1° van het voornoemde decreet.]3]1
[2 Wat betreft de sector van de bronnencentra voor de overdracht van de herinnering, hebben de door het "Fonds Ecureuil" gedekte voorschotten betrekking op de subsidies die worden toegekend bij toepassing van artikel 12 van het decreet van 13 maart 2009 betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt. De tegemoetkoming van het Fonds Ecureuil dekt enkel het jaarlijkse voorschot van 80% of 50% van de subsidie al naargelang het Bronnencentrum onder de toepassing van het tweed lid of het vierde lid van artikel 4 valt, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 mei 2009 betreffende de procedures voor de erkenning, de vervroegde intrekking van de erkenning, en voor de schorsing of de beëindiging van de financiering van de bronnencentra voor de overdracht van de herinnering en de gelabelde centra voor de overdracht van de herinnering bedoeld in het decreet van 13 maart 2009 betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt.]2
[2 Wat betreft de sector van de lokale televisiezenders, hebben de door het "Fonds Ecureuil" gedekte voorschotten betrekking op het forfaitaire deel van de werkingssubsidies die worden toegekend bij toepassing van artikel 4, § 1, 1°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 september 2006 tot vaststelling van de criteria en de nadere regels voor de toekenning van werkingssubsidies aan lokale televisiezenders.]2
[4 Voor de in artikel 5/1 bedoelde aanvragers en gevallen wordt het totale bedrag van de door het Fonds Ecureuil toegekende voorschotten beperkt tot 5 miljoen euro. Deze door het Fonds Ecureuil gedekte voorschotten hebben betrekking op de dringende behoeften aan kasmiddelen waarvan de aanvragers de Franse Gemeenschap in kennis stellen om de voortzetting van hun activiteiten in goede omstandigheden mogelijk te maken. Deze kasstroombehoeften houden verband met de materiële schade die is geleden tijdens het slechte weer en de overstromingen in juli 2021.]4
[5 [6 Voor de in artikel 5/5 en 5/8 bedoelde aanvragers en gevallen wordt het totale bedrag van de geldvoorschotten toegekend door het Fonds Ecureuil vastgesteld door de regering bij de goedkeuring van de steunmechanismen die specifiek zijn voor elke sector. Deze geldvoorschotten die door het Fonds Ecureuil worden gedekt, hebben betrekking op de dringende behoeften aan thesauriemiddelen die de aanvragers aan de Franse Gemeenschap meedelen om de continuïteit van hun activiteiten in goede omstandigheden mogelijk te maken. Deze thesauriebehoeften houden verband met:
a. ofwel de financiële gevolgen van de maatregelen die ter bestrijding van de pandemie zijn genomen, zoals verplichte sluitingen, beperkingen van het aantal personen en beperkingen van de activiteiten;
b. ofwel de financiële gevolgen naar aanleiding van de energiecrisis]6]5
----------
(1)<BFG 2013-12-19/56, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 27-03-2014>
(2)<BFG 2016-12-07/13, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 21-12-2016>
(3)<BFG 2018-11-21/25, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 07-01-2019>
(4)<BFG 2021-11-18/19, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 30-07-2021>
(5)<BFG 2022-06-16/11, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2021>
(6)<BFG 2023-01-19/27, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 15-11-2022>
Art.3. De Franse Gemeenschap betaalt het " Fonds Ecureuil " de voorschotten terug die werden toegekend aan de gerechtigden die aan dit fonds werden meegedeeld en de intresten die eruit voortvloeien.
De Franse Gemeenschap verricht, gelijktijdig en uiterlijk op 31 december van het jaar waarin het voorschot werd uitbetaald, de terugbetaling van :
1° het voorschot, door middel van de subsidie die de gerechtigde toekomt ten gevolge van de administratieve en begrotingscontrole en door de aanrekening van het bedrag dat voorgeschoten wordt op de basisallocatie van de algemene uitgavenbegroting waaronder de voorgeschoten allocatie ressorteert;
2° de interesten die uit het voorschot voortvloeien, door de aanrekening van hun bedrag op de organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting.
Art.4.De interesten die voortvloeien uit de voorschotten die door het " Fonds Ecureuil " worden toegekend, worden berekend op grond van de volgende formule :
Bedrag van de subsidie x rente x Aantal dagen |
--------------------------------------------- |
360 |