14 JUNI 2001. - Besluit van de Waalse Regering waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-07-2001 en tekstbijwerking tot 30-10-2023)
Art. 1-14, 14/1, 14/2, 15-18
BIJLAGEN.
Art. N1-N6
2017205946 2018204735 2019201545 2020202178 2020202189 2020203664 2021031919 2021031922 2023046163 2023200531
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
1° decreet : het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;
2° minister : de minister bevoegd voor leefmilieu;
3° [1 Administratie : de Administratie in de zin van artikel 2, 22°, van het decreet ]1;
4° erkend laboratorium : laboratorium erkend overeenkomstig artikel 40 van het decreet;
5° CTI : centrum voor technische ingraving;
6° [2 Wetboek : Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling ]2
7° [2 ...]2
[2 8° QUALIROUTES : type-bestek QUALIROUTES, geldend op de datum van het gebruik van de afvalstoffen, bekendgemaakt op de portaalsite van Wallonië.]2
----------
(1)<BWG 2017-07-13/32, art. 32, 003; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
(2)<BWG 2018-07-05/29, art. 37, 004; Inwerkingtreding : 01-11-2019>
Art.2.Personen die om beroepsredenen een nuttige toepassing maken van de afvalstoffen opgenomen op de lijst in bijlage I van dit besluit volgens de procedure die in dit besluit wordt bepaald is vrijgesteld van de vergunning bedoeld in artikel 11, § 1, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen indien zij een registratie krijgen overeenkomstig artikel 3 van bedoeld decreet.
Die registratie wordt verleend voor een periode van tien jaar. De registratie kan niet aan een derde worden overgedragen.
[1 In afwijking van het eerste lid wordt de persoon die grond en natuursteenachtige materialen verwerkt in een aangifteplichtige of milieuvergunningsplichtige installatie voor grondopvulling overeenkomstig artikel 11, § 1, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen niet vrijgeteld van de aangifte of van de vergunning voor de installatie als zij een registratie verkrijgt overeenkomstig dit besluit.]1
----------
(1)<BWG 2018-07-05/29, art. 38, 004; Inwerkingtreding : 01-11-2019>
Art.3.§ 1. Om te worden geregistreerd moet elke persoon bedoeld in artikel 2 voldoen aan de volgende voorwaarden :
1° indien het om een natuurlijke persoon gaat :
a) Belg zijn of onderdaan van een lidstaat van de [2 Europese Unie]2;
b) de politieke en burgerlijke rechten genieten;
c) niet zijn veroordeeld in de loop van de vijf laatste jaren voorafgaand aan de aanvraag door een beslissing die in kracht van gewijsde is getreden wegens een inbreuk op titel I van het algemeen reglement van de arbeidsbescherming, op de wet van 22 juli 1974 op de giftige afval, de wet van 9 juli 1984 betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van afvalstoffen, het decreet van 5 juli 1985 betreffende de afvalstoffen, het decreet van 25 juli 1991 met betrekking tot de belasting op afvalstoffen in het Waalse Gewest, de Verordening 259/93/EEG van de Raad van 1 februari 1993 met betrekking tot de overbrenging van afvalstoffen bij de invoer in, de uitvoer uit en binnen de [2 Europese Unie]2, [2 ]2 het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, de toepassingsbesluiten ervan of iedere andere gelijkaardige wetgeving van een lidstaat van de [2 Europese Unie]2;
2° [2 indien het om publiek- of privaatrechtelijke rechtspersoon gaat]2
a) opgericht zijn overeenkomstig de Belgische wetgeving of de wetgeving van een andere lidstaat van de [2 Europese Unie]2 en zijn vennootschaps- of bedrijfszetel in België of in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap hebben;
b) in het aantal bestuurders, [2 leden van de beheersorganen ervan]2 beheerders of personen die de vennootschap [2 en de leden van zijn personeel verantwoordelijk voor de verrichtingen waarvoor de registratie wordt aangevraagd]2 kunnen binden, enkel personen opgenomen hebben die voldoen aan de voorwaarden onder 1°, b) en c);
3° [2 ...]2
§ 2. De registratieaanvraag wordt bij [1 de Administratie]1 ingediend bij ter post aangetekende brief of tegen overhandiging van een ontvangstbewijs bij [1 de Administratie]1 door middel van een formulier waarvan het model opgenomen is onder bijlage V bij dit besluit.
In de aanvraag dienen aangegeven te worden :
1° voor een natuurlijke persoon :
a) identiteit en woonplaats van de aanvrager;
b) [2 uittreksel uit het strafregister]2 van de persoon/personen bedoeld onder c) of, bij gebrek daaraan, elk ander gelijkwaardig stuk;
c) [2 identificatienummer, verstrekt door de Kruispuntbank der Ondernemingen]2 of een gelijkaardige registratie;
d) [2 ...]2
e) een nota waarin de aard van de afvalstoffen waarvan een nuttige toepassing kan worden gemaakt, omschreven worden;
2° voor een rechtspersoon onder de vorm van een handelsvennootschap :
a) rechtsvorm en benaming;
b) melding van de plaats waar de vennootschapszetel en de bedrijfszetels gevestigd zijn;
c) [2 de namenlijst van de natuurlijke personen die de rechtspersoon kunnen binden, en van de personeelsleden verantwoordelijk voor de verrichtingen waarvoor de registratie wordt aangevraagd ]2;
d) [2 uittreksel uit het strafregister]2 van de persoon/personen bedoeld onder c) of, bij gebrek daaraan, elk ander gelijkwaardig stuk;
e) [2 een uittreksel uit het strafregister van de rechtspersoon"]2;
f) [2 het identificatienummer verstrekt door de Kruispuntbank der Ondernemingen of een gelijkwaardige registratie; ]2r;
g) een nota waarin de aard van de afvalstoffen waarvan een nuttige toepassing kan worden gemaakt, omschreven worden;
3° [3 ...]3
§ 3. Binnen de tien dagen na ontvangst van de aanvraag wordt door [1 [1 de Administratie]1 een ontvangstbewijs naar de aanvrager gestuurd en wordt nagekeken of de inlichtingen en stukken die in dit artikel bedoeld zijn, in de aanvraag opgenomen zijn.
Indien het dossier onvolledig is, wordt de aanvrager daarvan op de hoogte gebracht binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag en wordt aangegeven welke inlichtingen of stukken hij ter aanvulling over moet maken.
Indien het dossier volledig is, verklaart [1 de Administratie]1 de aanvraag ontvankelijk, wordt die laatste geregistreerd en wordt de aanvrager van de beslissing in kennis gesteld binnen de termijn voorzien in het tweede lid, bij ter poste aangetekende brief.
[2 De aanvraag is onontvankelijk als ze twee maal onvolledig wordt geacht. De administratie licht de aanvrager in over de onontvankelijkheid van de aanvraag, overeenkomstig lid 2.
De administratie kan aanvullende informatie opvragen tijdens de procedure van behandeling van de aanvraag. De termijn vastgesteld in lid 2 wordt verlend met de termijn waarin de aanvrager de vraag van de administratie beantwoordt.]2
Elke beslissing met betrekking tot de registratie wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. In dat uittreksel wordt melding gemaakt van de identiteit van de natuurlijke of van de [4 ...]4 rechtspersoon die houder is van de registratie, van de aard van de afvalstoffen waarvoor de registratie werd verleend, de bedrijfsvoorwaarden die gebeurlijk met de registratie verbonden zijn, het nummer en de geldigheidsperiode van de registratie en, eventueel, de aanvullende bepalingen in verband met het vervoer en de inzameling van de afvalstoffen.
§ 4. [2 ...]2
§ 5.[2 ...]2.
----------
(1)<BWG 2017-07-13/32, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
(2)<BWG 2018-07-05/29, art. 39, 004; Inwerkingtreding : 01-11-2019>
(3)<BWG 2018-12-06/43, art. 146 , 005; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(4)<BWG 2023-07-20/34, art. 9, 010; Inwerkingtreding : 09-11-2023>
Art.4.§ 1. [1 Onverminderd de beperkingen bedoeld in de artikelen R.164 tot R.168 van het Waterwetboek en de bepalingen van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling kunnen de afvalstoffen bedoeld in bijlage I verwerkt worden door de personen die volgens de procedure geregistreerd zijn en met inachtneming van de voorwaarden bepaald bij dit besluit.]1
§ 2. Overeenkomstig dit besluit behoudt elke afvalstof zijn hoedanigheid als afvalstof en is hij blijvend onderworpen aan de regelgeving betreffende de afvalstoffen tot op het ogenblik waarop er een nuttige toepassing van wordt gemaakt voor zover hij aangewend wordt overeenkomstig de aanwendingsmethode opgegeven onder [2 ...]2 bijlage I.
----------
(1)<BWG 2018-07-05/29, art. 40, 004; Inwerkingtreding : 01-11-2019>
(2)<BWG 2018-12-06/43, art. 147, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.5.§ 1. Personen aan wie een registratie verleend werd overeenkomstig artikel 2 en die een nuttige toepassing maken van de afvalstoffen [2 ...]2 overeenkomstig de aanwendingsmethode bepaald onder de zevende kolom van bijlage I moeten onverwijld een betrouwbare en volledige voorraadboekhouding houden waarbij voor de afvalstoffen melding wordt gemaakt van :
1° de nummers van de partijen afvalstoffen;
2° de aard van de afvalstoffen vermeld volgens de codes die in de eerste kolom van bijlage I bepaald worden;
3° de geleverde hoeveelheden;
4° de leveringsdatums;
5° de identiteit en het adres van de bestemmelingen of de leveranciers, al naar gelang;
6° de oorsprong of de bestemming van de partijen.
[2 7° voor grond, de nummers van de certificaten voor kwaliteitscontrole, vervoer en ontvangst van grond verstrekt ter uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 5 juli 2018 betreffende het beheer en de traceerbaarheid van grond en tot wijziging van verscheidene bepalingen als aangifte.]2
[2 Die informatie wordt opgetekend in registers, gedurend tien jaar bewaard ter beschikking van de ambtenaar belast met het toezicht, de administratie en de opvolgingsinstelling aangewezen ter uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 5 juli 2018 betreffende het beheer en de traceerbaarheid van grond en tot wijziging van verscheidene bepalingen als aangifte.]2
§ 2. [2 ...]2
§ 3.[2 ...]2
§ 4. Het houden van andere registers opgelegd door een vergunning of een besluit in toepassing van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen wordt met de voorraadboekhouding bedoeld onder § 1 gelijkgesteld.
[2 Het samen bewaren van de kennisgevingen van grondverzet, het samenbrengen van grond en van de grondvervoersdocumenten bedoeld bij het besluit van de Waalse Regering van 5 juli 2018 betreffende het beheer en de traceerbaarheid van grond en tot wijziging van verscheidene bepalingen terzake als register voor de grond betreft, geldt als register voor wat betreft de grond bedoeld bij dit besluit.]2
----------
(1)<BWG 2017-07-13/32, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
(2)<BWG 2018-07-05/29, art. 41, 004; Inwerkingtreding : 01-11-2019>
Art.6.§ 1. [2 Onverminderd de verplichting tot registratie vereisen de verwerking van de afvalstoffen gevolgd door een kruisje in de kolom " gebruikscertificaat " van bijlage I en de verwerking van ongevaarlijke afvalstoffen die de Minister bepaalt overeenkomstig artikel 13 een gebruikscertificaat voor die afvalstoffen, verstrekt door de Minister.
De aanvraag voor het gebruikscertificaat wordt, in enkelvoudig exemplaar, per aangetekend schrijven ingediend of tegen ontvangstbewijs overgemaakt overeenkomstig het model vermeld in bijlage IV.
Het certificaat, verstrekt aan de exploitant van de installatie die de afvalstoffen produceert, komt eveneens ten goede aan de gebruiker van die afvalstoffen voor zover laatstgenoemde overeenkomstig dit besluit geregistreerd is.
De gebruikscertificaten worden bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt, overeenkomstig artikel 3, § 3, lid 4.]2
§ 2. De aanvraag gaat vergezeld van :
1° een conformiteitstest die verricht wordt binnen de termijn van één jaar over de gebruikte stof die beantwoordt aan de parameters vastgesteld onder bijlage II of eventueel omschreven door [1 de Administratie]1 voor de aanvragen ingediend op grond van artikel 13 van dit besluit;
2° een test met betrekking tot de quality-control op de productie van de stof die beantwoordt aan de parameters vastgesteld onder bijlage III of eventueel omschreven door [1 de Administratie]1 indien het niet gaat om behandelde slakken en voor de aanvragen die worden ingediend op grond van artikel 13 van dit besluit;
3° van een handleiding voor het gebruik van de stof die ter beschikking wordt gesteld van de gebruikers en waarin minstens een overzicht wordt gegeven van de inlichtingen in verband met de technische eigenschappen en de gebruikswijze(n).
----------
(1)<BWG 2017-07-13/32, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
(2)<BWG 2018-07-05/29, art. 42, 004; Inwerkingtreding : 01-11-2019>
Art.7. De aanvraag is onvolledig indien de inlichtingen bedoeld onder artikel 6 niet meegedeeld werden.
De aanvraag is niet ontvankelijk :
1° indien ze wordt ingediend in strijd met artikel 6, § 1;
2° indien ze tot twee keer toe als onvolledig wordt beschouwd.
Art.8.§ 1. Indien de aanvraag volledig en ontvankelijk is, wordt de aanvrager daarvan door [1 de Administratie]1 op de hoogte gebracht bij aangetekende brief binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag.
§ 2. Indien de aanvraag onvolledig is of indien de dienst meent dat aanvullende inlichtingen nodig zijn, wordt de aanvrager daarvan op de hoogte gesteld onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijnen waarbij melding wordt gemaakt van de ontbrekende stukken en inlichtingen.
Op straffe van onontvankelijkheid van de aanvraag moeten de stukken en inlichtingen die ter aanvulling werden opgevraagd door de aanvrager worden ingediend overeenkomstig artikel 6, eerste lid, ten laatste binnen een termijn van dertig dagen volgend op de ontvangst van de aangetekende brief bedoeld onder het eerste lid.
Binnen een termijn van vijftien dagen volgend op de ontvangst van de aanvullende inlichtingen en stukken wordt de aanvrager door [1 de Administratie]1 op de hoogte gebracht van de volledigheid en de ontvankelijkheid van de aanvraag volgens de regels voorzien onder § 1.
§ 3. Indien de aanvraag onontvankelijk is, wordt de aanvrager daarvan op de hoogte gebracht volgens de regels bedoeld onder § 1 of, eventueel, binnen de termijn voorzien onder § 2, derde lid. In de beslissing wordt melding gemaakt van de onontvankelijkheidsgronden.
§ 4. [1 de Administratie]1 kan tijdens de behandeling van de aanvraag aanvullende inlichtingen opvragen over de stoffen die aanleiding gaven tot het indienen van de aanvraag. De termijnen vastgesteld onder § 5 en in artikel 9 worden verlengd met de termijn waarbinnen de aanvrager de vraag van [1 de Administratie]1 beantwoordt zonder dat de duur van de verlening meer dan dertig dagen mag bedragen.
§ 5. Binnen een termijn van zeventig dagen te rekenen vanaf de dag waarop de aanvraag door [1 de Administratie]1 als volledig en ontvankelijk wordt verklaard en eventueel verlengd door de verleningstermijn bedoeld onder § 4 maakt de dienst zijn advies aan de minister over samen met een voorstel tot beslissing.
----------
(1)<BWG 2017-07-13/32, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
Art.9.De minister deelt zijn beslissing aan de aanvrager mee bij aangetekende brief binnen een termijn van negentig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van de volledigheid en de ontvankelijkheid van de aanvraag, eventueel verlengd door de verlengingstermijn bedoeld onder artikel 8, § 4.
Het gebruikscertificaat wordt afgeleverd voor een in het certificaat bepaalde periode en voor hoogstens vijf jaar.
In het certificaat worden de periodiciteit en de regels voor de monsterneming van de test voor quality-control vastgesteld die de houder van het certificaat moet verrichten en aan [1 het Departement Bodem en Afvalstoffen van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst ]1 meedelen.
Vervoer van de afvalstoffen bedoeld in het gebruikscertificaat moet vergezeld gaan van een afschrift van bedoeld certificaat.
----------
(1)<BWG 2017-07-13/32, art. 34, 003; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
Art.10.Het gebruikscertificaat wordt geschorst of ingetrokken door de minister op advies van [1 de Administratie]1 indien de verplichtingen die het certificaat oplegt en de voorwaarden die bij dit besluit zijn vastgesteld, niet worden nageleefd.
----------
(1)<BWG 2017-07-13/32, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
Art.11. Het gebruikscertificaat kan worden hernieuwd. In dat geval houdt de hernieuwingsaanvraag naast de inlichtingen bedoeld in artikel 6 een samenvattend verslag in van de kwaliteitstests die werden verricht tijdens de laatste periode waarin het gebruikscertificaat geldig was.
Art.12.[1 de Administratie]1 houdt een register waarin de afgeleverde gebruikscertificaten worden opgenomen.
----------
(1)<BWG 2017-07-13/32, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
Art.13.§ 1. [2 Onverminderd de beperkingen bedoeld in de artikelen R.164 tot R.168 van het Waterwetboek en onverminderd de bepalingen van het Wetboek van Ruimtelijke Ordening kan de Minister [3 of zijn afgevaardigde]3, voor iedere persoon die een registratieaanvraag indient volgens de procedure vastgesteld bij dit besluit, de verwerking van in bijlage I onvermeld gelaten ongevaarlijke afvalstoffen begunstigen, evenals andere verwerkingen van ongevaarlijke afvalstoffen dan die bepaald in bijlage I. Die registratie wordt toegekend voor een maximumduur van vijf jaar]2.
Elke persoon die geregistreerd is krachtens het eerste lid houdt een betrouwbare en volledige boekhouding overeenkomstig artikel 5 van dit besluit.
§ 2. Elke persoon die wenst een nuttige toepassing van afvalstoffen te verrichten overeenkomstig de procedure bedoeld onder § 1 dient een aanvraag in door middel van een formulier waarvan het model opgenomen is in bijlage VI bij dit besluit en dat [2 bij aangetekende zending]2 of tegen ontvangstbewijs bij [1 de Administratie]1 ingereikt moet worden in één exemplaar.
De aanvraag geldt als onvolledig indien de gevraagde inlichtingen van dit formulier niet verstrekt worden.
§ 3. [1 De Administratie]1 brengt de aanvrager op de hoogte van zijn beslissing met betrekking tot de volledigheid en de ontvankelijkheid van zijn aanvraag, bij aangetekende brief binnen de vijftien dagen van de aanvraag. Indien de aanvraag onvolledig is, wordt in de beslissing melding gemaakt van de ontbrekende stukken en inlichtingen.
Binnen de vijftien dagen volgend op de ontvangst van de aanvullende inlichtingen en stukken brengt [1 De Administratie]1 de aanvrager op de hoogte van diens beslissing in verband met de volledigheid en de ontvankelijkheid van de aanvraag, volgens de procedure voorzien in het eerste lid.
§ 4. De aanvraag is onontvankelijk indien :
1° ingereikt in strijd met het eerste lid;
2° hij tot twee keer toe onvolledig wordt verklaard.
§ 5.[1 de Administratie]1 brengt verslag uit bij de minister [3 of zijn afgevaardigde]3 binnen een termijn van zeventig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing waarbij de volledigheid en de ontvankelijkheid van de aanvraag worden vastgesteld. Dat verslag houdt een voorstel tot beslissing in waarbij productievoorwaarden, -eigenschappen en de gebruikswijzen van de afvalstoffen worden aangegeven, evenals een gebeurlijk voorstel tot het verlenen van een gebruikscertificaat.
[1 de Administratie]1 kan tijdens de behandeling van de aanvraag aanvullende inlichtingen opvragen in verband met de oorsprong, de samenstellende delen en de fysisch-chemische eigenschappen van de afvalstof waarvoor een aanvraag is ingediend, evenals inlichtingen die hij nodig acht in verband met het voorstel voor het traject dat door de nuttige toepassing wordt afgelegd.
De termijn vastgesteld in het eerste lid wordt geschorst tot en met de ontvangst van de gevraagde aanvullende inlichtingen.
§ 6. De minister [3 of zijn afgevaardigde]3 beslist over de aanvraag en maakt zijn beslissing aan de aanvrager over, evenals aan [1 de Administratie]1 binnen een termijn van twintig dagen vanaf de ontvangst van het door de dienst opgestelde verslag.
[2 De beslissing gaat nader in op de bijzondere in acht te nemen voorwaarden.
Ze wordt, overeenkomstig artikel 3, § 3, lid 4, bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.]2
§ 7. De beslissing waarbij de nuttige toepassing van de afvalstoffen wordt toegelaten overeenkomstig de procedure vastgesteld in de paragrafen één tot en met zes geldt als registratie in de zin van dit besluit en geldt als vrijstelling van de vergunning bedoeld onder artikel 11, § 1, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen.
----------
(1)<BWG 2017-07-13/32, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
(2)<BWG 2018-07-05/29, art. 43, 004; Inwerkingtreding : 01-11-2019>
(3)<BWG 2021-07-08/10, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art.14.[1 . § 1. Op basis van een proces-verbaal tot vaststelling van een overtreding van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, van het fiscaal decreet van 22 maart 1997 tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en het geschil inzake rechtstreekse gewestelijke belastingen, van Verordening (EG) nr.1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, van het decreet van 1 maart 2018 betreffende het bodembeheer en de bodemsanering en van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten of van elke andere gelijkwaardige wetgeving van een Lid-Staat van de Europese Unie of als de verplichtingen voortvloeiend uit de registratie niet in acht genomen worden, kan de erkenning geschrapt of geschorst worden nadat de drager van de verplichtingen de mogelijkheid heeft gekregen om zijn verweermiddelen te laten gelden en om binnen een bepaalde termijn orde op zaken te stellen. In geval van bijzonder gemotiveerde dringende noodzakelijkheid kan de registratie opgeschort of geschrapt worden zonder enige termijn.
De beslissing tot opschorting of schrapping wordt door de administratie genomen als het een registratie betreft, verstrekt krachtens artikel 2, en nadat het advies is ingewonnen van de ambtenaar belast met het toezicht. De beslissing wordt door de Minister genomen als het een registratie betreft, verstrekt krachtens artikel 13, en nadat het advies is ingewonnen van de ambtenaar belast met het toezicht.
§ 2. De overheid, bevoegd voor het verstrekken van de registratie en het gebruikscertificaat, kan, in onderstaande gevallen, te allen tijde de bijzondere voorwaarden die gepaard gaan met de registratiebeslissing en het gebruikscertificaat, aanvullen of wijzigen:
1° de voorwaarden zijn niet meer geschikt om de in artikel 2 bedoelde risico's, hinder of ongemakken voor mens of leefmilieu te voorkomen of te beperken;
2° dit blijkt nodig om te zorgen voor de inachtneming van de door de Regering bepaalde immissienormen;
3° dit blijkt nodig voor het toezicht en de traceerbaarheid van de verrichten van de afvalstoffenverwerking;
4° de verwerking blijkt in te druisen tegen de hiërarchie van de behandelingswijzen, bepaald in artikel 1, § 2, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen.
§ 3. Elke beslissing genomen krachtens de paragrafen 1 of 2 wordt per aangetekende zending aan betrokkene meegedeeld.
De wijziging, de opschorting of de schrapping van de registratie of het gebruikscertificaat wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.]1
----------
(1)<BWG 2018-07-05/29, art. 44, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
Art. 14/1. [1 Bij ieder vervoer van afvalstoffen, verwerkt overeenkomstig een registratie verstrekt krachtens dit besluit, gaat een afschrift van de registratie en, in voorkomend geval, van het gebruikscertificaat. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2018-07-05/29, art. 45, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
Art. 14/2. [1 Dit besluit is niet van toepassing op afvalstoffen die op grond van artikel 4ter van het decreet het statuut van afvalstof hebben gekregen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2019-02-28/16, art. 24, 006; Inwerkingtreding : 15-04-2019>
Art.15. Het besluit van de Waalse Regering van 20 mei 1999 tot vaststelling van een lijst van met producten gelijk te stellen stoffen wordt opgeheven.
Art.16. (Artikel 45, § 3, van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt treedt in werking op de dag van inwerkingtreding van dit besluit.) <Erratum, zie B.St. 18.07.2001, p. 24441>
Art.17. Dit besluit treedt in werking de dag van diens bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art.18. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage I. - Afvalstoffenlijst
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 10-07-2001, p. 23914).
gewijzigd door:
<BWG 2018-07-05/29, art. 46, 004; Inwerkingtreding : 01-11-2019>
<BWG 2018-12-06/43, art. 148, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
<BWG 2019-02-28/16, art. 25, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2021>
BWG 2021-06-17/27, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 30-06-2021>
<BWG 2022-12-21/46, art. 1,1°-1,2°, 009; Inwerkingtreding : 01-07-2021>
<BWG 2022-12-21/46, art. 1,3°, 009; Inwerkingtreding : 10-02-2023>
Art. N2. Bijlage II. - Kenmerken van de afvalstoffen
1. Oriënteringslijst referentiekenmerken van niet vervuilde aarde
Het volgende mag de stof niet bevatten :
1° zowel in massa als in volume :
meer dan 1 % niet-steenachtige stoffen zoals gips, rubber, isolatiemateriaal, dakbedekkingsmateriaal;
meer dan 5 % organisch materiaal zoals hout, plantenresten;
meer dan 5 % steenachtige stoffen, zoals natuursteen, afbraakpuin e.d.m.
(Wat natuursteen betreft, wordt de natuursteen die om geologische of historische redenen in de bodem van bedoelde site aanwezig is, niet meegerekend in het percentage.) <BWG 2004-05-27/60, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 02-07-2004>
2° hierna vermelde bestanddelen boven de aangegeven grens, voor standaardstoffen die een kleigehalte hebben van 10 % (op de minerale componenten) en een gehalte van organisch materiaal van 2 % (op droge stoffen), dat door een erkend laboratorium wordt geanalyseerd [1 ...]1 :
Parameters | Limietdrempel (mg/kg droge stoffen) | |
- | - | |
1. | Metalen (1) | |
Arseen (As) | 22,0 | |
Cadmium (Cd) | 1,0 | |
Chroom (Cr) (2) | 65,0 | |
Koper (Cu) | 50,0 | |
Kobalt (Co) | 20,0 | |
Kwik (Hg) | 1,6 | |
Lood (Pb) | 70,0 | |
Nikkel (Ni) | 40,0 | |
Zink (Zn) | 150,0 | |
2. | Aromatische monocyclische koolwaterstoffen | |
Benzeen | 0,2 | |
Ethylbenzeen | 0,6 | |
Styreen | 0,2 | |
Tolueen | 0,4 | |
Xyleen | 0,7 | |
3. | Aromatische polycyclische koolwaterstoffen (3) | |
Benzo(a)anthraceen | 1,2 | |
Benzo(a)pyreen | 0,2 | |
Benzo(ghi)peryleen | 1,7 | |
Benzo(b)fluoroantheen | 0,5 | |
Chryseen | 1,0 | |
Fenantreen | 0,2 | |
Fluorantheen | 1,2 | |
Indeno(1,2,3cd)pyreen | 0,2 | |
Naftaleen | 0,6 | |
4. | Andere organische stoffen (3) | |
Winbare gehalogeneerde organische | 2,0 | |
verbindingen (EOX) | ||
Organofosforische pesticiden (totaal) | 0,2 | |
Pesticiden afgeleid van aceptische | 0,2 | |
fenoxychloorzuur (total) | ||
Aromatische chlooramine pesticiden (totaal) | 0,2 | |
Triazine pesticiden (totaal) | 0,2 | |
Chloorpesticiden (totaal) | 0,1 | |
Andere pesticiden (totaal) | 0,02 | |
Monochlorobenzene | 0,02 | |
1.2- Dichlorobenzeen (4) | 0,02 | |
1.3- Dichlorobenzeen (4) | 0,02 | |
1.4- Dichlorobenzeen (4) | 0,02 | |
Trichlorobenzeen (5) | 0,02 | |
Tetrachlorobenzeen (5) | 0,004 | |
Pentachlorobenzeen | 0,004 | |
Hexachlorobenzeen | 0,002 | |
1,2 dichloroethaan | 0,02 | |
Dichloromethaan | 0,02 | |
Trichloromethaan | 0,02 | |
Trichioroetheen | 0,02 | |
vinylchloride | 0,02 | |
5. | Andere organische stoffen (3) | |
Hexaan | 1,0 | |
Heptaan | 1,0 | |
Minerale olie | 500 | |
Octaan | 1,0 | |
Polychlorobifenylen (PCB) | 0,002 |
A | B | C | |
- | - | - | |
Arseen | 14 | 0,5 | 0 |
Cadmium | 0,4 | 0,003 | 0,05 |
Chroom | 31 | 0,6 | 0 |
Koper | 14 | 0,3 | 0 |
Kwik | 0,5 | 0,0046 | 0 |
Lood | 33 | 0,3 | 2,3 |
Nikkel | 6,5 | 0,2 | 0,3 |
Zink | 46 | 1,1 | 2,3 |
1,2- Dichlorobenzeen | 1,3- Dichlorobenzeen | |
------------------------ | + | ------------------------ < 1 |
te bereiken drempel (1,2) | te bereiken drempel (1,3) |
Parameters | Limietdrempel (mg/kg droge stoffen) | |
- | - | |
1. | Metalen (1) | |
Arseen (As) | 100,0 | |
Cadmium (Cd) | 8,0 | |
Chroom (Cr) (2) | 230,0 | |
Koper (Cu) | 210,0 | |
Kobalt (Co) | 100,0 | |
Kwik (Hg) | 15,0 | |
Lood (Pb) | 1 150,0 | |
Nikkel (Ni) | 180,0 | |
Zink (Zn) | 680,0 | |
2. | Aromatische monocyclische koolwaterstoffen | |
Benzeen | 1,0 | |
Ethylbenzeen | 35,0 | |
Styreen | 6,0 | |
Tolueen | 100,0 | |
Xyleen | 55,0 | |
3. | Aromatische polycyclische koolwaterstoffen (3) | |
Benzo(a)anthraceen | 125,0 | |
Benzo(a)pyreen | 1,0 | |
Benzo(ghi)peryleen | 18,0 | |
Benzo(b)fluoroantheen | 18,0 | |
Benso(k)fluoroantheen | 18,0 | |
Chryseen | 1,0 | |
Phenantreen | 65,0 | |
Fluorantheen | 65,0 | |
Indeno (1,2,3cd) pyreen | 18,0 | |
Naftaleen | 90,0 | |
5. | Andere organische stoffen (3) | |
Minerale olien | 750,0 | |
6. | Andere parameters (4) |
A | B | C | |
- | - | - | |
Arseen | 14 | 0,5 | 0 |
Cadmium | 0,4 | 0,003 | 0,05 |
Chroom | 31 | 0,6 | 0 |
Koper | 14 | 0,3 | 0 |
Kwik | 0,5 | 0,0046 | 0 |
Lood | 33 | 0,3 | 2,3 |
Nikkel | 6,5 | 0,2 | 0,3 |
Zink | 46 | 1,1 | 2,3 |
Parameters | Drempel- waarde | Eenheden | Analytische methode |
PH | 7 - 12 | NBN EN ISO 10523 | |
Geleidbaarheid | 6 000 | µS/cm | ISO 7888 |
[1 Sb]1 | 0,2 | mg/l | EN ISO 15586 NBN EN ISO 11885 NBN EN ISO 17294-1 NBN EN ISO 17294-2 Bereidingsmethodes in associatie met ISO15587-1 en 15587-2 |
Al | 2 000 | mg/l | EN ISO 15586 NBN EN ISO 11885 NBN EN ISO 17294-1 NBN EN ISO 17294-2 Bereidingsmethodes in associatie met ISO15587-1 en 15587-2 |
As (tot) | 0,1 | mg/l | ISO 17378-2 |
Cd | 0,1 (*) | mg/l | EN ISO 15586 NBN EN ISO 11885 NBN EN ISO 17294-1 NBN EN ISO 17294-2 Bereidingsmethodes in associatie met ISO15587-1 en 15587-2 |
Co | 0,1 | mg/l | EN ISO 15586 NBN EN ISO 11885 NBN EN ISO 17294-1 NBN EN ISO 17294-2 Bereidingsmethodes in associatie met ISO15587-1 en 15587-2 |
Cr (VI) | 0,1 (*) | mg/l | ISO 11083 NBN EN ISO 18412 |
Cu | 2,0 (*) | mg/l | EN ISO 15586 NBN EN ISO 11885 NBN EN ISO 17294-1 NBN EN ISO 17294-2 Bereidingsmethodes in associatie met ISO15587-1 en 15587-2 |
Hg | 0,02 (*) | mg/l | NBN EN ISO 12846 NBN EN ISO 17852 |
Pb | 0,2 (*) | mg/l | EN ISO 15586 NBN EN ISO 11885 NBN EN ISO 17294-1 NBN EN ISO 17294-2 Bereidingsmethodes in associatie met ISO15587-1 en 15587-2 |
Mo | 0,15 | mg/l | EN ISO 15586 NBN EN ISO 11885 NBN EN ISO 17294-1 NBN EN ISO 17294-2 Bereidingsmethodes in associatie met ISO15587-1 en 15587-2 |
Ni | 0,2 (*) | mg/l | EN ISO 15586 NBN EN ISO 11885 NBN EN ISO 17294-1 NBN EN ISO 17294-2 Bereidingsmethodes in associatie met ISO15587-1 en 15587-2 |
Ti | 2,0 | mg/l | EN ISO 15586 NBN EN ISO 11885 NBN EN ISO 17294-1 NBN EN ISO 17294-2 Bereidingsmethodes in associatie met ISO15587-1 en 15587-2 |
Zn | 0,9 (*) | mg/l | EN ISO 15586 NBN EN ISO 11885 NBN EN ISO 17294-1 NBN EN ISO 17294-2 Bereidingsmethodes in associatie met ISO15587-1 en 15587-2 |
NO22- | 3,0 | mg/l | NBN EN ISO 10304-1 ISO 15923-1 NBN EN ISO 13395 |
NH4+ | 50,0 | mg/l | NBN EN ISO 11732 ISO 15923-1 |
Cl. | 500,0 | mg/l | NBN EN ISO 10304-1 |
CN- | 0,46 | mg/kg D.S. (1) | NBN EN ISO 14403-2 |
F- | 5,0 | mg/l | NBN EN ISO 10304-1 |
SO42- | 1 000,0 | mg/l | NBN EN ISO 10304-1 |
Parameters | Drempel- waarde | Eenheden | Analytische methode |
Extraheerbare koolwaterstoffen (C10 à C40) | 1 500 | mg/kg D.S. | ISO 16703 NBN EN 14039 |
EOX (3) | 7 | mg/kg D.S. | NBN 6979 |