22 MEI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten.
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 6sexies, § 2, van het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten, opgeheven bij het koninklijk besluit van 29 januari 1992, wordt hersteld in de volgende lezing: "§ 2. Voor de specialiteiten waarvoor overeenkomstig artikel 35bis van de gecoördineerde wet een nieuwe basis van tegemoetkoming is vastgesteld, is in de kolom "Opmerkingen" van de lijsten toegevoegd aan dit besluit de letter "R" vermeld. ".
Art.2. In artikel 7, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Dit bedrag wordt" vervangen door de woorden "Deze bedragen worden".
Art.3. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
" Wanneer de adviserend geneesheer instemt met de vergoeding van specialiteiten waarvoor, overeenkomstig artikel 35bis van de gecoördineerde wet, een nieuwe basis van tegemoetkoming is vastgesteld als bedoeld onder de letter " R " in de kolom " Opmerkingen " van de lijsten toegevoegd aan dit besluit, geldt die machtiging eveneens wanneer de geneesheer farmaceutische specialiteiten voorschrijft die ingeschreven zijn in dezelfde paragraaf van de hiervoor bedoelde lijsten. ".
Art.4. Artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 mei 1983, 8 augustus 1983, 21 maart 1989, 2 februari 1990, 19 mei 1992, 3 september 1992 en 16 mei 2000, wordt vervangen als volgt :
" Art. 15. § 1. De tegemoetkoming die door de verzekering aan de verplegingsinrichtingen verschuldigd is voor de aangenomen farmaceutische specialiteiten en producten, toegediend aan de ter verpleging opgenomen rechthebbenden, wordt bepaald op grond van het bedrag vastgesteld per farmaceutische eenheid dat in de kolom "vergoedingsbasis" is vermeld en dat conform de door de Minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft vastgestelde regels berekend is; die eenheden zijn voo*afgegaan van een dubbele asterisk ( e).
Op grond van deze bedragen vergoedt de verzekering :
a) 100 % van de vergoedingsbasis zoals die is vermeld in de kolom ad hoc van de lijst voor de farmaceutische specialiteiten en producten die in categorie A zijn geklasseerd alsmede deze die betrekking hebben op de bij toepassing van criteria B-181 tot B-186 en B-189 aangenomen perfusievloeistoffen en op de oplossingen voor blaasspoelingen die bij toepassing van criterium B-188 zijn aangenomen;
b) de vergoedingsbasis zoals die is vermeld in de kolom ad hoc van de lijst voor de farmaceutische specialiteiten en producten die in categorie B zijn geklasseerd, met uitsluiting van de perfusievloeistoffen en de oplossingen voor blaasspoelingen beoogd sub a), verminderd met 15 F per schijf van het aantal eenheden van de voorgeschreven dosering die begrepen zijn in de grootste aangenomen individuele verpakking van deze specialiteit, of, bij het ontbreken van deze referte, per schijf van een hoeveelheid vastgesteld in de bij dit besluit gevoegde lijsten. Wanneer in een verplegingsinrichting een zieke naar een andere dienst wordt overgeplaatst dient men, om het bedrag van 15 F te berekenen, er van uit te gaan dat een nieuwe schijf wordt begonnen;
c) 50 pct. van de vergoedingsbasis zoals die vermeld is in de kolom ad hoc van de lijst voor de farmaceutische specialiteiten en producten die in categorie C zijn geklasseerd;
d) 40 pct. van de vergoedingsbasis zoals die vermeld is in de kolom ad hoc van de lijst voor de farmaceutische specialiteiten en producten die in categorie Cs zijn geklasseerd;
e) 20 pct. van de vergoedingsbasis zoals die is vermeld in de kolom ad hoc van de lijst voor de farmaceutische specialiteiten en producten die in categorie Cx zijn geklasseerd.
Indien het gaat om farmaceutische specialiteiten waarvoor overeenkomstig artikel 35bis van de gecoördineerde wet een nieuwe basis van tegemoetkoming is vastgesteld, dan komt de meerkost, zijnde het verschil tussen de nieuwe basis van tegemoetkoming van de betrokken farmaceutische specialiteit en de verkoopprijs aan publiek, BTW inbegrepen, ten laste van de verplegingsinrichting.
§ 2. a) Ingeval de ziekenhuisofficina of het geneesmiddelendepot gemachtigd is om geneesmiddelen af te leveren aan niet ter verpleging opgenomen personen, wordt de basis voor de berekening van de verzekeringstegemoetkoming vastgesteld op grond van de vergoedingsbasis per farmaceutische eenheid zoals die voorkomt in de kolom "vergoedingsbasis" en bepaald overeenkomstig de door de Minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft bepaalde voorschriften; die eenheden zijn voorafgegaan van een asterisk (*).
Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende is deze die voorzien is in artikel 2, 1° en 2°, a), van hoofdstuk I van voormeld koninklijk besluit van 7 mei 1991 met dien verstande dat, voor de toepassing van de daar voorziene maxima, deze moeten worden berekend op basis van het aantal eenheden die de grootste aangenomen individuele verpakking bevat of, bij ontstentenis, per schijf van het aantal eenheden dat vastgesteld is in de lijsten die bij dit besluit zijn gevoegd.
b) Indien het om een rechthebbende gaat die verblijft in een rust- en verzorgingstehuis dat beschikt over een officina of een geneesmiddelendepot, dan wordt de basis voor de berekening van de verzekeringstegemoetkoming vastgesteld op grond van de vergoedingsbasis van het geneesmiddel, berekend zoals aangegeven onder a), met dien verstande dat in zulk geval de geneesmiddelen, die voor ziekenhuisgebruik zijn voorbehouden, niet voor vergoeding in aanmerking komen. ".
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2001.
Art. 6. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 mei 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE.