Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

4 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 december 1975 tot regeling van de samenstelling en werkwijze van het Fonds voor Scheepsjongens.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1975123132 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 19 van het koninklijk besluit van 31 december 1975 tot regeling van de samenstelling en werkwijze van het Fonds voor scheepsjongens, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 mei 1979 en 30 juli 1981, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 19. De bezoldiging wordt berekend per zeedag.
  Voor de toepassing van dit besluit wordt beschouwd als :
  1° zeedag :
  Een verblijf van ten minste vier uren op zee, in de loop van een kalenderdag en aan boord van een Belgisch vissersvaartuig.
  De uitvaart die over twee opeenvolgende kalenderdagen loopt, zonder op elk dezer afzonderlijk vier uur te bereiken, wordt niettemin als één zeedag aangerekend indien deze uitvaart in totaal ten minste vier uur bedraagt.
  Wat betreft de schepen die op ononderbroken wijze meer dan twee dagen op zee verblijven, worden de arbeidsuren ten belope van minder dan vier, gepresteerd op de dag van vertrek en op de dag van aankomst, samengeteld en als één zeedag aangerekend indien zij totaal ten minste vier uren bedragen.
  2° scheepsjongens :
  a) de aan boord van een Belgisch vissersvaartuig aangemonsterde schepelingen die geen 20 jaar oud zijn en niet meer dan 499 zeedagen op hun actief hebben;
  b) de aan boord van een Belgisch vissersvaartuig aangemonsterde schepelingen die beantwoorden aan de voorwaarden gesteld bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 augustus 1964 tot vaststelling van de voorwaarden onder dewelke kinderen van minder dan vijftien jaar, arbeid aan boord van vissersvaartuigen mogen verrichten op voorwaarde dat zij in het bezit zijn van een certificaat van scheepsleerling;
  c) de aan boord van een Belgisch vissersvaartuig van minder dan 750 PK aangemonsterde assistent-motorist, evenals de aan boord van een Belgisch vissersvaartuig van 750 PK of meer aangemonsterde tweede assistent-motorist, die geen 20 jaar oud zijn en niet meer dan 499 zeedagen op hun actief hebben.
  Opdat de in het vorige lid bedoelde schepeling zijn recht op bezoldiging zou verwerven, dient de monsterrol uitdrukkelijk te vermelden dat de aanmonstering ten laste is van het Fonds voor Scheepsjongens. "

Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3. Onze Minister van Landbouw en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 4 maart 2001.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Landbouw en Middenstand,
  J. GABRIELS