Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot verruiming van het toepassingsgebied van afdeling 6 - Toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2019010609  2023043460 



Artikels:

Artikel 1. § 1. De toepassing van afdeling 6 - Toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, wordt verruimd tot de werknemers die deeltijds tewerkgesteld zijn, zoals bepaald in § 2.
  § 2. Onder werknemers die deeltijds tewerkgesteld zijn dient verstaan te worden:
  1° de werknemers die ten minste 4/5 tijds tewerkgesteld zijn en die een opleiding volgen bedoeld in artikel 109 van voornoemde wet van 22 januari 1985;
  2° de werknemers die deeltijds tewerkgesteld zijn op basis van een variabel uurrooster in de zin van artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en die een opleiding volgen bedoeld in artikel 109 van voornoemde wet van 22 januari 1985;
  3° de werknemers die met een vast uurrooster ten minste halftijds en minder dan 4/5 tijds tewerkgesteld zijn en die tijdens de werkuren een opleiding volgen bedoeld in artikel 109, § 1, van voornoemde wet van 22 januari 1985.

Art.2. De deeltijdse werknemers kunnen het voordeel van het betaald educatief verlof genieten tijdens de uren waarop zij gewoonlijk zijn tewerkgesteld en dit in verhouding tot de wekelijkse arbeidstijd vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst of van toepassing in het bedrijf.
  Wanneer het aantal effectief gevolgde cursusuren niet de maxima overschrijden die zijn vastgesteld bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 28 maart 1995 tot wijziging, ondermeer van artikel 111 van de herstelwet van 22 januari 1985, moet, voor de vaststelling van het aantal toe te kennen uren betaald educatief verlof, het aantal effectief gevolgde cursusuren worden vermenigvuldigd met de breuk waarvan de teller overeenstemt met de wekelijkse deeltijdse tewerkstelling en de noemer met de voltijdse tewerkstelling in de onderneming of, bij ontstentenis, in de bedrijfssector.

Art.3. Wanneer het aantal effectief gevolgde cursusuren hoger ligt dan de bovenvermelde maxima, wordt het aantal toe te kennen uren betaald educatief verlof vastgesteld door die maxima te vermenigvuldigen met de in artikel 2, tweede lid, bepaalde breuk.

Art.4. Voor de werknemers die tijdens het betrokken schooljaar afwisselend voltijds en deeltijds werken, wordt het aantal uren betaald educatief verlof berekend in verhouding tot hun effectieve voltijdse en deeltijdse tewerkstelling in de loop van die periode.

Art.5. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2001 voor alle opleidingen of gedeelten van opleidingen die vanaf deze datum effectief gevolgd worden.

Art. 6. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 10 november 2001.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Werkgelegenheid,
  Mevr. L. ONKELINX.