24 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het besluit van 28 februari 1993 tot vaststelling van het organiek statuut van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.
Art. 1-9
Artikel 1. 1° In artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 februari 1993 tot vaststelling van het organiek statuut van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, wordt § 1 door de volgende bepaling vervangen :
1° "§ 1er Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, hierna "het Centrum" genoemd, wordt bestuurd door een raad van bestuur die samengesteld is uit :
1) 10 Franstalige leden;
2) 10 Nederlandstalige leden;
3) 1 Duitstalig lid.
2° In § 2, worden de woorden 'de uitvoerende machten' door 'de Regeringen' vervangen
3° Het eerste lid van § 7 wordt gewijzigd als volgt :
" het mandaat van effectief lid of van plaatsvervangend lid evenals dat van directeur, adjunct-directeur of coördinator zijn onverenigbaar met :".
4° Er wordt een § 8 toegevoegd :
" Het mandaat van directeur, adjunct-directeur of coördinator is onverenigbaar met dat van effectief of plaatsvervangend lid van de raad van bestuur".
Art.2. Er wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidend als volgt :
" Er wordt een college opgericht, samengesteld uit :
1) een directeur en een adjunct-directeur van een verschillende taalrol;
2) vier coördinatoren paritair ingedeeld per taalrol.
Art.3. Er wordt een artikel 1ter ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 1ter. § 1. De directeur, de adjunct-directeur en de coördinatoren worden voor een hernieuwbaar mandaat van zes jaar door Ons benoemd, bij een in Ministerraad overlegd besluit, op gemotiveerd advies van de raad van bestuur.
§ 2. De vacature van de functies bedoeld in § 1 wordt door een bericht in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Dit bericht nodigt de kandidaten uit om hun aanspraken te doen gelden en stelt de termijn voor het indienen van de kandidaturen vast.
De Minister die bevoegd is voor het Centrum voor Gelijkheid van Kansen, bezorgt de kandidaturen bedoeld in het eerste lid aan de raad van bestuur die een advies moet uitbrengen binnen een termijn van vijftien dagen, ingaande op de dag waarop de kandidaturen aan de raad werden bezorgd.
Indien het advies niet werd verstrekt binnen de in het 3e lid vastgestelde termijn, wordt het over het hoofd gezien".
Art.4. In artikel 4, § 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° In het eerste lid worden de woorden "aan de directeur en aan de adjunct-directeur" vervangen door "aan de leden van het college";
Art.5. Artikel 5 wordt door de volgende bepaling vervangen :
" Art. 5. § 1. Het algemeen beleid van het Centrum wordt bepaald door de raad van bestuur De raad van bestuur bepaalt de functies van de coördinatoren.
§ 2. Het college bepaalt de taken en de verantwoordelijkheden van de coördinatoren.
§ 3. De directeur en de adjunct-directeur geven jaarlijks rekenschap aan de raad van bestuur over de uitvoering van het algemeen beleid van het Centrum op grond van het verslag dat wordt opgesteld door het college.
§ 4. Zij worden gezamenlijk belast met de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur waarvan zij het secretariaat waarnemen, met het dagelijks bestuur en het voeren van het algemeen beleid van het Centrum.
§ 5. De leden van het college wonen de beraadslagingen van de raad van bestuur bij en hebben een raadgevende stem".
§ 6. Het college zal jaarlijks een verslag opstellen betreffende het uitvoeren van het algemeen beleid van het Centrum.
Art.6. In artikel 6, derde lid worden de woorden "de directeur" vervangen door "de leden van het college".
Art.7. In artikel 8, tweede lid, worden de woorden "13 november 1967 tot vaststelling van de administratieve toestand van de Rijksambtenaren die met een opdracht worden belast" vervangen door "19 november 1998 betreffende de verloven toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen".
Art.8. Op de datum van inwerkingtreding van dit besluit wordt de raad van bestuur vernieuwd overeenkomstig de regels bedoeld in artikel 1 van voornoemd koninklijk besluit van 28 februari 1993, gewijzigd bij dit besluit.
De mandaten van de huidige leden van de raad van bestuur eindigen op het ogenblik dat de nieuwe benoemingen plaatsvinden.
Art. 9. Onze Eerste Minister en Onze Vice-Eerste Minister, Minister van Werkgelegenheid en Gelijkekansenbeleid zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 augustus 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
G. VERHOFSTADT
De Vice-Eerste Minister,
Minister van Werkgelegenheid en Gelijkekansenbeleid,
Mevr. L. ONKELINX.