28 APRIL 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 1998 betreffende steun aan de bedrijfsbegeleiding van land- en tuinbouwbedrijven in financiële moeilijkheden.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende steun aan de bedrijfsbegeleiding van land- en tuinbouwbedrijven in financiële moeilijkheden wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 4. De erkende centra kunnen binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten een vergoeding krijgen voor de begeleiding van landbouwers in financiële moeilijkheden ten gevolge van onvoldoende rendabiliteit van het landbouw- of tuinbouwbedrijf en die aan de volgende voorwaarden voldoen :
hetzij een achterstand hebben van meer dan 6 maanden op de aflossingen in kapitaal en intresten op hun lopende kredieten aangewend voor de financiering van het bedrijf of de bedrijfsactiviteiten, al dan niet met overheidstegemoetkoming of een betalingsregeling verkregen hebben die minimaal bestaat uit een uitstel van aflossing in kapitaal en een herschikking van de lopende kredieten voor de financiering van het bedrijf;
hetzij een beschikbaar inkomen hebben sedert minstens 2 jaar dat lager is dan het referentie-inkomen, bedoeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 4juli 1996 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw, vermenigvuldigd met een door de minister vastgestelde coëfficiënt. Deze coëfficiënt wordt bepaald rekening houdend met de beschikbare begrotingskredieten. De minister bepaalt de modaliteiten voor de berekening van het beschikbaar inkomen;
hetzij erkend als bedrijf in financiële moeilijkheden ten gevolge van door de Vlaamse regering erkende gevallen van overmacht en waarbij het normaal functioneren van de bedrijvigheid ernstig gestoord is of dreigt gestoord te worden. ".
Art.2. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 8. Op het ogenblik van de aanvraag mag de betrokken landbouwer de leeftijd van 59 jaar niet bereikt hebben, behoudens in de gevallen waar de financiële moeilijkheden het gevolg zijn van door de Vlaamse regering erkende gevallen van overmacht en mogen de kredieten niet opgezegd zijn. Per bedrijf kan de steun slechts eenmaal toegekend worden, behoudens in de door de Vlaamse regering erkende gevallen van overmacht en behoudens de verlenging zoals bedoeld in artikel 15. ".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 1999.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 28 april 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering en Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw,
Mevr. V. DUA