Details





Titel:

5 MEI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering houdende bepaling van de nadere regels voor de opmaak en de actualisering van het plannenregister. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-05-2000 en tekstbijwerking tot 10-09-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-18



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2006036263  2009035791  2009205974  2014035902  2017032085 



Artikels:

Artikel 1.Het college van burgemeester en schepenen stelt een inventaris op van alle plannen en verordeningen die overeenkomstig [1 artikel 5.1.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening]1, in het plannenregister opgenomen moeten worden. Als de inventaris als een digitale databank wordt opgemaakt, dan gebeurt dit conform de technische normen, ter beschikking van de gemeente gesteld door [2 het Departement Omgeving]2 [1 , in samenspraak met het [4 agentschap Digitaal Vlaanderen, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 houdende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Digitaal Vlaanderen en de vaststelling van de werking, het beheer en de boekhouding van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen, hierna agentschap Digitaal Vlaanderen te noemen]4]1.
  De inventaris maakt deel uit van het plannenregister.
  ----------
  (1)<BVR 2009-06-05/38, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<BVR 2017-02-24/16, art. 35, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (3)<BVR 2017-11-10/11, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (4)<BVR 2021-05-07/09, art. 29, 009; Inwerkingtreding : 10-05-2021>

Art.2.§ 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt in zijn plannenregister het op zijn grondgebied betrekking hebbende deel van het geactualiseerde gewestplan met bijhorende voorschriften op. Het kan hiervoor als vertrekbasis nemen het gewestplan zoals dat door [2 het Departement Omgeving]2 in digitale vorm ter beschikking wordt gesteld.
  § 2. [1 ...]1
  ----------
  (1)<BVR 2009-06-05/38, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<BVR 2017-02-24/16, art. 36, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2017>

Art.3.
  <Opgeheven bij BVR 2009-06-05/38, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.4.Het college van burgemeester en schepenen neemt de contouren van de algemene en bijzondere plannen van aanleg [1 ...]1, of delen ervan, op in het plannenregister indien ze niet worden opgeheven met toepassing van de artikelen 170 en 190 van het voornoemde decreet van 18 mei 1999. Het kan als vertrekbasis hiervoor nemen, het op zijn grondgebied betrekking hebbende deel van de vectoriële GIS datalaag met de contouren van de bijzondere plannen van aanleg, zoals dat door [2 het Departement Omgeving]2 in digitale vorm ter beschikking wordt gesteld. Het neemt ook de ontwerpen op, zolang deze nog aanleiding kunnen geven tot het weigeren van vergunningsaanvragen. Het verschil in juridische status moet echter duidelijk waarneembaar zijn.
  Elke contour moet via een uniek identificatienummer een verwijzing naar de inventaris, genoemd in artikel 1, en naar het eigenlijke plan van aanleg bevatten. Indien er slechts een gedeelte van een plan van aanleg wordt behouden, bakent de betreffende contour enkel het te behouden gedeelte af. Zowel de contouren als de eigenlijke plannen behoren tot het plannenregister.
  ----------
  (1)<BVR 2009-06-05/38, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<BVR 2017-02-24/16, art. 37, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2017>

Art.5. Het college van burgemeester en schepenen neemt de omschrijvende veelhoek van de bestaande rooilijnplannen van gewest-, provincie- en gemeentewegen op in het plannenregister.
  Elke veelhoek moet via een uniek identificatienummer een verwijzing naar de inventaris, genoemd in artikel 1, en naar het eigenlijke rooilijnplan bevatten. Zowel de veelhoeken als de eigenlijke rooilijnplannen behoren tot het plannenregister.

Art.6. Het college van burgemeester en schepenen neemt de omschrijvende veelhoek van de bestaande niet-gerealiseerde onteigeningsplannen, opgemaakt ter uitvoering van de niet-opgeheven plannen van aanleg of van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, op in het plannenregister.
  Elke veelhoek moet via een uniek identificatienummer een verwijzing naar de inventaris, genoemd in artikel 1, en naar het eigenlijke onteigeningsplan bevatten. Zowel de veelhoeken als de eigenlijke onteigeningsplannen behoren tot het plannenregister.

Art.7. Het college van burgemeester en schepenen neemt de bestaande en de nieuwe stedenbouwkundige verordeningen, bouw- en verkavelingsverordeningen op in het plannenregister.

Art.8. De nieuwe Vlaamse en provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen [1 ...]1 worden steeds in digitale vorm ter beschikking gesteld van het college van burgemeester en schepenen, dat ze opneemt in zijn plannenregister. De ontwerpen ervan worden in analoge of digitale vorm ter beschikking gesteld van het college van burgemeester en schepenen, dat ze opneemt in zijn plannenregister.
  Indien deze ruimtelijke uitvoeringsplannen op een gedeelte van het grondgebied van de gemeente betrekking hebben, wordt ook de contour van deze plannen bepaald en wordt via een uniek identificatienummer een verwijzing naar de inventaris, genoemd in artikel 1, en naar het eigenlijke ruimtelijke uitvoeringsplan gemaakt. Zowel de contouren als de eigenlijke ruimtelijke uitvoeringsplannen behoren tot het plannenregister.
  ----------
  (1)<BVR 2009-06-05/38, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.9. Het college van burgemeester en schepenen neemt de contouren van de nieuwe gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, [1 ...]1, op in het plannenregister. Het neemt ook de ontwerpen op. Het verschil in juridische status moet echter duidelijk waarneembaar zijn.
  Elke contour bevat via een uniek identificatienummer een verwijzing naar de inventaris, genoemd in artikel 1, en naar het eigenlijke ruimtelijke uitvoeringsplan. Zowel de contouren als de eigenlijke ruimtelijke uitvoeringsplannen behoren tot het plannenregister.
  ----------
  (1)<BVR 2009-06-05/38, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.10. De nieuwe rooilijnplannen van gewest- en provinciewegen worden steeds [1 , binnen vijftien dagen na de definitieve vaststelling ervan,]1 in digitale vorm ter beschikking gesteld van het college van burgemeester en schepenen, dat ze opneemt in zijn plannenregister [1 binnen een termijn van drie maanden na ontvangst van de digitale gegevens]1.
  De omschrijvende veelhoek van deze plannen wordt bepaald en via een uniek identificatienummer wordt een verwijzing naar de inventaris, genoemd in artikel 1, en naar het eigenlijke rooilijnplan gemaakt. Zowel de omschrijvende veelhoeken als de eigenlijke rooilijnplannen behoren tot het plannenregister.
  ----------
  (1)<BVR 2009-06-05/38, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.11. Het college van burgemeester en schepenen neemt de omschrijvende veelhoek van de nieuwe gemeentelijke rooilijnplannen op in het plannenregister.
  Elke veelhoek bevat via een uniek identificatienummer een verwijzing naar de inventaris, genoemd in artikel 1, en naar het eigenlijke rooilijnplan. Zowel de veelhoeken als de eigenlijke rooilijnplannen behoren tot het plannenregister.

Art.12. De nieuwe onteigeningsplannen, opgemaakt ter uitvoering van de Vlaamse of de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen worden in digitale vorm opgemaakt en ter beschikking gesteld van het college van burgemeester en schepenen, dat ze opneemt in zijn plannenregister.
  De omschrijvende veelhoek van deze plannen wordt bepaald en via een uniek identificatienummer wordt een verwijzing naar de inventaris, genoemd in artikel 1, en naar het eigenlijke onteigeningsplan gemaakt. Zowel de omschrijvende veelhoeken als de eigenlijke onteigeningsplannen behoren tot het plannenregister.

Art.13. Het college van burgemeester en schepenen neemt de omschrijvende veelhoek van de nieuwe onteigeningsplannen, opgemaakt ter uitvoering van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, op in het plannenregister.
  Elke veelhoek bevat via een uniek identificatienummer een verwijzing naar de inventaris, genoemd in artikel 1, en naar het eigenlijke onteigeningsplan. Zowel de veelhoeken als de eigenlijke onteigeningsplannen behoren tot het plannenregister.

Art.14. Ontwerp-plannen, plannen en verordeningen die worden opgeheven of op enige andere wijze hun rechtskracht verliezen, worden door het college van burgemeester en schepenen uit het plannenregister geschrapt.

Art.15.Als de gemeente het gehele plannenregister of een deel ervan in digitale vorm [1 wil opmaken, actueel houden, uitwisselen of publiceren,]1, moet ze rekening houden met [5 de technische richtlijnen voor uitwisseling van digitale stedenbouwkundige informatie, die de Vlaamse Overheid ter beschikking stelt.]5
  ----------
  (1)<BVR 2009-06-05/38, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<BVR 2017-02-24/16, art. 38, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (3)<BVR 2017-11-10/11, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (4)<BVR 2021-05-07/09, art. 30, 009; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
  (5)<BVR 2024-07-19/40, art. 10, 010; Inwerkingtreding : 20-09-2024>

Art.16.Het college van burgemeester en schepenen bezorgt [2 [3 het Departement Omgeving]3]2 een afschrift van het eerste plannenregister in digitale en/of analoge vorm [1 ...]1. Het verzendt dit per aangetekend schrijven of geeft het af tegen ontvangstbewijs. Een kopie van de originele plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen, de rooilijnplannen en de onteigeningsplannen moet echter niet bijgevoegd worden, (...). <BVR 2006-06-23/40, art. 74, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
  ----------
  (1)<BVR 2009-06-05/38, art. 9, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<BVR 2014-06-06/15, art. 21, 006; Inwerkingtreding : 27-09-2014>
  (3)<BVR 2017-02-24/16, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2017>

Art.17. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2000.

Art. 18. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.