Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

27 APRIL 2000. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-16
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1997033001 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 12 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren wordt de punt 1° van de lijst opgeheven. Punt 2° wordt punt 1° en punt 3° wordt punt 2°.

Art.2. In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt het woord " leeftijd, " geschrapt.

Art.3. Artikel 32, leden 1 en 2, van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen :
  " De commissie van beroep is samengesteld uit acht leden. De ene helft van de leden wordt door de voor het Ministerie representatieve vakorganisaties aangewezen; zo nodig worden de mandaten in onderlinge overeenstemming verdeeld. De Secretaris-generaal of een door hem binnen het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap aangewezen vertegenwoordiger bekleedt het voorzitterschap. De andere leden worden door de Regering onder de statutaire personeelsleden van het Ministerie aangewezen, waarbij ten minste één lid moet worden aangewezen dat niet tot het niveau I behoort. Behoudens de voorzitter mag geen lid van de directieraad lid zijn van de commissie van beroep.
  Worden de vakorganisaties het niet eens, dan beslist de voorzitter van de commissie van beroep. ".

Art.4. In artikel 38 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° lid 1 wordt door volgend lid vervangen :
  " Om de twee jaar vindt een evaluatie van alle ambtenaren plaats, die aan elk onder hen persoonlijk meegedeeld wordt, ten vroegste echter één jaar na de toegang tot een nieuw ambt. ";
  2° lid 2 wordt opgeheven;
  3° in het lid 3 worden de woorden " een nieuwe graad " door de woorden " een nieuw ambt " vervangen.

Art.5. Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt door volgende bepaling vervangen :
  " Artikel 40 - Volgende evaluaties mogen worden toegekend : " positief ", " onder voorbehoud " en " negatief ".
  De evaluatie wordt gestaafd met de evaluatiecriteria.
  De lopende evaluatie is geldig zolang geen nieuwe evaluatie plaatsvindt.
  De evaluatie " onder voorbehoud " mag ten hoogste twee opeenvolgende keren worden toegekend. Daarna moet de evaluatie " positief " of " negatief " zijn.
  Als de evaluatie " onder voorbehoud " of " negatief " toegekend wordt, vindt de volgende evaluatie plaats na één jaar voor de betrokken ambtenaar, in afwijking van artikel 38, lid 1. ".

Art.6. In artikel 41 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " zeer goed " worden door het woord " positief " vervangen;
  2° het enige lid wordt als volgt aangevuld : " Voordat de directieraad beslist wint hij het advies in van de beroepscommissie inzake evaluaties, bedoeld in artikel 42. ".

Art.7. In artikel 42, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden " zeer goed " door het woord " positief " vervangen.

Art.8. Artikel 51 van hetzelfde besluit wordt door volgende bepaling vervangen :
  " Artikel 51 - De bevordering mag een toelaatbare kandidaat slechts toegekend worden als hij de evaluatie " positief " heeft gekregen en in actieve dienst is. ".

Art.9. Lid 3 van artikel 52 wordt opgeheven.

Art.10. Artikel 57 van hetzelfde besluit wordt met volgend lid aangevuld :
  " De kandidaten met een graad van de rangen I.C of I.D zijn op dezelfde wijze toelaatbaar voor de bevordering in een graad van de rang I.B, onder voorbehoud van artikel 56 en van alle andere toelaatbaarheidsvereisten. ".

Art.11. Lid 2 van artikel 60 van hetzelfde besluit wordt door volgend lid vervangen :
  " De betrokken ambtenaren moeten de evaluatie " positief " gekregen hebben en zich in dienstactiviteit bevinden om voor de bevordering in vlakke loopbaan toelaatbaar te zijn. ".

Art.12. Lid 1 van artikel 63 van hetzelfde besluit wordt door volgend lid vervangen :
  " Om aan een vergelijkend examen voor overgang naar het hoger niveau deel te nemen, moeten de betrokken ambtenaren ten minste de evaluatie " onder voorbehoud " gekregen hebben en zich in dienstactiviteit bevinden. Om voor de overgang naar een hoger niveau toelaatbaar te zijn, moeten ze de evaluatie " positief " hebben gekregen en zich in dienstactiviteit bevinden. ".

Art.13. In artikel 71 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het hele artikel worden de woorden " zeer goed " telkens door het woord " positief " vervangen;
  2° in lid 2 van de Duitse tekst wordt het woord " und " door de woorden " oder nach " vervangen;
  3° tussen lid 2 en lid 3 wordt volgend lid ingevoegd :
  " Ambtenaren van rang I.C. die een administratieve anciënniteit van 9 jaar in de rang of een geldelijke anciënniteit van 25 jaar hebben, nemen de weddeschaal I/10bis als ze een evaluatie " positief " hebben. ";
  4° het artikel wordt met volgend lid aangevuld :
  " De beperking waarin artikel 77, lid 1 voorziet is niet van toepassing om de in dit artikel bedoelde geldelijke anciënniteit te berekenen. ".

Art.14. In de hele bijlage II bij hetzelfde besluit wordt het woord " barema " door " weddeschaal " vervangen.
  In dezelfde bijlage wordt in de weddeschalen m.b.t. het niveau I, tussen de weddeschaal 1/10 en de weddeschaal 1/11, de weddeschaal 1/10bis ingevoegd, zoals bepaald in de bijlage bij dit besluit.

Art.15. Bij de inwerkingtreding van dit besluit worden de evaluaties " zeer goed " of " goed " in " positief ", de evaluatie " onvoldoende " in " negatief'" omgezet.

Art.16. De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Eupen, 27 april 2000.
  Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
  De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport,
  K.-H. LAMBERTZ

BIJLAGE.
Art. N. Bijlage bij het besluit van de Regering van 27 april 2000
  I/10bis
  3/1 x 23.000
  10/2 x 61.000
  1.525.000
  2.204.000
  1.525.000
  1.548.000
  1.571.000
  1.594.000
  1.594.000
  1.655.000
  1.655.000
  1.716.000
  1.716.000
  1.777.000
  1.777.000
  1.838.000
  1.838.000
  1.899.000
  1.899.000
  1.960.000
  1.960.000
  2.021.000
  2.021.000
  2.082.000
  2.082.000
  2.143.000
  2.143.000
  2.204.000
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van 27 april 2000 tot wijziging van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren.
  De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport,
  K.-H. LAMBERTZ.