30 MAART 1999. - Besluit van de Regering tot oprichting van een pedagogische werkgroep voor het kleuteronderwijs en van pedagogische werkgroepen voor de vakken kunst en handarbeid, psychomotoriek en lichamelijke opvoeding, Duits als moedertaal, Duits als vreemde taal, Frans als vreemde taal en Latijn, wiskunde, menswetenschappen, natuurwetenschappen en technologie in het gewoon lager onderwijs en in de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs. (Vertaling). (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 26-07-2000 en tekstbijwerking tot 07-12-2000)
Art. 1-13
Artikel 1. Er wordt in de Duitstalige Gemeenschap :
1° een pedagogische werkgroep voor het kleuteronderwijs (alle activiteiten samen);
2° pedagogische werkgroepen voor de vakken kunst en handarbeid, psychomotoriek en lichamelijke opvoeding, Duits als moedertaal, Duits als vreemde taal, Frans als vreemde taal en Latijn, wiskunde, menswetenschappen, natuurwetenschappen en technologie in het gewoon lager onderwijs en in de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs ingericht.
Hierna worden de pedagogische werkgroepen " werkgroep " genoemd.
De werkgroep voor het kleuteronderwijs heeft als opdracht ontwikkelingsdoelen in de Duitstalige Gemeenschap netoverschrijdend uit te werken.
De werkgroepen voor de vakken kunst en handarbeid, psychomotoriek en lichamelijke opvoeding, Duits als moedertaal, Duits als vreemde taal, Frans als vreemde taal en Latijn, wiskunde, menswetenschappen, natuurwetenschappen en technologie heeft als opdracht de sleutelbekwaamheden netoverschrijdend uit te werken die vereist zijn op het einde van het gewoon lager onderwijs en van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs in de Duitstalige Gemeenschap.
De werkgroepen sluiten hun werkzaamheden ten laatste op 31 december 2000. Zij leggen de resultaten ervan aan de Minister bevoegd inzake Onderwijs voor, in een verslag dat in samenwerking met de Afdeling " Organisatie van het Onderwijs " van het Ministerie opgesteld wordt.
Art.2. De werkgroepen zijn samengesteld uit de volgende coördinatoren, secretarissen en leden :
Groep 1 : kleuteronderwijs.
Edith Gronsfeld : coördinator en secretaris.
Michael Bong.
Ingrid Weynand.
Renate Wangen.
Beatrice Weling.
Cornelia Zinnen.
(Monika Palm) <BDG 2000-09-14/42, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1999>
(Groep 2 : kunst en handarbeid.
Lieve Deckers : coördinator en secretaris.
François Feidler;
Ruth Brück;
Myriam Goor;
Christiane Rossel;
Sylvianne Adam-Blank;
Gabriele Lemmens.) <BDG 2000-09-14/42, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-11-1999>
Groep 3 : psychomotoriek en lichamelijke opvoeding.
Marc Wolfs : coördinator.
Norbert Kever : secretaris.
Marie-Claire Leusch.
Olivier Hennes.
Josef Thaeter.
Monique Godet.
Groep 4 : Duits als moedertaal.
Karl-Heinz Pluymen : coördinator.
Martha Oestges : secretaris.
Elmar Gries.
Karl-Heinz Gördens.
Margaretha Lambertz.
(Groep 5 : Duits als vreemde taal.
Helmut Henz : coördinator;
Annic Elsen : secretaris;
Elvire Wintgens.
Groep 5bis : Frans als vreemde taal en Latijn.
Rita Fabeck : coördinator;
Anandi Dehoust : secretaris;
Elisabeth Fatzaun;
Liselotte Hageman;
Nathalie Gustin;
Véronique Magis;
Marc Vanberg;
Jeanine Smets;
Hubert Maraite;
Ronny Godesar.) <BDG 2000-09-14/42, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-09-1999>
Groep 6 : wiskunde.
Jean-Marie Greven : coördinator et secretaris.
Simone Laschet.
Karl-Heinz Brüll.
Robert Müller.
(Nathalie Kesseler-Heinen) <BDG 2000-09-14/42, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1999>
(Groep 7 : menswetenschappen.
Carlo Lejeune : coördinator en secretaris;
Alfred Keller;
Astrid Semaille.
Jean-Claude Franken.
Marc Dürnholz.) <BDG 2000-09-14/42, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1999>
Groep 8 : natuurwetenschappen en technologie.
Léo Lennertz : coördinator.
Philippe Mathie : secretaris.
Helmut Henz.
Myriam Van Ael.
Herbert Felten.
Martina Stoffels.
Jean-Marie Kayls.
Art.3. § 1. Er wordt een coördinatiecommissie ingericht. Zij is samengesteld uit de pedagogische inspecteurs, de coördinators van de werkgroepen en twee vertegenwoordigers van de instituten voor pedagogisch hoger onderwijs.
De commissie is verantwoordelijk voor het structureel en inhoudelijk werk van de werkgroepen.
§ 2. De vertegenwoordigers van de instituten voor pedagogisch hoger onderwijs zijn Wilma Petitfrère en Gertrud Bong.
Art.4. De aanwijzing van de coördinators, secretarissen en leden van de werkgroepen alsmede van de leden van de coördinatiecommissie geldt voor de duur van de in artikel 1 bedoelde opdracht, vervalt echter ten laatste op 31 december 2000.
Art.5. De coördinator roept de werkgroep bijeen en bepaalt de vergaderplaats en de dagorde. Hij deelt de datum mede aan de Afdeling " Organisatie van het Onderwijs " van het Ministerie.
Art.6. Op uitnodiging van de coördinator kunnen deskundigen aan de zittingen van de werkgroep deelnemen.
Art.7. Als materieel moet worden besteld, dan wordt een verzoek bij de Afdeling " Organisatie van het Onderwijs " van het Ministerie ingediend die over de aanschaffing beslist.
Art.8. De coördinators, secretarissen, leden van de werkgroepen, de vertegenwoordigers van de instituten voor pedagogisch hoger onderwijs alsmede de deskundigen verkrijgen een reiskostenvergoeding. Daaromtrent gelden de bepalingen die van toepassing zijn op de ambtenaren van Rang I F van het Ministerie. Bij gebruik van een privé-voertuig wordt het fiscaal vermogen van 7 pk in aanmerking genomen.
Art.9. De leden van de werkgroep en de experten verkrijgen een presentiegeld ten belope van 1 500 BF per zitting van ten minste tweeëneenhalf uren en van 3 000 BF per zitting van ten minste vijf uren.
De voeten bepaald in het eerste lid worden met 50 % verhoogd voor de coördinator en de secretaris.
In afwijking van het eerste lid en mits voorafgaande toestemming van de Minister bevoegd inzake Onderwijs kunnen de deskundigen een presentiegeld verkrijgen dat hoger ligt dan de bepaalde voeten.
Art.10. Inspecteurs, opdrachthouders van de Duitstalige Gemeenschap en ambtenaren van de Duitstalige Gemeenschap die als deskundigen de zittingen van de werkgroep bijwonen, verkrijgen geen presentiegeld.
Art.11. De schuldvorderingen worden door de coördinator medeondertekend ter bekrachtiging van de juistheid ervan en per semester ingediend bij de Afdeling " Organisatie van het Onderwijs " van het Ministerie.
Art.12. Dit besluit heeft uitwerking op 1 oktober 1998.
Art. 13. De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 30 maart 1999.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
J. MARAITE
De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen,
W. SCHRODER