17 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 137, 157 en 159 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 137 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen wordt vervangen als volgt :
" Art. 137. De rust- en overlevingspensioenen en het pensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot worden bij twaalfden verworven en zijn betaalbaar per maand, samen met de ermee gepaard gaande uitkeringen.
De betaling van deze uitkeringen gebeurt door middel van postassignaties waarvan het bedrag betaalbaar is op de hoofdverblijfplaats en in handen van de gerechtigde. Op schriftelijk verzoek van de betrokkene aan de Rijksdienst voor Pensioenen kan van deze verplichting afgeweken worden.
De betaling kan geschieden volgens andere modaliteiten die door Ons worden bepaald. ".
Art.2. Artikel 157 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 157. In geval van overlijden van een gerechtigde op een rustpensioen, een overlevingspensioen, een pensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot of op een uitkering als van tafel en bed of feitelijk gescheiden echtgenoot, worden de vervallen en op de dag van het overlijden niet betaalde termijnen ambtshalve uitgekeerd, naargelang van het geval :
1° aan de overlevende echtgenoot, op voorwaarde dat de echtgenoten op het ogenblik van het overlijden van de gerechtigde niet van tafel en bed gescheiden noch feitelijk gescheiden zijn zoals bedoeld in artikel 99;
2° bij ontstentenis van de echtgenoot bedoeld in 1°, aan de kinderen met wie de gerechtigde samenleefde op het ogenblik van zijn overlijden. Deze laatsten kunnen slechts aanspraak maken op de termijnen voor de maand van het overlijden voor zover de gerechtigde niet overleden was op de uitgiftedatum van de postassignatie of, bij betaling op een persoonlijke rekening bij een financiële instelling, op de in het nationaal compensatiesysteem geldende uitvoeringsdatum. ".
Art.3. Artikel 159, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" § 1. Bij overlijden van een gerechtigde bedoeld bij artikel 157 en bij ontstentenis van de bij hetzelfde artikel bedoelde rechthebbenden, worden de vervallen en op de dag van het overlijden niet betaalde termijnen, met inbegrip van deze voor de maand van het overlijden voor zover de gerechtigde niet overleden was op de uitgiftedatum van de postassignatie of, bij betaling op een persoonlijke rekening bij een financiële instelling, op de in het nationaal compensatiesysteem geldende uitvoeringsdatum, uitgekeerd in de hierna volgende orde :
1° aan iedere persoon met wie de gerechtigde samenleefde op het ogenblik van zijn overlijden;
2° aan de persoon die in de verplegingskosten is tussengekomen;
3° aan de persoon die de begrafeniskosten heeft betaald.
Elke in deze paragraaf bedoelde persoon kan op de termijnen slechts aanspraak maken bij ontstentenis van een aanvragende rechthebbende van een vorige rang. ".
Art.4. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 2000.
Art. 5. Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 september 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE
De Minister van Middenstand,
J. GABRIELS