14 JULI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikelen 6, 38 en 40 van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 6, § 2, van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 maart 1993, 15 januari 1999 en 17 maart 1999, wordt aangevuld als volgt :
" 10° het geïndexeerd bedrag van de verhoging van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, toegekend bij koninklijk besluit van 14 mei 2000;
11° het geïndexeerd bedrag van de verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van de rust- en overlevingspensioenen voor werknemers, toegekend bij koninklijk besluit van 14 mei 2000. ".
Art.2. Artikel 38, 4° en 5°, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 januari 1999, wordt vervangen als volgt :
" 4° wanneer de inkomsten bedoeld in artikel 7 van de wet verhoogd zijn met ten minste 20 pct. ten opzichte van de inkomsten van de eerste dag van de vorige maand;
5° wanneer de uitkeringen bedoeld in artikel 13, § 1, eerste lid, van de wet verhoogd zijn met ten minste 20 pct. ten opzichte van de uitkeringen van de eerste dag van de vorige maand;
6° op de datum bepaald bij een vroegere beslissing wanneer zij werd genomen op basis van voorlopige of evoluerende elementen. ".
Art.3. Artikel 40, § 2, 2° en 3°, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 januari 1999, wordt vervangen als volgt :
" 2° de eerste dag van de maand volgend op die tijdens dewelke de in artikel 38, 4° en 5°, bedoelde wijziging heeft plaatsgehad of, indien de wijziging wordt aangegeven in de zin van artikel 8 van de wet, binnen de 6 maanden van de wijziging, de eerste dag van de maand volgend op die waarin de beslissing wordt betekend.
Indien deze maatregel met terugwerkende kracht wordt toegepast, begint de termijn van zes maanden te lopen vanaf de datum waarop de wijziging wordt betekend aan de betrokkene;
3° in het geval bedoeld bij artikel 38, 6°, de eerste dag van de maand volgend op die tijdens dewelke de beslissing werd betekend. ".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2000.
Art. 5. Onze Minister bevoegd voor de Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.