1 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van het Belgisch telematica-onderzoeksnetwerk als Staatsdienst met afzonderlijk beheer. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-03-2000 en tekstbijwerking tot 26-11-2015)
HOOFDSTUK I. - Definities en algemene principes.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - De beheerscommissie.
Art. 3-11
HOOFDSTUK III. - De ordonnateur.
Art. 12-15
HOOFDSTUK IV. - De rekenplichtige.
Art. 16-19
HOOFDSTUK V. - De begroting.
Art. 20-33
HOOFDSTUK Vl. - De rekeningen.
Art. 34, 34bis, 35-37
HOOFDSTUK Vll. - Het beheer.
Art. 38-45
HOOFDSTUK Vlll. - De overheidsopdrachten.
Art. 46-49
HOOFDSTUK IX. - De controle.
Art. 50-53
HOOFDSTUK X. - Algemene en slotbepalingen.
Art. 54-56
2001003367 2001021139 2001021140 2003021120 2003021122 2003021123 2003021124 2008021073 2008021074 2014021059 2016021096
HOOFDSTUK I. - Definities en algemene principes.
Artikel 1. <KB 2008-07-18/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008> Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
a) " Belnet ", het Belgisch telematica-onderzoeksnetwerk, als Staatsdienst met afzonderlijk beheer;
b) " Minister ", de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort;
c) " Dienst ", de Programmatorische federale overheidsdienst Wetenschapsbeleid;
d) " Voorzitter ", de Voorzitter van de Programmatorische federale overheidsdienst Wetenschapsbeleid;
e) " Directiecomité ", het directiecomité van de Programmatorische federale overheidsdienst Wetenschapsbeleid;
f) " Directeur ", het hoofd van de dienst Belnet.
Art.2. De beheersorganen van BELNET zijn de beheerscommissie en de ordonnateur.
HOOFDSTUK II. - De beheerscommissie.
Art.3. De beheerscommissie is belast met :
1° het vastleggen van het kaderprogramma van de activiteiten van BELNET bedoeld in artikel 38;
2° het opstellen van de begroting vóór het begin van het begrotingsjaar en, zo nodig, het aanpassen ervan in de loop van het begrotingsjaar;
3° het goedkeuren, samen met de initiële begroting, van het jaarlijks investeringsplan;
4° het opstellen en het periodiek onderzoeken van de overzichtstabel bedoeld in artikel 39;
5° het goedkeuren van het jaarlijks activiteitenverslag;
6° het afsluiten van de rekeningen van het afgelopen begrotingsjaar;
7° het vaststellen van de vergoedingen voor de diensten geleverd door BELNET;
8° het goedkeuren van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen of diensten binnen de perken van het bepaalde van artikel 46;
9° (het voorstellen aan de Voorzitter van de aanwervingen voor het statutaire personeel van Belnet in het personeelsplan van de Dienst;) <KB 2008-07-18/31, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
10° (het voorstellen aan de Voorzitter van de indienstneming van het contractuele personeel bezoldigd ten laste van de kredieten ingeschreven in de begroting van de Dienst;) <KB 2008-07-18/31, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
11° het in dienst nemen van het contractueel personeel bezoldigd ten laste van de begroting van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer;
12° het nauwgezet beheren van de middelen en het patrimonium van BELNET;
13° het organiseren van de algemene (administratieve, logistieke en technische) diensten van BELNET.
Art.4.§ 1. De beheerscommissie is samengesteld uit :
a) als stemgerechtigde leden :
1° de directeur;
2° het hoofd van een van de volgende instellingen, of haar bestendig afgevaardigde, aangewezen door de Minister : [1 Koninklijk Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie]1, Koninklijk Meteorologisch Instituut van België, Koninklijke Sterrenwacht van België;
3° (twee personeelsleden van de Dienst waarvan tenminste een ambtenaar-generaal van tenminste klasse A4, aangewezen door de Voorzitter;) <KB 2008-07-18/31, art. 3, 1°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
4° vier leden - twee Nederlandstaligen en twee Franstaligen - die geen deel uitmaken en geen deel uitgemaakt hebben van het personeel van BELNET, noch van de (Dienst) - aangewezen door de Minister, waarvan twee op grond van een dubbeltal opgesteld door de directeur met instemming van de (Voorzitter) en voorgedragen door deze laatste. <KB 2008-07-18/31, art. 3, 2°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Hun mandaat loopt over vier jaar en is vernieuwbaar.
Zij worden gekozen voor hun ervaring inzake beheer.
Zij mogen geen mandaat beginnen als zij de leeftijd van 65 jaar overschreden hebben.
b) als leden met raadgevende stem :
1° de bij de Minister geaccrediteerde Inspecteur van Financiën belast met de dossiers van BELNET;
2° de rekenplichtige van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer;
3° de secretaris van de commissie.
§ 2. Het lid van de beheerscommissie dat ontslag neemt of overlijdt, wordt onmiddellijk vervangen. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.
§ 3. Het lid van de beheerscommissie bedoeld in § 1, a), 4° dat, behalve om behoorlijk vastgestelde medische redenen, niet aan drie opeenvolgende vergaderingen van de beheerscommissie deelneemt, wordt als ontslagnemend beschouwd. Hij wordt op dezelfde wijze vervangen als die vastgelegd in § 1, a), 4°.
§ 4. De functie van lid van de beheerscommissie wordt, voor de leden bedoeld in § 1, a), 4° vergoed via presentiegeld, waarvan het bedrag door de Minister vastgesteld wordt.
Het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten is van toepassing op de leden van de beheerscommissie bedoeld in § 1, a), 4°, die daartoe gelijkgesteld worden met Rijksambtenaren (van klasse A4). <KB 2008-07-18/31, art. 3, 3°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
§ 5. De beheerscommissie kan iedere persoon uitnodigen om aan haar werkzaamheden deel te nemen wegens zijn ervaring op het gebied van de behandelde materie(s). In dat geval heeft deze persoon raadgevende stem.
----------
(1)<KB 2015-11-09/14, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 25-11-2014>
Art.5. De voorzitter van de beheerscommissie is de ambtenaar-generaal van de (Dienst) bedoeld in artikel 4, § 1, a), 3°. <KB 2008-07-18/31, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
De ondervoorzitter van de beheerscommissie is de directeur.
De secretaris van de beheerscommissie wordt door haar aangewezen onder het personeel van de Diensten, op voordracht van de directeur opgesteld met instemming van de secretaris-generaal.
Art.6. De beheerscommissie beraadslaagt onder voorzitterschap van de voorzitter of, bij diens afwezigheid, van de ondervoorzitter.
Art.7. De beheerscommissie vergadert zoveel maal als zij nodig acht en minstens viermaal per jaar. Zij komt bijeen in een van de lokalen van BELNET.
De voorzitter roept schriftelijk minstens vijf werkdagen vooraf de leden van de commissie samen en dit ambtshalve of op gemotiveerd verzoek van de directeur of van een derde van de stemgerechtigde leden van de commissie.
De uitnodiging vermeldt de agenda, die met name ieder punt moet bevatten voorgesteld door een lid en dat de voorzitter minstens tien werkdagen vóór de vergadering bereikt moet hebben.
Art.8. De beheerscommissie kan slechts geldig beraadslagen indien de meerderheid van haar stemgerechtigde leden aanwezig is.
Indien dit quorum niet bereikt wordt, beraadslaagt de commissie onder voorbehoud van formele goedkeuring van haar beslissingen tijdens de volgende vergadering. Voor deze goedkeuring is het quorum niet vereist, voor zover de tijdens de vorige vergadering genomen beslissingen expliciet op de agenda geplaatst zijn van de nieuwe vergadering.
Art.9. De beslissingen van de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen wordt het in stemming gebrachte voorstel verworpen.
Art.10. Uitgaande van een model opgesteld door de (Voorzitter), legt de beheerscommissie haar huishoudelijk reglement vast. <KB 2008-07-18/31, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Art.11. De beraadslagingen en de beslissingen van de beheerscommissie worden opgetekend in een ontwerp van notulen opgesteld in de taal van de secretaris.
Deze worden binnen vijf werkdagen na de vergadering aan de (Voorzitter) en aan de leden van de beheerscommissie gestuurd. Deze laatste beschikken over tien werkdagen om hun opmerkingen aan de voorzitter kenbaar te maken. <KB 2008-07-18/31, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Indien er na het verstrijken van deze termijn geen opmerkingen zijn, wordt het ontwerp van notulen beschouwd als goedgekeurd en door de voorzitter, de ondervoorzitter en de secretaris ondertekend.
Indien een lid van de commissie binnen de gestelde termijn een opmerking heeft geformuleerd, wordt het ontwerp van notulen samen met deze opmerking aan de volgende vergadering van de beheerscommissie voorgelegd, die zich over de goedkeuring ervan uitspreekt.
Een kopie van de goedgekeurde notulen, opgesteld in het Nederlands en in het Frans, wordt aan de leden van de beheerscommissie gezonden alsmede aan de secretaris-generaal, die deze aan de Minister doorstuurt.
De goedgekeurde notulen worden ingeschreven in een speciaal register.
Kopieën of uittreksels die aan een of andere instantie moeten worden voorgelegd, worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
HOOFDSTUK III. - De ordonnateur.
Art.12. De ordonnateur van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer is de directeur.
Art.13.[1 De ordonnateur is belast met :
1° het voorbereiden van de vergaderingen en het uitvoeren van de beslissingen van de beheerscommissie;
2° het vaststellen van de rechten ten bate van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer;
3° het vastleggen van elke uitgave ten laste van de begroting van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer, voor zover het bedrag van die uitgave, exclusief belasting op de toegevoegde waarde, minder bedraagt dan 50.000 euro;
4° het verlenen van de machtiging tot het vastleggen van elke uitgave ten laste van de begroting van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer, voor zover die vooraf toegestaan werd door de minister of de beheerscommissie;
5° het uitvoeren van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen of diensten;
6° het ondertekenen van elk contract of overeenkomst die de uitvoering mogelijk maakt van de dagelijkse beheersdaden waarvan de vastleggingswaarde, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, minder bedraagt dan 50.000 euro;
7° het ondertekenen van welk ander contract ook met betrekking tot de diensten verleend door de instelling aan derden in het kader van haar opdrachten en die inkomsten opleveren.
De door de ordonnateur gestelde handelingen in het kader van het dagelijks beheer worden ter kennis gebracht van de beheerscommissie tijdens haar eerstvolgende vergadering.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/34, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 15-05-2014>
Art.14. De beheerscommissie draagt het dagelijks beheer van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer over aan haar ordonnateur. Het voorwerp en de grenzen van deze delegatie, die nooit betrekking kan hebben op de taken bedoeld in artikel 3, 1° tot 8°, zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement van de beheerscommissie.
De handelingen verricht door de ordonnateur in het kader van deze delegatie worden ter kennis gebracht van de beheerscommissie op haar eerstvolgende vergadering.
Art.15. Na toestemming van de beheerscommissie kan de ordonnateur, onder zijn verantwoordelijkheid, bepaalde taken bedoeld in artikel 13 en/of bepaalde taken die hem opgedragen werden door de beheerscommissie ter uitvoering van artikel 14, overdragen.
HOOFDSTUK IV. - De rekenplichtige.
Art.16. <KB 2008-07-18/31, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008> De rekenplichtige van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer wordt door de Beheerscommissie aangewezen onder de personeelsleden van Belnet op voordracht van de ordonnateur.
Art.17. De rekenplichtige is belast met :
1° het registreren van de vastgestelde rechten en het verrichten van de betalingen;
2° het bewaren en behandelen van de gelden en waarden;
3° het opstellen en bewaren van de bescheiden met betrekking tot de begroting en rekeningen, alsmede van ieder bewijsstuk;
4° het bijhouden van de boekhouding en de inventaris van het vermogen.
Hij is verantwoording verschuldigd jegens het Rekenhof.
Art.18. De rekenplichtige ontvangt een jaarlijkse forfaitaire vergoeding waarvan het bedrag door de Minister vastgesteld wordt.
Art.19. Op voorstel van de ordonnateur kan de beheerscommissie, onder het personeel van BELNET, hulprekenplichtigen aanwijzen belast met het bewaren, behandelen en beheren van sommige rekeningen en kassen.
De hulprekenplichtigen voeren hun taak uit onder rechtstreekse verantwoordelijkheid van de rekenplichtige van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer.
HOOFDSTUK V. - De begroting.
Art.20. De Staatsdienst met afzonderlijk beheer maakt jaarlijks een begroting op met de ramingen van, zonder uitzondering, al zijn inkomsten en uitgaven.
Onder inkomsten dient met name te worden verstaan de aan het begin van het begrotingsjaar beschikbare financiële middelen, de dotaties aan de Staatsdienst met afzonderlijk beheer uit de begroting van de (Dienst), de eigen inkomsten van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer, met inbegrip van de opbrengst van de realisatie en van de intresten van financiële rekeningen en de opbrengst van de verhuur van lokalen en van concessie van infrastructuur of van dienstverlening. <KB 2008-07-18/31, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Onder uitgave dient te worden verstaan iedere som die de Staatsdienst met afzonderlijk beheer aan een derde moet betalen.
Art.21. Het begrotingsjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.
Art.22. De voorstelling van de begroting, de classificaties ervan en de wijze van aanrekening van de inkomsten en de uitgaven worden vastgelegd door Ons op voordracht van de Minister na akkoord van de Minister van Begroting.
Art.23. § 1. De inkomsten, met inbegrip van die afkomstig van de eigen activiteiten van BELNET, met name de vastgelegde vergoeding voor een geleverde dienst, worden zonder onderscheid gebruikt om de uitgaven te dekken.
§ 2. De beheerscommissie kan evenwel, bij het opmaken van de jaarlijkse begroting of naar aanleiding van een bijzondere beslissing in verband met een activiteit, beslissen dat sommige inkomsten een specifieke bestemming krijgen. Deze beslissing wordt met redenen omkleed.
Art.24. De uitgaven mogen de inkomsten voor een gegeven begrotingsjaar niet overschrijden.
De financiële middelen beschikbaar aan het begin van dat begrotingsjaar mogen echter slechts bijdragen aan het evenwicht van de begroting voor zover ze uitgaven dekken die tot doel hebben het patrimonium van BELNET te vergroten of een specifieke dienstverlenende activiteit te verrichten die met de inkomsten van een enkel begrotingsjaar niet uitgevoerd kan worden en waarvan het principe vooraf goedgekeurd werd door de beheerscommissie.
Iedere afwijking van de bepalingen van de vorige alinea vereist een expliciete toestemming van de Minister.
Art.25. De begroting wordt opgemaakt per activiteitenprogramma en per basisallocatie.
Art.26. Zodra vastgelegd in het kader van de goedkeuring of van de aanpassing van de begroting, is het bedrag van een basisallocatie qua uitgaven, voor de beheerscommissie en de ordonnateur, een uitgavenkrediet, dat wil zeggen een dienovereenkomstige uitgavenmachtiging en die niet voor andere doeleinden aangewend mag worden dan voor die waarin de begroting voorziet.
De herschikking van kredieten onder bepaalde basisallocaties in de loop van een begrotingsjaar wordt evenwel toegestaan op de voorwaarden en de wijze bepaald door de Minister.
Art.27. De aan het einde van een begrotingsjaar niet opgebruikte kredieten worden automatisch geschrapt.
Art.28. § 1. In de begroting wordt jaarlijks een provisioneel krediet ingeschreven ten bedrage van een percentage van de ramingen van de bestaansmiddelenuitgaven. De Minister legt dit percentage vast, na akkoord van de Minister van Begroting.
§ 2. Het provisioneel krediet mag in de loop van het begrotingsjaar aangewend worden om het hoofd te bieden aan onvoorziene bestaansmiddelenuitgaven. De beheerscommissie motiveert haar beslissing terzake.
Art.29. (Uiterlijk 30 juni stelt de beheerscommissie een voorstel van begroting voor het volgende begrotingsjaar op). Dit voorstel wordt opgemaakt uitgaande van de dotatie, berekend overeenkomstig de instructies van het betrokken begrotingsjaar. <KB 2008-07-18/31, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Het voorstel is vergezeld van een lijst met nieuwe initiatieven en behoeften voor het volgende begrotingsjaar waarvan de dekking, volgens de beheerscommissie, een aanpassing vereist van de dotatie van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer. Deze lijst wordt gemotiveerd en opgesteld volgens een prioriteitenvolgorde.
Art.30. § 1. Ten laatste op het einde van de begrotingswerkzaamheden deelt de Minister aan de betrokken instelling het bedrag mee van de dotatie die zal ingeschreven worden in het ontwerp van algemene uitgavenbegroting van de Staat.
§ 2. De beheerscommissie maakt ten laatste vijftien dagen na deze mededeling de initiële begroting voor het betrokken begrotingsjaar op.
Art.31. § 1. (Uiterlijk 30 april stelt de beheerscommissie een voorstel van aanpassing op voor het aan de gang zijnde begrotingsjaar op grond van een dotatie berekend overeenkomstig de begrotingsrichtlijnen.) <KB 2008-07-18/31, art. 10, 1°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Dit voorstel is vergezeld van de verantwoording van de erin vervatte aanpassingen.
§ 2. Ten laatste op het einde van de begrotingswerkzaamheden deelt de (Dienst) aan de betrokken instelling het bedrag mee van de aangepaste dotatie die zal ingeschreven in het ontwerp van aangepaste algemene uitgavenbegroting van de Staat. <KB 2008-07-18/31, art. 10, 2°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
§ 3. (Uiterlijk twee weken van deze mededeling, stelt de beheerscommissie de aangepaste begroting van het aan de gang zijnde begrotingsjaar op.) <KB 2008-07-18/31, art. 10, 3°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Art.32. Vooraleer de initiële en aangepaste begrotingen van een begrotingsjaar op te maken, onderzoekt de beheerscommissie de eventuele desbetreffende opmerkingen uitgebracht door de Inspecteur van Financiën bedoeld in artikel 4, § 1, b), 1°. Ze motiveert iedere beslissing die indruist tegen een van deze opmerkingen.
Art.33. De Minister legt, met akkoord van de Minister van Begroting, het model vast van de in de algemene uitgavenbegroting van de Staat te publiceren begroting.
HOOFDSTUK Vl. - De rekeningen.
Art.34. Aan het einde van ieder begrotingsjaar stelt de Staatsdienst met afzonderlijk beheer een rekening van uitvoering van de begroting, een beheersrekening en een vermogensstaat op, in de vorm vastgelegd door de Minister na akkoord van de Minister van Financiën.
Art. 34bis. <Ingevoegd bij KB 2008-07-18/31, art. 11; Inwerkingtreding : 01-01-2008> Aan het einde van ieder begrotingsjaar, stelt de rekenplichtige zijn beheersrekening op die hij uiterlijk 1 maart naar de Bestuur Thesaurie van de FOD Financiën stuurt.
Art.35. <KB 2008-07-18/31, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008> § 1. Uiterlijk 30 april worden de rekeningen van het voorgaande jaar voorgelegd aan de Beheerscommissie, die ze vastlegt en meedeelt aan de Voorzitter. De Voorzitter stuurt ze samen met zijn eventuele opmerkingen aan de Minister.
§ 2. Uiterlijk 30 juni keurt de Minister deze rekeningen goed en stuurt ze door aan de Minister van Financiën om ze naar het Rekenhof te verzenden.
Art.36. De bewijsstukken met betrekking tot de rekeningen worden door de rekenplichtige in BELNET zelf bewaard.
Art.37. <KB 2008-07-18/31, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008> Bij verandering van rekenplichtige, om welke reden ook, stelt de rekenplichtige die weggaat zijn beheersrekening op als bedoeld in artikel 34bis.
HOOFDSTUK Vll. - Het beheer.
Art.38. De Staatsdienst met afzonderlijk beheer stelt een driejarig kaderprogramma van de activiteiten van BELNET op.
Het kaderprogramma beschrijft de manier waarop de Staatsdienst met afzonderlijk beheer er zich toe verbindt de statutaire opdrachten van BELNET te vervullen in de vorm van doelstellingen, bepaald ten aanzien van :
a) het terzake door de regering en de minister uitgestippelde beleid;
b) de toestand van zijn omgeving, in het bijzonder de verschillende soorten van gebruikers (instellingen en particulieren) waartoe BELNET zich richt;
c) de structurele toestand waarin hij verwacht zich te bevinden, in het bijzonder de menselijke, financiële en logistieke middelen waarover hij beschikt en de overeenstemmende middelen die de regering hem zal toekennen.
Het kaderprogramma wordt opgesteld door de directeur en zijn medewerkers, uitgaande van de richtlijnen verstrekt door de secretaris-generaal.
Het wordt vervolgens vastgelegd bij met redenen omklede beslissing van de beheerscommissie en voorgelegd aan de Minister die het, binnen een termijn van vijftien werkdagen, goedkeurt, wijzigt of weigert. Na deze termijn wordt het kaderprogramma geacht door de Minister te zijn goedgekeurd.
Het wordt ieder jaar aangepast volgens het principe van het glijdend plan.
Art.39. De Staatsdienst met afzonderlijk beheer stelt een overzichtstabel op waarmee de ontwikkeling van zijn beheer gevolgd en beoordeeld kan worden.
De overzichtstabel bevat een reeks indicatoren over de realisaties van BELNET (fysieke en statistische gegevens), over haar administratief en financieel beheer (begrotings- en boekhoudingsgegevens en gegevens met betrekking tot de human resources) en over de resultaten van haar activiteiten (graad van realisatie van de in het kaderprogramma omschreven doelstellingen).
De samenstelling van de overzichtstabel wordt bepaald door de beheerscommissie aan de hand van een minimummodel vastgelegd door de Minister na advies van de secretaris-generaal.
De overzichtstabel wordt bijgewerkt op 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van ieder begrotingsjaar. De bijgewerkte overzichtstabel wordt binnen tien werkdagen bezorgd aan de beheerscommissie, die ze op haar eerstvolgende vergadering onderzoekt.
Art.40. Indien de overzichtstabel bedoeld in artikel 39 driemaal na elkaar een blijvend verschil vertoont tussen de doelstellingen bereikt door BELNET en die vastgelegd in het kaderprogramma bedoeld in artikel 38, hoewel de ervoor uitgetrokken middelen ter beschikking gesteld werden van de betrokken Staatsdienst met afzonderlijk beheer, wordt de uitvoering van het kaderprogramma opgeschort bij beslissing van de Minister. Deze beslissing wordt met redenen omkleed.
Indien de overzichtstabel bedoeld in artikel 39 driemaal na elkaar een verschil vertoont tussen de reëel ter beschikking gestelde middelen van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer en die vastgelegd in het kaderprogramma bedoeld in artikel 38, wordt de uitvoering van dit laatste opgeschort bij beslissing van de beheerscommissie. Deze beslissing wordt met redenen omkleed.
In de gevallen bedoeld in de twee vorige alinea's wordt, op initiatief van de secretaris-generaal, binnen vijftien werkdagen na de bewuste beslissing overleg gepleegd tussen de Minister en de beheerscommissie of hun vertegenwoordigers. Het leidt ofwel tot de bevestiging, of/wel tot de aanpassing van het kaderprogramma, op dezelfde wijze als die beschreven in artikel 38, laatste alinea.
Art.41.[1 Tijdens elke vergadering van de beheerscommissie verstrekt de ordonnateur de volgende documenten :
- een beheersverslag;
- de lijst van de gesloten of in uitvoering zijnde projecten met derden;
- de inventaris van de contracten en overeenkomsten van allerhande aard opgemaakt of gesloten door de Staatsdienst met afzonderlijk beheer.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 15-05-2014>
Art.42. De financiële middelen die beschikbaar zijn aan het einde van een begrotingsjaar, mogen vanaf het begin van het volgend begrotingsjaar aangewend worden.
Art.43. De jaarlijkse dotatie wordt vereffend in twee delen : 50 % voor het einde van het eerste trimester van het begrotingsjaar en 50 % voor het einde van het derde trimester van het begrotingsjaar.
Art.44. De uitgaven worden betaald zonder voorafgaande tussenkomst van het Rekenhof.
Art.45. § 1. De Staatsdienst met afzonderlijk beheer legt een reservefonds aan, waarvan de grootte minstens gelijk is aan een percentage van het gemiddelde van de bestaansmiddelenuitgaven van de drie vorige begrotingsjaren. De Minister legt dit percentage vast, na akkoord van de Minister van Begroting.
§ 2. De middelen van het reservefonds die meer bedragen dan de minimumgrootte vastgelegd krachtens § 1 kunnen, op ieder ogenblik, aangewend worden voor een specifieke uitgave bij een met redenen omklede beslissing van de beheerscommissie.
§ 3. Om een aan het einde van een begrotingsjaar of van het beheer van een bijzondere activiteit bestaand onvoorzien negatief saldo aan te zuiveren of om het hoofd te bieden aan een dringende uitgave, kan de beheerscommissie aan de Minister voorstellen alle of een gedeelte van de middelen van het reservefonds aan te wenden, mits tegelijk een tijdschema voorgelegd wordt om het fonds opnieuw op zijn minimumgrootte te brengen.
Bij ontstentenis van een antwoord van de Minister binnen tien werkdagen nadat het dossier doorgezonden werd, wordt zijn beslissing gunstig geacht.
HOOFDSTUK Vlll. - De overheidsopdrachten.
Art.46.[1 Voor zover het voorwerp van de overheidsopdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten vooraf goedgekeurd werd door de beheercommissie en binnen de perken blijft van de kredieten die daartoe in de begroting voor het begrotingsjaar ingeschreven zijn, is de ordonnateur gemachtigd de wijze te bepalen waarop de opdracht gegund wordt, het bijzonder bestek of de als zodanig geldende bescheiden vast te stellen, de procedure in te zetten en de opdracht te gunnen voor de behoeften van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer. ]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/34, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 15-05-2014>
Art.47.
<Opgeheven bij KB 2014-04-25/34, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 15-05-2014>
Art.48.
<Opgeheven bij KB 2014-04-25/34, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 15-05-2014>
Art.49.
<Opgeheven bij KB 2014-04-25/34, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 15-05-2014>
HOOFDSTUK IX. - De controle.
Art.50. De Minister organiseert de controle op de schrifturen en de stukken betreffende de boekhoudingsverrichtingen.
Art.51. § 1. (De Voorzitter ontvangt de agenda's en de goedgekeurde notulen van de Beheerscommissie.) <KB 2008-07-18/31, art. 14, 1°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Hij heeft het recht, op zijn verzoek, inzage te krijgen in ieder dossier dat voorgelegd wordt aan de beheerscommissie of aan de ordonnateur.
Hij maakt aan de beheersorganen iedere opmerking die hij noodzakelijk acht. Hij waakt ervoor dat ze geen enkele beslissing nemen die strijdig is met de wetten, besluiten of reglementen, die de financiën van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer in het gedrang kan brengen of die het algemeen belang schaadt.
§ 2. Indien hij meent dat een dergelijke beslissing toch genomen is, stelt de (Voorzitter) ertegen beroep in bij de Minister binnen een termijn van vijf werkdagen nadat deze beslissing hem schriftelijk ter kennis gebracht is. Dit beroep wordt met redenen omkleed en ter kennis gebracht van het betrokken beheersorgaan.
De uitvoering van de betwiste beslissing wordt door het beroep opgeschort.
Binnen tien werkdagen na het beroep geeft de Minister, indien hiertoe aanleiding bestaat, aan de (Voorzitter) ervan kennis dat hij de betwiste beslissing vernietigt aangezien hij ze in strijd acht met de wetten, besluiten of reglementen, ze de financiën van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer in het gedrang brengt of het algemeen belang schaadt. Deze kennisgeving wordt met redenen omkleed. Zodra de vernietigingsbeslissing van de Minister hem ter kennis is gebracht, deelt de secretaris-generaal ze mee aan het betrokken beheersorgaan. <KB 2008-07-18/31, art. 14, 2°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Indien, bij het verstrijken van deze termijn van tien werkdagen na het beroep, de Minister geen gebruik gemaakt heeft van de in de vorige alinea bepaalde prerogatieven, wordt de betwiste beslissing voortaan geacht conform te zijn en kan ze uitwerking hebben.
Art.52. De Inspecteur van Financiën bedoeld in artikel 4, § 1, b) 1° oefent zijn prerogatieven uit in het kader van de administratieve en begrotingscontrole.
Art.53. Het Rekenhof controleert de rekeningen van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer.
Het kan deze controle ter plaatse uitoefenen en mag zich, te allen tijde, de bewijsstukken, overzichten, staten, inlichtingen of toelichtingen doen verstrekken betreffende de inkomsten, de uitgaven en het patrimonium.
HOOFDSTUK X. - Algemene en slotbepalingen.
Art.54. Iedere situatie waarin dit besluit niet voorziet wordt geregeld onder verwijzing naar de bepalingen met betrekking tot de Rijkscomptabiliteit.
Art.55. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.
Art. 56.Onze Minister van (Wetenschapsbeleid) is belast met de uitvoering van dit besluit. <KB 2008-07-18/31, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>