17 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorstelling van de begroting, het synthesemodel van de in de algemene uitgavenbegroting van de Staat te publiceren begroting en de wijze van aanrekening van de inkomsten en uitgaven voor de Staatsdienst met afzonderlijk beheer " Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie, DWTI ".
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Voorstelling van de begroting.
Art. 6-13
HOOFDSTUK III. - Wijze van aanrekening.
Art. 14-19
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 20-21
BIJLAGEN.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. De begroting omvat de raming van alle ontvangsten en uitgaven in het kader van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer " DWTI ".
Art.2. Onder ontvangsten wordt verstaan alle vastgestelde rechten in het begrotingsjaar, de dotatie van de Staat voor het begrotingsjaar alsook het begrotingssaldo van het voorgaande jaar.
Art.3. Onder uitgaven wordt verstaan de bedragen die tijdens het begrotingsjaar verschuldigd zullen zijn wegens voorheen aangegane verbintenissen.
Art.4. Een recht is vastgesteld wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan :
1. het bedrag ervan is op nauwkeurige wijze vastgesteld;
2. de identiteit van de schuldenaar of van de schuldeiser is bepaalbaar;
3. de verplichting om te betalen bestaat;
4. een verantwoordingsstuk is in het bezit van de betrokken dienst.
Art.5. De vastgestelde rechten doven uit door betaling, door annulatie of door verjaring.
HOOFDSTUK II. - Voorstelling van de begroting.
Art.6. De begroting wordt opgemaakt per activiteitenprogramma en per basisallocatie. De programma's stellen de verschillende opdrachten en activiteiten van DWTI voor. De basisallocaties stellen de aard van uitgaven voor en zijn conform de economische classificatie ESR.
Art.7. De begroting opgemaakt door de beheerscommissie wordt opgesteld volgens de bijlage I van het besluit. Het eerste cijfer van de code van iedere begrotingspost stelt het programma vast waarop het betrekking heeft en de drie volgende cijfers bepalen de basisallocatie ervan. Voor het interne beheer van de diensten kunnen de begrotingskredieten worden vastgelegd per begrotingsartikel dat gedetailleerder is dan de basisallocaties. Het begrotingsartikel is identificeerbaar door de drie laatste cijfers van de code.
Art.8. De synthese van de begroting die opgenomen wordt in de algemene uitgavenbegroting herneemt de per programma ingeschreven kredieten overeenkomstig het in bijlage II van dit besluit opgenomen model.
Art.9. De synthese van de begroting die opgenomen wordt in de verantwoordingen van de algemene uitgavenbegroting wordt opgemaakt overeenkomstig het in bijlage III van dit besluit opgenomen model.
Art.10. Een provisioneel krediet wordt ingeschreven in ieder programma in de vorm van een basisallocatie.
Art.11. De op de basisallocaties ingeschreven kredieten betreffende de begrotingsontvangsten zijn niet limitatief.
Art.12. De op de basisallocaties ingeschreven kredieten betreffende de uitgaven binnen een activiteitenprogramma zijn limitatief.
Art.13. De basisallocaties van de begroting worden uitgedrukt in duizenden Belgische franken voor de jaren 2000 en 2001 en in duizenden euro's vanaf het jaar 2002.
HOOFDSTUK III. - Wijze van aanrekening.
Art.14. De verrichtingen worden systematisch geboekt in de rekeningen van de begrotingsboekhouding en, voor zover ze ook een verrichting in de algemene boekhouding uitmaken, gelijktijdig in de rekeningen van de algemene boekhouding, op het moment van de vaststelling van het recht.
Art.15. De aanrekening op de begroting moet verwijzen naar een gedateerd en door de ordonnateur van de DWTI goedgekeurd verantwoordingsstuk die het bestaan en de omvang van de verrichting vaststelt. De uitgaven worden aangerekend tijdens het boekjaar waarop de transactie betrekking heeft.
Art.16. De algemene regel voor het boeken van de ontvangsten is het vastgesteld recht en de datum van de aanrekening de welke op het document staat.
Onder vastgesteld recht moet worden verstaan het recht dat de DWTI heeft om de hem verschuldigde geldbedragen te innen. Wanneer de transactie niet op grond van een vastgesteld recht plaatsvindt, wordt ze aangerekend bij de betaling.
Art.17. De DWTI is verplicht de rechtvaardigingsstukken te bewaren of te kunnen voorleggen gedurende tien jaar.
Art.18. De belastingen, wedden en sociale lasten worden aangerekend op het boekjaar waarin ze verschuldigd zijn.
Art.19. Bij elke storting of zending in contanten en andere waarden gedaan in de kassen van de boekhoudkundige dienst van de DWTI, wordt een ontvangstbewijs met strook afgegeven met vermelding van de bestemming ervan.
Dat ontvangstbewijs is bevrijdend en geldt als rechtstitel tegenover de Schatkist.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.20. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.
Art.21. Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 juli 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek,
Ch. PICQUE
BIJLAGEN.
Art. N. (Bijlagen niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 23-05-2003, p. 28593-28595).