10 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 september 1998 tot invoering van arbeidsduurvermindering ten gunste van sommige personeelsleden in dienst in de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-10-2000 en tekstbijwerking tot 05-11-2002)
Art. 1-9
Artikel 1. (Opgeheven) <KB 2002-10-23/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.2. Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Kunnen genieten van een arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week, de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen, in vast verband benoemd of aangeworven bij arbeidsovereenkomst die geen vervangingsovereenkomst is, en bekleed zijn met één van de graden vastgesteld in de personeelsformatie behorend tot de niveaus 3, 2 en 2+, of bekleed zijn met één van de afgeschafte graden van bewaarder, hoofdbewaarder of hoofdtechnicus. ".
Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 1 bis - In afwijking van artikel 2 van dit besluit kunnen de contractuele ambtenaren die geopteerd hebben voor het systeem van arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week, en die vervolgens tot een stage zijn toegelaten, gedurende de periode van hun stage en na hun benoeming het voordeel van dit systeem behouden, mits zij schriftelijk hierom verzoeken, en dit ten laatste op het ogenblik van de betekening van het toelatingsbesluit tot de stage.
Voor de stageperiode wordt het systeem van arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week gelijkgesteld aan een voltijds arbeidsregime. ".
Art.4. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 2 - Het regime van arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week vangt aan de eerste dag van een maand.
De beambte die wenst te genieten van dit regime moet daartoe, via hiërarchische weg, een aanvraag indienen en dit minstens 1 maand voor de aanvangsdatum van dit regime. ".
Art.5. In afwijking van artikel 4 van dit besluit, zal voor de aanvragen, ingediend vanaf 1 december 1999 tot en met 30 juni 2000, de 36 uurweek een aanvang nemen vanaf 1 juli 2000.
Art.6. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Dit systeem van 36 u per week wordt evenwel opgeschort zodra het personeelslid hetzij verminderde prestaties hetzij een ander arbeidsregime in het kader van de herverdeling van de arbeidsduur, hetzij loopbaanonderbreking aanvraagt en verkrijgt of wanneer hij hogere functies uitoefent in een betrekking behorende tot niveau 1.
Voor de duur van deze periode wordt het personeelslid teruggeplaatst in een referentiesysteem van 38 u per week. ".
Art.7. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art.8 - § 1. Een evaluatie van de verlenging van dit besluit zal ten laatste tegen 1 december 2001 worden gemaakt.
§ 2. De regimes van arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week die per 1 januari 2002 nog lopen, blijven door dit besluit geregeld.
§ 3. De arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week kan verlengd of uitgebreid worden door koninklijk besluit waarover wordt overlegd in de Ministerraad. ".
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 1999.
Art. 9. Onze Minister van Justitie is belast met de toepassing van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.