23 MAART 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de uitvoering van de expansiewetgeving met betrekking tot de aanvaarde financiële instellingen, hernieuwbare energie en vrije beroepen.
HOOFDSTUK I. - Aanvaarde financiële instellingen.
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - Hernieuwbare energie.
Art. 5-6
HOOFDSTUK III. - Vrije beroepen.
Art. 7
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 8-11
HOOFDSTUK I. - Aanvaarde financiële instellingen.
Artikel 1. In dit hoofdstuk wordt onder expansiewetgeving verstaan : de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie en het decreet van 15 december 1993 tot bevordering van de economische expansie.
Art.2. Dit besluit bepaalt welke financiële instellingen in het kader van de expansiewetgeving worden aanvaard.
Art.3. In artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 1994 tot uitvoering van het decreet van 15 december 1993 tot bevordering van de economische expansie in het Vlaamse Gewest worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 3 wordt vervangen door wat volgt :
"§ 3. De volgende financiële instellingen worden aanvaard bij de financiering van de investeringen :
De kredietinstellingen en andere financiële instellingen, die gecontroleerd worden door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;
De leasingondernemingen met uitzondering van de roerende leasingondernemingen die niet erkend zijn overeenkomstig het KB nr. 55 van 10 november 1967, uitgevoerd door het MB van 23 februari 1968.";
2° § 4 wordt vervangen door wat volgt :
"§ 4. De aanvragen voor een tegemoetkoming kunnen bij de bevoegde administratie worden ingediend door de onderneming zelf, door een derde onderneming die behoort tot de groep waartoe de begunstigde behoort of door de kredietinstellingen, financiële instellingen en leasingondernemingen zoals vermeld in paragraaf 3.";
3° § 5 wordt opgeheven.
Art.4. In uitvoering van artikel 7 van de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie worden de financiële instellingen aanvaard zoals vermeld in artikel 5, § 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 1994 tot uitvoering van het decreet van 15 december 1993 tot bevordering van de economische expansie in het Vlaamse Gewest.
HOOFDSTUK II. - Hernieuwbare energie.
Art.5. In artikel 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 10 oktober 1978 tot uitvoering van de artikelen 1, 2, 5, 7, 10 en 12 van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering worden, wat het Vlaamse Gewest betreft, de woorden "de productiesector van energie en water" vervangen door de woorden "de zuivere overheids- en marktdominerende ondernemingen, actief in de productie en distributie van energie en water".
Art.6. In artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 1994 tot uitvoering van het decreet van 15 december 1993 tot bevordering van de economische expansie in het Vlaamse Gewest wordt 1° vervangen door wat volgt :
"1° investeringen uitgevoerd door zuivere overheids- en marktdominerende ondernemingen, in het bijzonder op het domein van productie en distributie van energie en water;".
HOOFDSTUK III. - Vrije beroepen.
Art.7. Aan artikel 5 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1978 tot uitvoering van de artikelen 1, 2, 5, 7, 10 en 12 van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering wordt, wat het Vlaamse Gewest betreft, een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
"De vrije beroepen die in artikel 4 van dit besluit worden uitgesloten, kunnen uitzonderlijk bij beslissing van de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid, in aanmerking komen voor starterssteun en/of inbreidingssteun.".
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.8. Het koninklijk besluit van 24 december 1976 tot bepaling van de voorwaarden waaraan de financieringshuurondernemingen moeten voldoen om voor de financiering binnen het kader van de wetten betreffende de economische expansie van 17 juli 1959 en 30 december 1970 te worden erkend en de overige besluiten waarin de erkenning wordt geregeld van financiële instellingen in het kader van de expansiewetgeving, worden, wat het Vlaamse Gewest betreft, opgeheven.
Art.9. Hoofdstuk II en III zijn van toepassing op de aanvragen tot expansiesteun, ingediend na 1 november 1998.
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1995, wat betreft hoofdstuk I, en met ingang van 1 november 1998, wat betreft hoofdstuk II en III.
Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 maart 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid,
Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER
De Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media,
E. VAN ROMPUY