23 FEBRUARI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 1998 betreffende de uitvoering van het muziekdecreet van 31 maart 1998 en de subsidiëring van compositieopdrachten voor muziektheater.
Art. 1-5
Artikel 1. In hoofdstuk V van het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 1998 betreffende de uitvoering van het muziekdecreet van 31 maart 1998 en de subsidiëring van compositieopdrachten voor muziektheater wordt een afdeling Ibis ingevoegd, die luidt als volgt :
"Afdeling Ibis. - Overgangsprojecten.".
"Art. 22bis. § 1. Projectsubsidies als bedoeld in artikel 20, § 1, van het decreet kunnen toegekend worden aan niet-erkende professionele muziekensembles die een overgangsproject willen realiseren.
§ 2. De professionele muziekensembles, bedoeld in § 1, moeten een aanvraag tot erkenning ingediend hebben die door de Vlaamse regering werd geweigerd omdat niet voldaan werd aan één of meerdere kwalitatieve erkenningsvoorwaarden als bedoeld in artikel 4, § 1, 2°, van het decreet.
§ 3. De projectsubsidies, bedoeld in § 1, mogen enkel toegekend worden aan die professionele muziekensembles die gedurende vier jaar voor de vierjarige periode waarvoor ze erkenning hadden aangevraagd, voor het geheel van hun werking ononderbroken door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd werden.
§ 4. De projectsubsidies, bedoeld in § 1, worden toegekend om de professionele muziekensembles, bedoeld in § 1, toe te laten in te gaan op de motivering van de beslissing tot weigering van de erkenning en die artistieke, organisatorische en/of financiële aanpassingen door te voeren en/of die initiatieven tot kwaliteitsverbetering te realiseren, die noodzakelijk geacht worden om te kunnen voldoen aan de kwalitatieve erkenningsvoorwaarden, bedoeld in artikel 4, § 1, 2°, van het decreet.
§ 5. Bij de beslissing tot toekenning van de projectsubsidies, bedoeld in § 1, wordt rekening gehouden met artistieke, organisatorische en/of sociale redenen.".
"Art. 22ter. Onverminderd artikel 22bis moeten de professionele muziekensembles die een projectsubsidie aanvragen als bedoeld in artikel 22bis, § 1, aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° de formele voorwaarden, bedoeld in artikel 4, § 1, 1°, a) en b), van het decreet;
2° minimaal twintig activiteiten als bedoeld in artikel 4, § 1, 1°, c, van het decreet realiseren;
3° de voorwaarden, bedoeld in artikel 5 van het decreet;
4° minimaal twintig procent aan eigen inkomsten als bedoeld in artikel 2, 4°, van het decreet verwerven;
5° de boekhouding voeren conform de bepalingen van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen, met uitsluiting van de regels met betrekking tot het voeren van de vereenvoudigde boekhouding;
6° de voorwaarden, bedoeld in artikel 16, § 3, 1° en 2°, van het decreet.".
"Art. 22quater. Om de grootte van de projectsubsidies, bedoeld in artikel 22bis, § 1, te bepalen wordt rekening gehouden met de artistieke, organisatorische en/of financiële aanpassingen en/of initiatieven tot kwaliteitsverbetering die het professioneel muziekensemble voorstelt in zijn aanvraag tot subsidiëring van een overgangsproject als bedoeld in artikel 22bis, § 1, en wordt ook rekening gehouden met de werking en het beheer van dit professioneel muziekensemble.".
"Art. 22quinquies. Een niet-erkend professioneel muziekensemble dat een projectsubsidie krijgt voor het realiseren van een overgangsproject als bedoeld in artikel 22bis, § 1, kan geen projectsubsidie krijgen voor de realisatie van een muziekproject als bedoeld in artikel 22, § 1.".
Art.2. In hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt een artikel 23bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 23bis. § 1. Een aanvraag tot subsidiëring van een overgangsproject moet minstens in vijf exemplaren per aangetekende brief naar de administratie verstuurd worden of tegen ontvangstmelding aan de administratie bezorgd worden.
§ 2. In de aanvraag tot subsidiëring van een overgangsproject moet het professioneel muziekensemble de artistieke, organisatorische en financiële aspecten van het project op realistische wijze en zo gedetailleerd mogelijk uiteenzetten en toelichten. De aanvraag moet alle nodige en nuttige informatie en documenten bevatten waaruit blijkt dat voldaan werd aan de voorwaarden, bepaald in artikel 22bis en 22ter.
Het professioneel muziekensemble moet in zijn aanvraag onder meer de artistieke, organisatorische en/of financiële aanpassingen en/of initiatieven tot kwaliteitsverbetering uiteenzetten en toelichten. Hierbij moet rekening gehouden worden met de motivering van de beslissing van de Vlaamse regering tot weigering van de erkenning.".
Art.3. Aan artikel 25 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt :
"§ 3. Als de projectsubsidie toegekend wordt om een project dat meerdere onderdelen omvat en dat het hele jaar doorloopt te kunnen realiseren, dan mag 90 % van de toegekende subsidie in meerdere schijven uitbetaald worden. Het aantal schijven wordt bepaald in het besluit waarbij de projectsubsie wordt toegekend. Het saldo wordt uitbetaald nadat door de administratie vastgesteld werd dat aan de voorwaarden waaronder de projectsubsidie toegekend werd, voldaan is.".
Art.4. In hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt een artikel 26bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 26bis. § 1. De realisering van een gesubsidieerd overgangsproject als bedoeld in artikel 22bis, § 1, moet getoetst worden aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 22bis en 22ter. Bovendien moet gecontroleerd worden of de toegekende projectsubsidie aangewend werd voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend. Daarom moeten uiterlijk op 1 april van het jaar dat volgt op het jaar waarin dit overgangsproject werd gerealiseerd, de volgende documenten in vijf exemplaren per aangetekende brief naar de administratie verstuurd worden of testen ontvangstbewijs van de administratie verstuurd worden of tegen ontvangstbewijs aan de administratie bezorgd worden :
1° de balans van het professioneel muziekensemble dat het overgangsproject realiseerde;2° de resultatenrekening van de realisering van het overgangsproject met een specificatie van alle vermelde kosten- en opbrengstenrekeningen en een toelichting per post;
3° de specificatie van alle toegekende bezoldigingen, sociale lasten, vergoedingen, commissie- en erelonen, uitkoopsommen en voordelen in natura aan de personen die op artistiek, technisch, administratief of organisatorisch vlak meewerkten aan de realisering van het overgangsproject met de naam van de begunstigde;
4° als de toegekende overgangssubsidie minstens 1 000 000 frank bedraagt: het verslag van een erkend accountant die niet betrokken mag zijn bij de dagelijkse artistieke, organisatorische of zakelijke werking van de organisatie die het muziekproject realiseerde, met commentaar bij de resultatenrekening;
5° de specificatie van de openstaande rekeningen;
6° de verslagen van de algemene vergadering van het professioneel muziekensemble over de goedkeuring van de rekeningen en de begroting;
7° een gedetailleerd verslag van de realisatie en van de resultaten van het overgangsproject.
§ 2. De administratie mag bijkomende informatie of bewijsstukken vragen aan het professioneel muziekensemble, bedoeld in artikel 22bis.
§ 3. De administratie mag het artistieke advies vragen van de beoordelingscommissie muziek over de wijze waarop en de mate waarin het professioneel muziekensemble, bedoeld in artikel 22bis, het overgangsproject realiseerde. Meer specifiek mag de administratie advies vragen over de wijze waarop en de mate waarin dit ensemble de artistieke, organisatorische en/of financiële aanpassingen en/of initiatieven tot kwaliteitsverbetering, die het volgens zijn aanvraag beoogde door te voeren of te realiseren, in werkelijkheid doorvoerde of realiseerde.".
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de cultuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 februari 1999.
De Minister-President van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse Minister van Cultuur, Gezin en Welzijn,
L. MARTENS