Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 JANUARI 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 tot bepaling van de wijze van tussenkomst van het Brussels Instituut voor Milieubeheer in het kader van de indiening van aanvragen om een milieu-attest of milieuvergunning.



Inhoudstafel:


Art. 1-10
BIJLAGEN.
Art. N1, N2, N3, N4, N5, N6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1993931397 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 tot bepaling van de wijze van tussenkomst van het Brussels Instituut voor Milieubeheer in het kader van de indiening van aanvragen om een milieu-attest of milieuvergunning wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
  1° "indieningsbewijs" : het indieningsbewijs bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;
  2° "ontvangbewijs" : het ontvangbewijs bedoeld in de artikelen 14, 16, 20, § 1, 34, 39, § 1, en 45 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;
  3° "bericht van onvolledig dossier" : de betekening bedoeld in de artikelen 14, vierde lid, 16, tweede lid, 20, § 1, tweede lid, 34, § 2, eerste lid, 39, § 1, tweede lid en 45, § 2 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;
  4° "Instituut" : het Brussels Instituut voor Milieubeheer".

Art.2. Een artikel 1bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
  "Art. 1bis. Bij ontvangst van de aanvraag om een milieu-attest of een milieuvergunning, deelt het Instituut de aanvrager conform bijlage 1 het dossiernummer en de gegevens van de behandelende ambtenaar mee.".

Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "en de gemeente" en de woorden "binnen dertig dagen vanaf de ontvangst van het dossier" worden geschrapt;
  2° de woorden "bijlage 1" worden vervangen door de woorden "bijlage 2".

Art.4. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "bijlage 2" vervangen door de woorden "bijlage 3".

Art.5. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "bijlage 3" vervangen door de woorden "bijlage 4".

Art.6. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag" worden geschrapt;
  2° de woorden "bijlage 4" worden vervangen door de woorden "bijlage 5".

Art.7. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag" worden geschrapt;
  2° de woorden "bijlage 5" worden vervangen door de woorden "bijlage 6".

Art.8. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Het gebruik van de bij dit besluit gevoegde formulieren wordt niet voorgeschreven op straffe van nietigheid. Het Instituut kan de in dit besluit bedoelde handelingen stellen met gebruikmaking van documenten die anders zijn opgesteld, zolang zij ten minste de gegevens bevatten die in de bijlagen bij dit besluit vermeld worden.
  De directeur-generaal en de inspecteur-generaal van het Instituut mogen de ondertekening van de in het eerste lid bedoelde formulieren en documenten delegeren.".

Art.9. De bijlagen 1 tot 5 bij hetzelfde besluit worden vervangen door de bijlagen 1 tot 6 gevoegd bij het huidige besluit.

Art.10. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 14 januari 1999.
  Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-Voorzitter,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Leefmilieu,
  D. GOSUIN

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. Aangetekend.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-03-1999, p. 9806).
  Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 januari 1999 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 tot bepaling van de wijze van tussenkomst van het Brussels Instituut voor Milieubeheer in het kader van de indiening van aanvragen om een milieu-attest of milieuvergunning.
  Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-Voorzitter,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Leefmilieu,
  D. GOSUIN

Art. N2. Bijlage 2. Ontvangbericht van een onvolledig dossier inzake de aanvraag om een milieu-attest of milieuvergunning voor een inrichting van klasse I.A of I.B.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-03-1999, p. 9807).
  Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 januari 1999 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 tot bepaling van de wijze van tussenkomst van het Brussels Instituut voor Milieubeheer in het kader van de indiening van aanvragen om een milieu-attest of milieuvergunning.
  Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-Voorzitter,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Leefmilieu,
  D. GOSUIN

Art. N3. Bijlage 3. Ontvangbewijs van het dossier inzake een aanvraag om een milieu-attest of milieuvergunning voor een inrichting van klasse I.A of I.B.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-03-1999, p. 9808).
  Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 januari 1999 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 tot bepaling van de wijze van tussenkomst van het Brussels Instituut voor Milieubeheer in het kader van de indiening van aanvragen om een milieu-attest of milieuvergunning.
  Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-Voorzitter,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Leefmilieu,
  D. GOSUIN

Art. N4. Bijlage 4. Indieningsbewijs van een dossier dat uitgaat van een publiekrechtelijke rechtspersoon of een dossier inzake een inrichting van openbaar nut.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-03-1999, p. 9809).
  Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 januari 1999 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 tot bepaling van de wijze van tussenkomst van het Brussels Instituut voor Milieubeheer in het kader van de indiening van aanvragen om een milieu-attest of milieuvergunning.
  Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-Voorzitter,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Leefmilieu,
  D. GOSUIN

Art. N5. Bijlage 5. - Ontvangbewijs van een dossier dat uitgaat van een publiekrechtelijke rechtspersoon of een dossier inzake een inrichting van openbaar nut.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-03-1999, p. 9810).
  Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 januari 1999 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 tot bepaling van de wijze van tussenkomst van het Brussels Instituut voor Milieubeheer in het kader van de indiening van aanvragen om een milieu-attest of milieuvergunning.
  Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-Voorzitter,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Leefmilieu,
  D. GOSUIN

Art. N6. Bijlage 6. Ontvangbericht van een onvolledig dossier voor een aanvraag die uitgaat van een publiekrechtelijke rechtspersoon of een dossier inzake een inrichting van openbaar nut.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-03-1999, p. 9811).
  Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 januari 1999 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 tot bepaling van de wijze van tussenkomst van het Brussels Instituut voor Milieubeheer in het kader van de indiening van aanvragen om een milieu-attest of milieuvergunning.
  Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-Voorzitter,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Leefmilieu,
  D. GOSUIN