Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

2 JUNI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vastlegging, voor het schooljaar 1999-2000, van de lestijdendotaties en de aanpassingscoëfficiënten voor de lestijdendotaties in het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-09-1999 en tekstbijwerking tot 13-07-2000)



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2000029145  2011029365  2014029703  2020020200 



Artikels:

Artikel 1. Voor het schooljaar 1999-2000 wordt het totaal aantal lestijdendotaties bedoeld bij artikel 29 van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap op (1 445 690 lestijden) vastgesteld. <BFG 2000-03-16/46, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1999>

Art.2. Voor de toepassing van de artikelen 31 en 33 van voormeld decreet van 2 juni 1998 worden het aantal lestijden-dotaties en de aanpassingscoëfficiënt voor die dotaties als volgt vastgesteld :
  1° domein van de plastische, visuele kunsten en de kunsten in de ruimte : (150 337 lestijden), aanpassingscoëfficiënt gelijk aan 0,9221; <BFG 2000-03-16/46, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1999>
  2° domein van de muziek : (1 045 175 lestijden), aanpassingscoëfficiënt gelijk aan 0,9180; <BFG 2000-03-16/46, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1999>
  3° domein van de spraak- en de toneelkunst : (152 295 lestijden), aanpassingscoëfficiënt gelijk aan 0,9172; <BFG 2000-03-16/46, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1999>
  4° domein van de danskunst : (50 275 lestijden), aanpassingscoëfficiënt gelijk aan 0,8812. <BFG 2000-03-16/46, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1999>

Art.3. Binnen de perken bepaald bij artikel 1, stelt de Directeur-generaal van de Algemene Directie voor de Personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs de lestijdendotaties vast :
  1° die gebruik worden voor de subsidiëring van de ambten van de personeelsleden in disponibiliteit gesteld wegens ambtsontbering of met gedeeltelijk verlies van opdracht, overeenkomstig artikel 29, lid 2, van voormeld decreet van 2 juni 1998;
  2° voorbehouden zijn voor de organisatie van de lestijden van de Kunsthumaniora, overeenkomstig artikel 35 van voormeld decreet van 2 juni 1998;
  3° toegekend zijn voor de bijzondere organisaties bedoeld bij de artikelen 37 en 38 van voormeld decreet van 2 juni 1998.

Art. 4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  Brussel, 2 juni 1999.
  Voor de Regering van de Franse Gemeenschap :
  De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken,
  J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE