Details





Titel:

21 JUNI 1999. - [Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 juni 1999 betreffende de vervanging van sommige personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van sector XVII ressorteren.] (VERTALING) <BFG2015-06-24/04, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 24-06-2015>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-08-1999 en tekstbijwerking tot 05-03-2021)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Ononderbroken diensten.
Afdeling 1. - Opsomming van de ononderbroken diensten.
Art. 2-3
Afdeling 2. - Wervingsprocedures.
Art. 4-6
Afdeling 3. [1 Ononderbroken diensten die permanent werken, Diensten voor Hulpverlening aan de jeugd en Diensten voor gerechtelijke bescherming.]1
Art. 7
HOOFDSTUK 3. [1 - Vervanging van permanente vertrekkers binnen het Ministerie van de Franse Gemeenschap ]1
Art. 8, 8/1, 8/2, 8bis, 9
HOOFDSTUK 4. [1 Slotbepalingen ]1
Art. 9bis, 10-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998029124 



Uitvoeringsbesluit(en):

2008029032  2015029325  2021030414 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.[1 Dit besluit is van toepassing op de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap - en op de instellingen van openbaar nut die onder het comité van sector XVII ressorteren.]1
  ----------
  (1)<BFG 2015-06-24/04, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 24-06-2015>

HOOFDSTUK 2. - Ononderbroken diensten.
Afdeling 1. - Opsomming van de ononderbroken diensten.
Art.2.In elk van de hierna vermelde administratieve entiteiten, worden " ononderbroken diensten " bepaald.
  Zij worden als dusdanig beschouwd ten aanzien van de personeelsleden die naast hun benaming worden opgenomen :
  A. In de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap :
  1. In het gehele Ministerie :
  - personeelsleden die het ambt van conciërge uitoefenen, voor wat dit ambt betreft;
  - personeelsleden die het ambt van telefonist in de telefooncentrales uitoefenen;
  - personeelsleden van niveau 2, niveau 3 of niveau 4 die hun ambt in de restaurants en cafetaria's uitoefenen;
  - personeelsleden die het ambt van ziekenverpleger uitoefenen;
  - personeelsleden die een onthaalambt uitoefenen.
  2. Voor de Diensten van het Secretariaat-generaal :
  Groene lijn : alle personeelsleden.
  3. Voor het Algemeen Bestuur Hulpverlening aan de Jeugd, Gezondheid en Sport :
  1°) In de Algemene Directie Hulpverlening aan de Jeugd :
  - Groep overheidsinstellingen voor jeugdbescherming : alle personeelsleden;
  Diensten voor Hulpverlening aan de Jeugd en Diensten voor Gerechtelijke Bescherming : alle personeelsleden.
  2°) In de Algemene Directie Sport :
  - " ADEPS "-centra : alle personeelsleden.
  4. Voor het Algemeen Bestuur Cultuur en Informatica :
  1°) in de Algemene Dienst voor informatica en statistieken : alle personeelsleden bedoeld in artikel 1 van het besluit van de Regering van 19 mei 1999 tot toekenning van een toelage aan de personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap en van sommige instellingen van openbaar nut belast met computeropdrachten;
  2°) in de Algemene Directie Cultuur
  Ontmoetingscentra : alle personeelsleden;
  Cultureel Centrum Marcel Hicter : alle personeelsleden;
  Centrum voor het uitlenen van materieel : alle personeelsleden;
  Koninklijk Museum Mariemont : alle personeelsleden.
  [2 5. Voor het algemeen bestuur justitiehuizen :
   1° ) in de algemene dienst justitiehuizen
   Directies Justitiehuizen : alle personeelsleden;
   Directie Afdeling voor de uit handen gegeven minderjarigen in Saint-Hubert : alle personeelsleden;
   2° ) in de algemene dienst Justitie en Steunverlening aan justitiabelen
   Directie elektronisch toezicht : alle personeelsleden".]2
  B. [1 ...]1
  C. In de " Office de la Naissance et de l'Enfance " :
  1°) In de gehele instelling :
  - personeelsleden die het ambt van conciërge uitoefenen, voor wat dit ambt betreft;
  - personeelsleden van niveau 2, van niveau 3 of van niveau 4, die hun ambt in de restaurants en de cafetaria's uitoefenen;
  personeelsleden die een onthaalambt uitoefenen.
  2°) In het centraal bestuur :
  - personeelsleden die het ambt van telefonist uitoefenen;
  - personeelsleden die het ambt van ziekenverpleger uitoefenen.
  3°) In de opvangcentra :
  - personeelsleden die titularis zijn van de graad van gegradueerde (categorie : gespecialiseerd - kwalificatiegroep : 3) of die er het ambt van uitoefenen ter uitvoering van hun arbeidsovereenkomst;
  - personeelsleden die titularis zijn van de graad van adjunct (categorie : gespecialiseerd - kwalificatiegroep : 2) of die er het ambt van uitoefenen ter uitvoering van hun arbeidsovereenkomst.
  D. [1 ...]1
  ----------
  (1)<BFG 2015-06-24/04, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 24-06-2015>
  (2)<BFG 2015-06-24/04, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 24-06-2015>

Art.3.[1 Voor de in artikel 2, littera A en C, bedoelde personeelsleden wordt voorzien in de vervanging van personeelsleden die hun ambt tijdelijk neerleggen.
   Voor de in artikel 2, littera C, bedoelde personeelsleden wordt voorzien in de vervanging van personeelsleden die hun ambt definitief neerleggen.
   De leden 1 en 2 zijn echter niet van toepassing wanneer het ambt wordt opgeheven ten gevolge van een overplaatsing die niet het gevolg is van een herplaatsing na een beslissing in die zin van MEDEX of van de preventieadviseur arbeidsgeneeskunde, van een wijziging van de arbeidsplaats of van een terbeschikkingstelling of de toepassing van artikel 69, § 2, van het decreet van de regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 betreffende het statuut van de personeelsleden van de regeringsdiensten van de Franse Gemeenschap.
   De bovengenoemde vervangingen worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van het regeringsbesluit van 28 november 2013 betreffende de organisatie van het interne toezicht en de boekhoudkundige controle en de administratieve en budgettaire controle ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2021-02-11/33, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Afdeling 2. - Wervingsprocedures.
Art.4.
  <Opgeheven bij BFG 2021-02-11/33, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.5.
  <Opgeheven bij BFG 2021-02-11/33, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.6. Het personeelslid dat in het kader van de bepalingen van dit hoofdstuk geworven wordt, moet de voorwaarden vervullen die vereist zijn voor de benoeming in vast verband in de graad die overeenstemt met zijn ambt, bepaald door het besluit van de Regering houdende regeling voor de benoeming in elk van de graden en vaststelling van de diploma's die vereist zijn bij de werving in sommige graden in de Diensten van de Regering - Ministerie van de Franse Gemeenschap.
  Zijn bezoldiging wordt vastgesteld in de basisschaal van het niveau dat overeenstemt met zijn ambt, met dien verstande dat hij houder moet zijn van het diploma dat vereist is voor dat niveau.

Afdeling 3. [1 Ononderbroken diensten die permanent werken, Diensten voor Hulpverlening aan de jeugd en Diensten voor gerechtelijke bescherming.]1   ----------   (1)
Art.7.Voor de volgende ononderbroken diensten die 24 u. op 24 werken [2 de Diensten voor hulpverlening aan de jeugd en de Diensten voor gerechtelijke bescherming ]2, moet de totale duur van de overeenkomsten die met toepassing van afdeling 2 gesloten zijn, voor elk semester en voor de vervanging van de personeelsleden die de ambten vermeld naast hun benaming uitoefenen, gelijk zijn aan de totale duur van de afwezigheden van die personeelsleden :
  1°) In het Algemeen Bestuur Hulpverlening aan de Jeugd, Gezondheid en Sport :
  a) [2 in de Algemene Directie Hulpverlening aan de jeugd - Groep Overheidsinstellingen voor jeugdbescherming, de Diensten voor Hulpverlening aan de jeugd en de Diensten voor gerechtelijke bescherming : voor alle ambten.]2
  b in de Algemene Directie Sport - " ADEPS "-centra : voor de huisvestingsambten.
  2°) In het Algemeen Bestuur Cultuur en Informatica :
  a) in de Algemene Directie Cultuur : de huisvestingsambten in de ontmoetingscentra en de culturele centra;
  b) in de Algemene Dienst Informatica en Statistieken : de ambten die worden uitgeoefend door de personeelsleden bedoeld in artikel 1 van het besluit van de Regering van 10 september 1998 waarbij een toelage wordt toegekend aan de personeelsleden van de Algemene Dienst Informatica en Statistieken van het Ministerie van de Franse Gemeenschap die nachtprestaties verrichten.
  [3 3° In het algemeen bestuur justitiehuizen :
   in de algemene dienst justitiehuizen - directie afdeling voor de uit handen gegeven minderjarigen in Saint-Hubert : voor alle ambten;
   in de algemene dienst Justitie en Steunverlening aan justitiabelen - Directie elektronisch toezicht - operationele dienst : voor alle ambten.]3
  Voor de toepassing van deze bepaling, is de referentieperiode het voorafgaande semester.
  In het volume van die afwezigheden worden niet opgenomen, deze die voortvloeien uit andere overplaatsingen dan deze die voorvloeien[4 van een herplaatsing]4 als gevolg van een beslissing in deze zin genomen door de administratieve gezondheidsdienst of door de arbeidsgeneeskundige instelling, van wijzigingen in de arbeidsposten [1 terbeschikkingstellingen of de toepassing van artikel 69, § 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap]1.
  In dat volume worden niet meer opgenomen de afwezigheden die voortvloeien uit de toegestane dienstvrijstellingen [1 in uitzondering van de dienstenvrijstellingen toegekend bij toepassing van artikel 16 ter van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 maart 2004 betreffende de opleidingen tijdens de loopbaan van de personeelsleden van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en van de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren.]1.
  [1 In dat volume worden de afwezigheden begrepen die volgen op de aanvullende jaarvakantie genomen ter uitvoering van artikel 8, 3e lid van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juni 2004 betreffende de verloven en afwezigheden van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de Instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren, alsmede de tijd die besteed wordt aan de opleiding en de informatie door de personeelsleden waaraan dat verlofstelsel van aanvullende jaarvakantie toegepast wordt tegen een maximumaantal van 6 jaarlijkse dagen per betrokken personeelslid.
   Onder tijd besteed aan de opleiding en informatie in de zin van vorig lid, moet verstaan worden, in de eerste plaats, de tijd die besteed wordt aan de opleiding van nieuwe ambtenaren en, subsidiair, de informatiesessies voor het hoger onderwijs.]1
  ----------
  (1)<BFG 2007-11-23/53, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
  (2)<BFG 2014-12-17/10, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
  (3)<BFG 2015-06-24/04, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 24-06-2015>
  (4)<BFG 2021-02-11/33, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

HOOFDSTUK 3. [1 - Vervanging van permanente vertrekkers binnen het Ministerie van de Franse Gemeenschap ]1   ----------   (1)
Art.8.[1 Binnen het Ministerie van de Franse Gemeenschap wordt voor de middelen die worden uitgetrokken voor de vervanging van vaste vertrekkers een toewijzingsmechanisme toegepast dat gebaseerd is op jaarlijkse aanwervingsenveloppes.
   Deze enveloppen worden vastgesteld voor elk van de volgende entiteiten : het Secretariaat-Generaal en elk van de Algemene Besturen van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
   Daarnaast wordt een strategische enveloppe gecreëerd, die wordt gefinancierd door de overdracht van 15% van de aan het secretariaat-generaal en elke algemene administratie toegewezen enveloppe voor definitieve vertrekken.
   Binnen elke betrokken entiteit valt de toewijzing van de enveloppe onder de verantwoordelijkheid van de algemene ambtenaar die deze beheert, op basis van een beslissing die is genomen in overleg met de algemene ambtenaren die de entiteit vormen.
   De toewijzing van de strategische middelen valt onder de verantwoordelijkheid van het directiecomité van het ministerie.
   De aanwervingsprioriteiten van elke entiteit en van het Directiecomité worden aan het begin van het jaar overeengekomen in het kader van respectief het Basisoverlegcomité en het Intermediair Overlegcomité.
   De bedragen van de aanwervingsenveloppen worden om de zes maanden geëvalueerd door de ministers die verantwoordelijk zijn voor ambtenarenzaken en de begroting. De evaluatie wordt uitgevoerd op basis van een verslag dat wordt opgesteld door de Algemene Directie Ambtenarenzaken en Human Resources en voor advies voorgelegd aan de Inspectie van Financiën. Het verslag stelt de voor de ambtenarenzaken en begroting bevoegde ministers in staat de controle op de ontwikkeling van het personeelsbestand, de loonkosten en de budgettaire neutraliteit van het mechanisme van de enveloppes in het lopende jaar, het volledige jaar en op meerjarenbasis te beoordelen.
   Indien uit het verslag blijkt dat de budgettaire neutraliteit van het mechanisme van de enveloppes niet gewaarborgd is, kan de minister bevoegd voor Begroting, in voorkomend geval, aan de regering alle maatregelen voorstellen om die neutraliteit te herstellen. De voorgestelde maatregelen hoeven niet noodzakelijkerwijs te bestaan uit de toepassing van een vervangingsratio als omschreven in artikel 8/2, lid 3.
   Het verslag bevat ook de verdeling van de personele middelen over de verschillende aanwervingsenveloppes als bedoeld in de leden 1 tot en met 3. Uit het verslag moet blijken dat de toewijzing van personele middelen uit deze toewijzingen in overeenstemming is met de uitvoering van de doelstellingen van de bestuursovereenkomst. Indien uit het verslag blijkt dat de toewijzing van personele middelen niet in overeenstemming is met de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van de bestuursovereenkomst, kan de minister van Ambtenarenzaken de regering zo nodig voorstellen de door het directiecomité van het ministerie vastgestelde toewijzing te wijzigen ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2021-02-11/33, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.8/1. [1 et wervingsbeheer geschiedt door het Secretariaat-generaal, Algemene Directie Ambtenarenzaken en Human Resources, op basis van aanwervingsenveloppen die voor elke entiteit worden verstrekt door de laatste vertrekken die in het lopende jaar plaatsvinden.
   Het wervingsbeheer gebeurt als volgt:
   1° de enveloppen worden vanaf het begin van het jaar aangevuld op basis van de middelen die vrijkomen door pensioneringen tijdens het betrokken jaar en door andere pensioneringen waarvan de datum op dat ogenblik bekend is;
   2° het continu voeden van de enveloppen naarmate de datum van de vertrekken waarvan het bestaan of de datum niet gekend was bij het begin van het jaar, wordt bevestigd, op basis van de middelen die door deze vertrekken vrijkomen;
   3° vrijmaking van de enveloppen binnen de perken van de in een volledig jaar en in het lopende jaar beschikbare middelen en de in artikel 4 bedoelde vervangingspercentages.
   De financiële enveloppen worden vastgesteld op basis van de werkelijke kosten van definitieve vertrekken in de rang van aanwerving die overeenkomt met hun ambt en die worden beïnvloed door de werkelijke kosten van de aanwervingen. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2021-02-11/33, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2021>


Art.8/2. [1 Het vervangingspercentage dat is vastgesteld voor de aanwervingsenveloppes van elk van de entiteiten hangt af van eventuele door de regering vastgestelde aanwervingsbeperkingen en van het percentage van de personele middelen dat in de betrokken entiteit is toegewezen aan respectievelijk niet-kritieke en kritieke activiteiten.
   De percentages van de human resources die respectievelijk aan niet-kritieke en kritische activiteiten worden toegewezen, worden voor elke entiteit als volgt vastgesteld:


 Kritisch Niet-kritisch
1° Secretariaat-generaal 19 % 81 %
2° Algemeen bestuur Jeugdhulpverlening en Gemeenschapscentrum voor uithandengegeven minderjarigen 66 % 34 %
3° Algemeen bestuur het Onderwijs 22 % 78 %
4° Algemeen bestuur Justitiehuizen 75 % 25 %
5° Algemene bestuur Cultuur 9 % 91 %
6° Algemene bestuur Sport 39 % 61 %
In voorkomend geval wordt elke door de regering opgelegde aanwervingsbeperking uitgedrukt in een percentage van de vervangingscapaciteit van het personeel dat voor niet-kritieke activiteiten wordt ingezet, vastgesteld op een percentage van minder dan 100 %.
   Het vervangingspercentage van het personeel dat voor kritieke activiteiten wordt ingezet, is constant en gelijk aan 100 %.
   Het vervangingspercentage dat is vastgesteld voor de aanwervingsenveloppe van elk van de in artikel 2 bedoelde entiteiten, wordt als volgt berekend: (% van kritieke middelen X 100 %) + (% van niet-kritieke middelen X vervangingspercentage als bedoeld in lid 3).
   Om de drie jaar wordt in overleg met alle leden van de regering en de vakbondsorganisaties het percentage van de human resources dat aan kritieke en niet-kritieke processen wordt besteed, geëvalueerd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2021-02-11/33, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2021>


Art.8bis.[1 [2 Bij de instellingen van openbaar nut die ressorteren onder het Sectorcomité XVII]2, wordt voorzien in de automatische vervanging in de volgende gevallen :
   1° ) de vervanging van een statutair personeelslid of van een bij een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde tijd aangeworven personeelslid waarvan de werving of de tewerkstelling eindigt binnen de 6 maanden volgend op de indiensttreding of gedurende de stageperiode;
   2° ) de vervanging van een personeelslid dat, ten gevolge van de openverklaring van een betrekking, bij interne mobiliteit van betrekking verandert;
   3° ) de vervanging van een personeelslid dat wordt ontslagen, van ambtswege afgedankt, afgezet, of waarvan de beroepsongeschiktheid wordt vastgesteld;
   4° ) de werving in statutair verband van een bij een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde tijd aangeworven personeelslid;
   5° ) de vervangingen ten laste van de begrotingsenveloppe bestemd voor de vervanging van niet bezoldigde tijdelijke afwezigheden van hoogstens 6 maanden.
  [2aragraaf 1, 5°, is van toepassing binnen de diensten van de regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap. ]2
   De betrekking die wordt verlaten door een personeelslid dat met verlof voor stage wordt gezet, wordt reeds vanaf het begin van het verlof als vacant beschouwd voor de stijving van de begrotingsenveloppen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2015-06-24/04, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 24-06-2015>
  (2)<BFG 2021-02-11/33, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.9. In afwijking van artikel 7, lid 2, is de referentie-periode voor de eerste toepassing van dat principe het eerste semester van het jaar 1999.

HOOFDSTUK 4. [1 Slotbepalingen ]1   ----------   (1)
Art.9bis.
  <Opgeheven bij BFG 2021-02-11/33, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.10. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 11. De Minister van ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.