15 JANUARI 1999. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van initiatieven van beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten.
Art. 1-3
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van initiatieven van beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 28 mei 1991 en 3 juni 1994, wordt na hoofdstuk IV een hoofdstuk IVbis ingevoegd luidend als volgt :
" HOOFDSTUK IVbis. - Bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij de verwerking van persoonsgegevens van patiënten, in het bijzonder medische gegevens. ".
" Art. 19bis. § 1. Elk initiatief van beschut wonen dient, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens die betrekking hebben op patiënten, in het bijzonder medische gegevens, te beschikken over een reglement voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
§ 2. De bepalingen van dat reglement betreffende de persoonlijke rechten dienen aan de patiënten te worden medegedeeld samen met de kennisgeving van de gegevens bedoeld in artikel 4 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
§ 3. Het reglement vermeldt, voor elke verwerking, minstens het volgende:
- het doeleinde van de verwerking;
- in voorkomend geval, de wet, het decreet of de ordonnantie of de reglementaire akte waarbij de geautomatiseerde verwerking wordt ingesteld;
- de identiteit en het adres van de houder van het bestand en van de persoon die namens de houder kan optreden;
- de naam van de in § 6 bedoelde geneesheer;
- de naam van de in § 7 bedoelde veiligheidsconsulent;
- de identiteit en het adres van de bewerker(s);
- de rechten en plichten van de bewerker(s);
- de categorieën van personen die toegang hebben tot of gemachtigd zijn tot het verkrijgen van de persoonsgegevens van medische aard van de verwerking;
- de categorieën van personen wier gegevens verwerkt worden;
- de aard van de verwerkte gegevens en de manier waarop ze worden verkregen;
- de organisatie van het circuit van de te verwerken medische gegevens;
- de procedure volgens welke, indien noodzakelijk, gegevens geanonimiseerd worden;
- de beveiligingsprocedures ten einde toevallige of ongeoorloofde vernietiging van gegevens, toevallig verlies of ongeoorloofde toegang, wijziging of verspreiding van gegevens tegen te gaan;
- de termijn waarna, in voorkomend geval, de gegevens niet meer mogen bewaard, gebruikt of verspreid worden;
- de onderlinge verbanden, de onderlinge verbindingen of elke andere vorm van vergelijking van gegevens die worden verwerkt;
- de onderlinge verbindingen en raadplegingen;
- de gevallen waarin gegevens worden verwijderd;
- de wijze waarop de patiënten hun rechten bedoeld in de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens kunnen uitoefenen.
§ 4. Het reglement vermeldt het door de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegekende identificatienummer van de verwerking waarop het betrekking heeft en dient, binnen dertig dagen na de inwerkingtreding van dit artikel, te worden overgemaakt aan de Commissie voor toezicht op en evaluatie van statistische gegevens die verband houden met de medische activiteiten in de ziekenhuizen. Alle wijzigingen aan bedoeld reglement aangebracht dienen, binnen de dertig dagen na de bekrachtiging door de bevoegde instanties van de inrichtende macht, worden overgemaakt aan de Commissie voor toezicht op en evaluatie van statistische gegevens die verband houden met de medische activiteiten in de ziekenhuizen.
§ 5. De Commissie voor toezicht op en evaluatie van statistische gegevens die verband houden met de medische activiteiten in de ziekenhuizen, houdt de in § 1 bedoelde reglementen ter beschikking van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en deelt om de zes maanden aan de Commissie de geactualiseerde lijst mede van de ontvangen reglementen en wijzigingen van reglementen.
§ 6. De houder van het bestand wijst de geneesheer aan die de verantwoordelijkheid en het toezicht uitoefent bedoeld in artikel 7, eerste lid van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
§ 7. De houder van het bestand wijst een veiligheidsconsulent aan belast met de veiligheid van de informatie. De veiligheidsconsulent staat de verantwoordelijke voor het dagelijks beheer met raad bij inzake alle aspecten van de veiligheid van de informatie. De opdracht van de veiligheidsconsulent kan door Ons nader worden omschreven. ".
Art.2. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de zevende maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 januari 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
M. COLLA