Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 JULI 1999. - Ministerieel besluit betreffende een [vergoeding] aan de landbouwproducenten waarvan de eieren het voorwerp van een bewarend beslag of van een vernietigingsbevel uitmaken in het kader van de dioxinebesmetting. (MB 1999-12-09/38, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 13-07-1999) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-07-1999 en tekstbijwerking tot 21-12-1999)



Inhoudstafel:


Art. 1-3, 3bis, 4, 4bis, 5-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1999016277  1999016367  1999016401  1999016402 



Artikels:

Artikel 1. <MB 1999-12-09/38, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 13-07-1999> Een vergoeding wordt aan de eigenaar van de eieren vernietigd in het kader van dit besluit toegekend, ten laste voor 77 % van de basisallocatie 31/55.2.4.53.41 en voor 23 % van de basisallocatie 31/55.2.4.53.40

Art.2. (Een vergoeding) mag toegekend worden voor zover : <MB 1999-12-09/38, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 13-07-1999>
  1° het eieren betreft aanwezig op een bedrijf of vanaf het bedrijf door de overheid afgeleid naar een opslagplaats en afkomstig van een bedrijf bedoeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 18 juni 1999 betreffende de afmaking van dieren in het kader van de tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de dioxineverspreiding en besmetting,
  of;
  2° het eieren betreft aanwezig op een bedrijf of vanaf het bedrijf door de overheid afgeleid naar een opslagplaats en afkomstig van een landbouwbedrijf onder bewarend beslag en waarbij de houdbaarheidsdatum werd overschreden. De overschrijding van deze datum dient officieel vastgesteld te zijn door een beambte.
  De eigenaar van deze eieren moet een aanvraag tot vernietiging indienen op volgend adres :
  Ministerie van Middenstand en Landbouw, WTC III, Simon Bolivarlaan 30, 1000 Brussel. Fax. : 02/208.35.65.
  T.a.v. Dr. M. Vergeynst.

Art.3. Een toegekende (vergoeding), dat overeenstemt met 80 % van de kostprijs, wordt berekend op basis van de volgende modaliteiten : <MB 1999-12-09/38, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 13-07-1999>
  1° voor consumptie-eieren : 11 BF/kg;
  2° voor broedeieren : 4 BF/stuk.
  Indien de marktprijs lager is dan de bovenvermelde bedragen dan gebeurt de berekening van (een vergoeding) op basis van de marktprijs. <MB 1999-12-09/38, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 13-07-1999>

Art. 3bis. <Ingevoegd bij KB 1999-08-02/30, art. 1, Inwerkingtreding : 07-08-1999; Opheffing : 15-08-1999> Onder broedeieren, bedoeld in artikel 3 2°, wordt verstaan eieren bestemd voor de productie van kuikens, met inbegrip van de ingelegde eieren en de eendagskuikens gedood of geëuthanaseerd in de broeierij onder bewarend beslag.

Art.4. (Een vergoeding) bedoeld in artikel 1 wordt slechts toegekend voor zover : <MB 1999-12-09/38, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 13-07-1999>
  1° het vervoer van eieren vooraf toegelaten en verzegeld werd door de Diensten van het Departement van Landbouw;
  2° de ontvangst van de verzegelde lading, en de vernietiging in het destructiebedrijf of de opslag in een koelhuis in afwachting van de vernietiging, met het oog op de verassing geattesteerd werden door een beambte.

Art. 4bis. <Ingevoegd bij MB 1999-11-22/34, art. 1; Inwerkingtreding : 12-12-1999> Wanneer overeenkomstig artikel 2 officieel vastgesteld werd dat de specifieke houdbaarheidsduur van 12 dagen als broedei verstreken was bij opheffing van het bewarend beslag van broedeieren, betekent evenwel de levering aan de levensmiddelenindustrie een vernietiging van broedeieren. In voorkomend geval dient het toe te kennen bedrag van terugvorderbaar voorschot verminderd te worden met de gerecupereerde opbrengst van de gedeclasseerde broedeieren.

Art.5. De kosten voor het vervoer, de opslag, het verwerken en het vernietigen van de dierlijke producten die in toepassing van de bepalingen van dit besluit worden vernietigd vallen ten laste van de overheid.

Art.6. De eigenaar verliest zijn recht op een (vergoeding) wanneer één of meerdere inbreuken worden vastgesteld op de bepalingen genomen in uitvoering van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten. <MB 1999-12-09/38, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 13-07-1999>

Art. 7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt en treedt buiten werking op (30 november 1999). <MB 1999-11-22/34, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 12-12-1999>
  Brussel, 9 juli 1999.
  H. VAN ROMPUY