22 APRIL 1999. - Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. (NOTA : opgeheven in de toekomst op een onbepaalde datum bij W2019-03-17/03, art. 129; Inwerkingtreding : onbepaald )(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-05-1999 en tekstbijwerking tot 30-09-2020)
TITEL I.
Art. 1, 1/1
TITEL II.
HOOFDSTUK I.
Art. 2-6
HOOFDSTUK II.
Art. 7-15
TITEL III.
HOOFDSTUK I.
Art. 16-19, 19bis, 20-22, 22bis, 23
HOOFDSTUK II.
Art. 24-26
HOOFDSTUK III.
Art. 27-28, 28/1, 29-33
TITEL IV.
HOOFDSTUK I.
Art. 34, 34/1, 35-37, 37bis
HOOFDSTUK II.
Art. 38-40
TITEL V.
HOOFDSTUK I.
Art. 41
HOOFDSTUK II.
Art. 42
TITEL VI.
HOOFDSTUK I.
Art. 43-44
HOOFDSTUK II.
Art. 45, 45/1, 45/2
HOOFDSTUK III. - Het beroep van boekhouder en de titels van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist.
Art. 46-49, 49/1, 50, 50bis, 51-52, 52bis, 52ter
TITEL VII.
Art. 53
TITEL VIII.
Art. 54
TITEL IX.
Art. 55
TITEL X.
Art. 56-57
TITEL XI.
Art. 58, 58/1
TITEL XII.
Art. 59-61
TITEL XIII.
Art. 62-63
TITEL XIV.
Art. 64
1999016158 1999016159 2000003476 2000011373 2002011120 2002011290 2003011040 2003011102 2003011273 2004011229 2005011139 2005011350 2006011338 2007011356 2009011233 2009011398 2009011471 2009011472 2011011301 2013011100 2013011557 2014011280 2014011425 2014011593 2015011095 2015011174 2015011200 2015011456 2015A11200 2017040583 2018032394 2019031041 2020015601 2021040128 2021A40128
TITEL I.
Artikel 1.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art. 1/1.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL II.
HOOFDSTUK I.
Art.2.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.3.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.4.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.5.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.6.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
HOOFDSTUK II.
Art.7.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.8.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.9.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.10.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.11.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.12.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.13.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.14.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.15.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL III.
HOOFDSTUK I.
Art.16.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.17.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.18.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.19.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art. 19bis.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.20.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.21.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.22.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art. 22bis.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.23.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
HOOFDSTUK II.
Art.24.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.25.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.26.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
HOOFDSTUK III.
Art.27.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.28.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.28/1.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.29.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.30.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.31.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.32.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.33.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL IV.
HOOFDSTUK I.
Art.34.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.34/1.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.35.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.36.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.37.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art. 37bis.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
HOOFDSTUK II.
Art.38.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.39.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.40.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL V.
HOOFDSTUK I.
Art.41.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
HOOFDSTUK II.
Art.42.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL VI.
HOOFDSTUK I.
Art.43.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.44.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
HOOFDSTUK II.
Art.45.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art. 45/1.[1 § 1. [5 ...]5
§ 2. Het Beroepsinstituut omvat een Nationale Raad samengesteld uit een gelijk aantal Nederlandstalige en Franstalige leden, alsook twee uitvoerende kamers en twee kamers van beroep, die respectievelijk het Frans en het Nederlands als voertaal hebben.
Onverminderd § 11 zijn hun werkende en plaatsvervangende leden verkozen voor vier jaar, door de natuurlijke personen die op het tableau zijn ingeschreven.
De Nationale Raad bestaat per taalgroep uit minstens twee derde externe beroepsbeoefenaars.
De Koning bepaalt het aantal leden, de voorwaarden tot verkiesbaarheid en de regels inzake verkiezing.
Hij stelt de werkingsregels van de Raad en van de kamers vast.
[2 Elke kiezer kan een beroep indienen tegen de verkiezingsresultaten bij de Raad van State binnen de acht dagen na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad. Op straffe van onontvankelijkheid wordt het beroep voorafgaandelijk per deurwaardersexploot betekend aan de voorzitter van het Beroepsinstituut. De Koning bepaalt de procedure en de partijen bij deze procedure. De Raad van State doet uitspraak binnen een termijn van zestig dagen. Indien de verkiezing geheel of gedeeltelijk nietig wordt verklaard, alsook ingeval van beroep tegen de verkiezingen, nemen de uittredende mandatarissen de betrokken mandaten verder waar zolang deze niet opnieuw werden ingevuld. Indien de verkiezingen geheel of gedeeltelijk nietig worden verklaard stelt de regeringscommissaris de datum vast waarop nieuwe verkiezingen moeten worden gehouden .]2
§ 3. [5 ...]5
§ 4. [5 ...]5
§ 5. [5 ...]5
[4 § 5/1. [5 ...]5]4
§ 6. [5 ...]5
§ 7. De kamers hebben tot taak :
1) [5 ...]5
2) [5 ...]5
3) te waken over de toepassing van het stagereglement en de voorschriften van de plichtenleer en uitspraak in tuchtzaken te doen ten opzichte van de beroepsbeoefenaars, de stagiairs en de personen die gemachtigd zijn het beroep occasioneel uit te oefenen;
4) op gezamenlijk verzoek van de betrokkenen, in laatste aanleg arbitraal uitspraak te doen omtrent betwistingen inzake honoraria die door een externe beroepsbeoefenaar of stagiair aan zijn cliënt worden gevraagd, en op verzoek van de hoven en rechtbanken of in geval van geschil tussen op het tableau of op de lijst van de stagiairs ingeschreven externe beroepsbeoefenaars, advies uit te brengen over de berekening van de honoraria;
5) het opstellen en bijhouden van een lijst met stagemeesters wiens taak het is om de stagiairs met raad en daad bij te staan en een evaluatieverslag op te stellen.
§ 8. [4 De bevoegdheid van de uitvoerende kamers wordt bepaald door de taal die door de betrokkene, natuurlijke persoon, werd gekozen bij zijn aanvraag tot inschrijving. De gekozen taal kan niet worden gewijzigd. De personen uit het Duitse taalgebied kiezen in hun aanvraag tot inschrijving tot welke taalrol zij wensen te behoren.]4
De persoon die niet over een voldoende kennis beschikt van de taal van de procedure van de kamer waarvoor hij moet verschijnen, kan zich tijdens de zitting laten bijstaan door een tolk naar zijn keuze.
§ 9. De betwistingen tussen personen die zijn ingeschreven op het tableau door verschillende uitvoerende kamers, behoren tot de bevoegdheid van de verenigde kamers. [4 ...]4
§ 10. De uitvoerende kamers worden bijgestaan door een rechtskundig assessor of een plaatsvervangend rechtskundig assessor, die door de Minister van Middenstand voor zes jaar worden benoemd onder de advocaten die zijn ingeschreven op een tableau van de Orde.
§ 11. De uitvoerende kamers en de kamers van beroep worden voorgezeten door een werkend of een eremagistraat of door een advocaat die sedert ten minste tien jaar is ingeschreven op een tableau van de Orde van Advocaten, door de Koning benoemd voor een termijn van zes jaar, of door diens plaatsvervanger die aan dezelfde voorwaarden moet voldoen.
§ 12. De kamers van beroep doen uitspraak over de beroepen ingesteld tegen de door de uitvoerende kamers in hun voertaal genomen beslissingen. [4 ...]4 De beroepen worden ingesteld door de personen op wie de beslissingen betrekking hebben, of door de rechtskundige assessoren.
[4 Zij doen tevens uitspraak over de beroepen tegen de beslissingen van de examenjury inzake het resultaat van het schriftelijke en/of mondeling gedeelte van het praktisch bekwaamheidsexamen.
Het beroep kan door de deelnemer aan het praktisch bekwaamheidsexamen ingesteld worden per aangetekende zending binnen de vijftien dagen na betekening van deze beslissing. Desgevallend hebben de kamers van beroep de bevoegdheid om een kandidaat al dan niet in te schrijven op het tableau van de beroepsbeoefenaars.
De beroepen tegen de beslissingen die zijn genomen door de verenigde uitvoerende kamers in toepassing van § 9 behoren tot de bevoegdheid van de verenigde kamers van beroep. De beroepen worden ingesteld door de personen op wie de beslissingen betrekking hebben, of door de rechtskundige assessoren van beide taalrollen samen.]4
§ 13. De leden van de kamers zijn verplicht tot geheimhouding van de beraadslagingen.]1
[2 § 14. [3 Tegen de door de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende kamers in laatste aanleg gewezen beslissingen, tegen de eindbeslissingen van de kamers van beroep of van de verenigde kamers van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.]3 ]2
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-02-25/04, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2013>
(2)<W 2013-02-25/05, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 01-07-2013>
(3)<W 2014-04-10/57, art. 32, 010; Inwerkingtreding : 25-05-2014>
(4)<W 2017-09-03/01, art. 21, 012; Inwerkingtreding : 21-09-2017>
(5)<KB 2020-09-11/10, art. 2,1°, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art. 45/2.[1 De leden en stagiairs, natuurlijke personen of rechtspersonen van wie bewezen is dat zij aan hun plichten zijn tekortgekomen, zijn strafbaar met de volgende tuchtstraffen :
1° de waarschuwing;
2° de berisping;
3° de schorsing;
4° de schrapping.
Wanneer een tuchtstraf aan een rechtspersoon wordt opgelegd, kan een tuchtstraf eveneens worden opgelegd aan de natuurlijke perso(o)n(en), zaakvoerders, bestuurders, directiecomitéleden en, op meer algemene wijze, de zelfstandige mandatarissen, leden of stagiairs van het beroepsinstituut, die optreden in naam van en voor rekening van de rechtspersoon, waarvan de fout aan de oorsprong ligt van de fout die aan de rechtspersoon wordt verweten.
De Koning bepaalt de wijze waarop deze tuchtstraffen kunnen worden uitgesproken. Tevens stelt hij de regels vast volgens welke eventueel eerherstel wordt verleend.
De schorsing bestaat voor zowel de interne beroepsbeoefenaar of interne stagiair als voor de externe beroepsbeoefenaar of externe stagiair in het verbod om gedurende een bepaalde termijn, die niet langer dan twee jaar mag duren, de beroepstitel in België te voeren. Zij brengt de ontzegging met zich van het recht om deel te nemen aan de in artikel 45/1, § 2, bedoelde verkiezingen. Voor de externe beroepsbeoefenaar of externe stagiair brengt zij bovendien het verbod mee om gedurende dezelfde periode van schorsing het gereglementeerd beroep als zelfstandige in België uit te oefenen.
De schrapping brengt zowel voor de interne beroepsbeoefenaar of interne stagiair als voor de externe beroepsbeoefenaar of externe stagiair het verbod met zich om de beroepstitel te voeren en voor de externe beroepsbeoefenaars en externe stagiairs bovendien het verbod om het gereglementeerde beroep in België als zelfstandige uit te oefenen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-02-25/04, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2013>
HOOFDSTUK III. - Het beroep van boekhouder en de titels van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist.
Art.46.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.47.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.48.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.49.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.49/1.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.50.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art. 50bis.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.51.[1 § 1. De inschrijving op het tableau van de titularissen van het beroep is afhankelijk van het op voldoende wijze doorlopen van een stage.
[2 ...]2
§ 2. De stage wordt afgesloten met het slagen in een praktisch bekwaamheidsexamen, georganiseerd door het Beroepsinstituut. Dit examen kan verschillend zijn voor stagiair-boekhouders en stagiair-boekhouders-fiscalisten. Het programma, de voorwaarden en de samenstelling van de examenjury worden door de Koning vastgesteld.
De Uitvoerende Kamer kan geheel of gedeeltelijk vrijstelling verlenen van het volgen van de stage en/of het afleggen van het praktisch bekwaamheidsexamen aan personen die in België een hoedanigheid bezitten die gelijkwaardig is met die van erkende boekhouder of erkende boekhouder-fiscalist.
Een stagiair kan ten vroegste deelnemen aan dit praktisch bekwaamheidsexamen nadat hij minstens één jaar stage heeft doorlopen. Daarna kan hij zijn inschrijving vragen voor elk volgend praktisch bekwaamheidsexamen dat het Beroepsinstituut organiseert en een laatste maal aan het eerstvolgende examen dat plaatsvindt nadat zijn maximale stageperiode van zes jaar beëindigd is en op voorwaarde dat zijn aanvraag tot deelname gebeurt uiterlijk voor het verstrijken van de zesjarige stageperiode.
De examenjury kan de stagiairs ook aan een tussentijdse evaluatie onderwerpen die los staat van het praktisch bekwaamheidsexamen.
De beslissingen van de examenjury hebben kracht van gewijsde behoudens het beroep dat desgevallend wordt ingesteld tegen deze beslissingen overeenkomstig artikel 45/1, § 12.
§ 3. [2 ...]2
§ 4. [2 ...]2
§ 5. [2 ...]2]1
----------
(1)<W 2017-09-03/01, art. 23, 012; Inwerkingtreding : 21-09-2017>
(2)<KB 2020-09-11/10, art. 2,3°, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.52.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art. 52bis.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art. 52ter.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL VII.
Art.53.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL VIII.
Art.54.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL IX.
Art.55.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL X.
Art.56.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.57.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL XI.
Art.58.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.58/1.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL XII.
Art.59.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.60.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.61.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL XIII.
Art.62.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
Art.63.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>
TITEL XIV.
Art. 64.
<Opgeheven bij KB 2020-09-11/10, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 10-10-2020>