3 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 1981 betreffende het loon van de werklieden uit het bouwbedrijf voor de ingevolge slecht weder verloren arbeidsuren.
Art. 1-4
Artikel 1. Een artikel 1bis, luidend als volgt, wordt in het koninklijk besluit van 16 december 1981 betreffende het loon van de werklieden uit het bouwbedrijf voor de ingevolge slecht weder verloren arbeidsuren ingevoegd :
" Art. 1bis. In afwijking van artikel 27, eerste lid, 2° van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, heeft recht op het loon dat hem zou zijn toegekomen indien hij zijn dagtaak normaal had kunnen volbrengen, de werkman die, op het ogenblik dat hij zich naar het werk begeeft geschikt is om te werken en die, op het ogenblik dat hij zich op de bouwplaats aanbiedt, vaststelt dat hij zijn normale arbeidstaak kan aanvatten, maar die, buiten het geval van staking, wegens het slechte weder, de arbeid waaraan hij bezig was, niet kan verder zetten. ".
Art.2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 2. Wanneer de werkman die, op het ogenblik dat hij zich op het werk aanbiedt, geschikt is om te werken, tengevolge van slecht weder het werk waaraan hij bezig was niet kan verder zetten, mag de werkgever, in afwijking van de bepalingen van artikel 27, eerste lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, het normaal loon voor de niet gepresteerde arbeidsuren voor de helft betalen, indien het complement ervan door het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf uitgekeerd wordt. ".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1999.
Art. 4. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 mei 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET