13 JUNI 1999. - Koninklijk besluit houdende organisatie van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie.
Art. 1-14
Artikel 1. De Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie bestaat uit een centrale Administratie, die deel uitmaakt van het Hoofdbestuur van het Ministerie van Justitie, en buitendiensten.
De buitendiensten zijn als volgt georganiseerd :
a) per ambtsgebied dat overeenkomt met een gerechtelijk arrondissement beschikt de Dienst Justitiehuizen over een afdeling, het " Justitiehuis " genoemd.
Het Justitiehuis wordt geleid door een directeur;
b) de justitiehuizen waarvan het ambtsgebied overeenkomt met het rechtsgebied van een Hof van Beroep staan onder de leiding van een regionaal directeur. Voor het ambtsgebied dat overeenkomt met het rechtsgebied van het Hof van Beroep te Brussel zijn er twee regionale directeurs die behoren tot een verschillende taalrol.
Art.2. § 1. De Dienst Justitiehuizen staat in voor :
1° de taken van toezicht, justitiële begeleiding en sociaal onderzoek die voortvloeien uit :
- artikel 3bis van de voorafgaande Titel van het Wetboek van strafvordering;
- artikel 216ter van het Wetboek van strafvordering;
- de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964;
- de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie;
- de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis;
- de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964;
2° het onthaal van en de informatie- en adviesverlening aan de gebruikers van het Justitiehuis en de eventuele doorverwijzing naar de bevoegde instanties;
3° het structureren en bevorderen van de samenwerking en het overleg met de verschillende actoren in en om justitie voor het bereiken van de doelstellingen van het Justitiehuis;
4° de coördinatie, promotie en bekendmaking van de initiatieven rond alternatieve geschillenbeslechting en alternatieve maatregelen en straffen;
5° het ter beschikking stellen van lokalen voor het organiseren van de juridische eerstelijnsbijstand door de advocaten en voor de vergaderingen van de commissies voor juridische bijstand en voor de zittingen van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling.
§ 2. De Dienst Justitiehuizen kan onder meer instaan voor de taken die voortvloeien uit opdrachten die haar worden toevertrouwd door de voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg, zetelend in kortgeding, door de Jeugdrechtbank of door de procureur des Konings op basis van :
- de artikelen 373 tot 375bis van het burgerlijk Wetboek;
- de artikelen 931 en 1280 van het gerechtelijk Wetboek;
- artikel 50 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming.
§ 3. Voor het organiseren van de taken bedoeld in § 1, 4°, wordt in elk Justitiehuis een coördinator aangesteld.
Art.3. De Minister van Justitie stelt de basisinstructies voor de justitiehuizen vast.
Art.4. Bij elk Justitiehuis wordt een Begeleidingscomité, een Commissie strafrechtstoepassingen en een Commissie civielrechtelijke toepassingen ingesteld.
Art.5. § 1. In het Begeleidingscomité zetelen :
- de procureur des Konings,
- de directeur van het Justitiehuis,
- de regionaal directeur,
- een gevangenisdirecteur,
of hun vertegenwoordiger.
§ 2. Worden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van het Begeleidingscomité :
- de voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg of zijn vertegenwoordiger;
- de stafhouder van de balie of zijn vertegenwoordiger;
- een vertegenwoordiger van de politiediensten;
- de provinciegouverneur of zijn vertegenwoordiger;
- een vertegenwoordiger van de gemeentebesturen;
- een vertegenwoordiger van een door de gemeenschappen of gewesten erkende welzijns- of gezondheidsinstelling, die gespecialiseerd is in de hulpverlening aan slachtoffers;
- een vertegenwoordiger van een door de gemeenschappen of gewesten erkende welzijns- of gezondheidsinstelling, die gespecialiseerd is in de hulpverlening aan daders;
- één en maximum drie vertegenwoordigers van een hogeschool en/of universiteit, met name van een departement dat inhoudelijk aansluit bij de taken van het Justitiehuis.
§ 3. Het secretariaat wordt waargenomen door het Justitiehuis.
§ 4. Het Begeleidingscomité verkiest om de twee jaar zijn voorzitter uit zijn leden, met uitzondering van de personeelsleden van het Justitiehuis.
Art.6. § 1. Het Begeleidingscomité adviseert over het beleid van het Justitiehuis binnen de doelstellingen en de opdrachten, coördineert de beleidsopties en de initiatieven van het Justitiehuis, signaleert structurele problemen en stelt eventuele oplossingen voor.
§ 2. Het Begeleidingscomité ontvangt het jaarverslag betreffende de activiteiten van het Justitiehuis, dat wordt opgesteld door de directeur van het Justitiehuis vóór 31 januari van het jaar volgend op het jaar waarop het verslag betrekking heeft, en geeft hierover een advies binnen een maand na ontvangst. De directeur maakt het verslag en het advies, via de regionaal directeur, over aan de procureur-generaal bij het Hof van Beroep van het rechtsgebied waarin het Justitiehuis is gelegen. Hij maakt het verslag en het advies eveneens over aan de centrale Administratie van de Dienst Justitiehuizen. De centrale Administratie bundelt de jaarverslagen en de adviezen van de verschillende justitiehuizen en maakt een nationaal jaarverslag op vóór 31 mei van het jaar volgend op het jaar waarop het verslag betrekking heeft.
Art.7. § 1. In de Commissie strafrechtstoepassingen zetelen :
- de procureur des Konings of zijn vertegenwoordiger;
- de directeur van het Justitiehuis of zijn vertegenwoordiger;
- een gevangenisdirecteur of zijn vertegenwoordiger;
- de coördinator van het Justitiehuis.
§ 2. Worden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de Commissie strafrechtstoepassingen :
- een onderzoeksrechter;
- een magistraat zetelend in strafzaken;
- de stafhouder van de balie of zijn vertegenwoordiger;
- een vertegenwoordiger van een door de gemeenschappen of gewesten erkende welzijns- of gezondheidsinstelling die gespecialiseerd is in de hulpverlening aan slachtoffers;
- een vertegenwoordiger van een door de gemeenschappen of gewesten erkende welzijns- of gezondheidsinstelling die gespecialiseerd is in de hulpverlening aan daders;
- een lid van de Probatiecommissie, van de Commissie tot bescherming van de maatschappij en van de Commissie voor de voorwaardelijke invrijheidstelling.
§ 3. De Commissie kan personen, die zij nuttig acht, uitnodigen om tijdelijk deel te nemen aan de vergaderingen.
§ 4. De Commissie verkiest om de twee jaar haar voorzitter uit haar vaste leden, met uitzondering van de personeelsleden van het Justitiehuis.
§ 5. Het secretariaat van de Commissie wordt waargenomen door het Justitiehuis.
Art.8. § 1. In de Commissie civielrechtelijke toepassingen zetelen :
- de procureur des Konings of zijn vertegenwoordiger;
- de directeur van het Justitiehuis of zijn vertegenwoordiger;
- de coördinator van het Justitiehuis.
§ 2. Worden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de Commissie civielrechtelijke toepassingen :
- een magistraat zetelend in jeugdzaken;
- een magistraat zetelend in burgerlijke zaken;
- de stafhouder van de balie of zijn vertegenwoordiger;
- één en maximum drie vertegenwoordigers van door de gemeenschappen of gewesten erkende welzijns- of gezondheidsinstellingen die gespecialiseerd zijn in het begeleiden van personen in familiale probleemsituaties.
§ 3. De Commissie kan personen, die zij nuttig acht, uitnodigen om tijdelijk deel te nemen aan de vergaderingen.
§ 4. De Commissie verkiest om de twee jaar haar voorzitter uit haar vaste leden, met uitzondering van de personeelsleden van het Justitiehuis.
§ 5. Het secretariaat van de Commissie wordt waargenomen door het Justitiehuis.
Art.9. De Commissie strafrechtstoepassingen en de Commissie civielrechtelijke toepassingen staan in voor :
1° het bevorderen van het overleg en de coördinatie tussen de verschillende instanties inzake respectievelijk de strafrechtstoepassingen en de civielrechtelijke toepassingen;
2° het opvolgen en evalueren van de overeenkomsten met private of openbare instanties;
3° het formuleren van adviezen omtrent de wijze waarop de strafrechtstoepassingen of civielrechtelijke toepassingen kunnen gebeuren;
4° het signaleren van disfuncties en leemtes via de directeur aan de bevoegde instanties.
Art.10. Het Begeleidingscomité, de Commissie strafrechtstoepassingen en de Commissie civielrechtelijke toepassingen beslissen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Art.11. De voorzitter en de leden van het Begeleidingscomité, de Commissie strafrechtstoepassingen en de Commissie civielrechtelijke toepassingen, evenals de personen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen, die geen Rijksambtenaar zijn of ermee gelijkgesteld zijn voor wat deze materie betreft ingevolge andere bepalingen, hebben recht op reisvergoedingen, overeenkomstig de beschikkingen toepasselijk op het personeel van de ministeries.
Voor de toepassing van het eerste lid worden de betrokken personen gelijkgesteld met Rijksambtenaren van rang 13.
Art.12. Het koninklijk besluit van 20 oktober 1992 tot oprichting van de Dienst maatschappelijk Werk strafrechtstoepassing bij de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen wordt opgeheven.
Art.13. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 14. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 juni 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS