8 JUNI 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van : het besluit van 24 juni 1994 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de algemene voorwaarden krachtens welke de inrichtende machten van het onderwijs voor sociale promotie overeenkomsten mogen sluiten met andere onderwijsinrichtingen, instellingen, bedrijven, personen of verenigingen en de door bedoelde overeenkomsten te hunner beschikking gestelde specifieke middelen mogen gebruiken; het besluit van 8 september 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de opleidingsdomeinen in het onderwijs voor sociale promotie; het besluit van 5 januari 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bepaling van de nadere regels voor de organisatie en de werking van de zonale advies- en coördinatiecommissies van het onderwijs voor sociale promotie (VERTALING).
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 3 van het besluit van 24 juni 1994 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de algemene voorwaarden krachtens welke de inrichtende machten van het onderwijs voor sociale promotie overeenkomsten mogen sluiten met andere onderwijsinrichtingen, instellingen, bedrijven, personen of verenigingen en de door bedoelde overeenkomsten te hunner beschikking gestelde specifieke middelen mogen gebruiken wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Artikel 3. De totaliteit van de lestijden die veriest zijn voor de organisatie van een afdeling waarvoor een overeenkomst werd gesloten bestaat ofwel :
1° uit lestijden getrokken uit de lestijdendotatie;
2° voor de helft uit lestijden getrokken uit de lestijdendotatie en voor de andere helft uit bijkomende lestijden;
3° uit bijkomende lestijden.
In afwijking van vorig lid kan er in de overeenkomsten die rechtstreeks gesloten zijn tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en een partner erin voorzien worden dat de totaliteit van de lestijden die nodig zijn voor de organisatie van een afdeling uit bijkomende lestijden bestaat en uit lestijden getrokken uit de lestijdendotatie volgens een andere verdeling dan deze die bij lid 1 voorzien zijn.
In dat geval wordt er in de tekst van de overeenkomst nader bepaald dat dezelfde voorwaarden toepasselijk zijn op elke schoolinrichting voor sociale promotie georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap die in het kader van deze overeenkomst haar medewerking verleent.
Daartoe laat de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort aan de Hoge Raad voor het onderwijs voor sociale promotie weten dat de bij lid 3 bedoelde overeenkomst bestaat.".
Art.2. In voormeld besluit van 24 juni 1994 wordt er een artikel 3bis gevoegd luidend als volgt :
"Art. 3bis. Onverminderd de toepassing van artikel 3, lid 2 mag er uit de hernieuwing van een overeenkomst geen vermindering van de bijkomende lestijden voortvloeien.
Een partner die met verschillende schoolinrichtingen voor sociale promotie overeenkomsten sluit die op dezelfde afdeling betrekking hebben moet hetzelfde deel van bijkomende lestijden te zijner laste nemen in elke overeenkomst.".
Art.3. In artikel 1 van het besluit van 8 september 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de opleidingsdomeinen in het onderwijs voor sociale promotie worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in 36° en 37° wordt het woord "sociologie" bijgevoegd na de woorden "beheer van human resources en personeel";
2° na 38° worden de volgende woorden bijgevoegd :
"39° toegepaste wetenschappen - secundair onderwijs : scheikunde, natuurkunde, biologie, biochemie, biofysica, optica;
40° toegepaste wetenschappen - hoger onderwijs : scheikunde, natuurkunde, biologie, biochemie, biofysica, optica.".
Art.4. In artikel 3 van het besluit van 5 januari 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bepaling van de nadere regels voor de organisatie en de werking van de zonale advies- en coördinatiecommissies van het onderwijs voor sociale promotie wordt lid 5 vervangen door volgend lid :
"De leden die de inrichtingen vertegenwoordigen worden aangeduid overeenkomstig artikel 123bis, § 4, lid 4 van het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie van het onderwijs voor sociale promotie.".
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 september 1998.
Art. 6. De Minister tot wiens bevoegdheid het Onderwijs voor sociale promotie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 juni 1998.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE