24 JUNI 1994. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de algemene voorwaarden krachtens welke de inrichtende machten van onderwijs voor sociale promotie overeenkomsten mogen sluiten met andere onderwijsinrichtingen, instellingen, bedrijven, personen of verenigingen en de door bedoelde overeenkomsten te hunner beschikking gestelde specifieke middelen mogen gebruiken. <Vertaling> - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-11-1998 en tekstbijwerking tot 08-07-2016)
Art. 1-3, 3bis, 4-12
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient men te verstaan onder :
1° decreet : het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap d.d. 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie;
2° [1 afdeling : een behoorlijk goedgekeurde opleidingsafdeling of één of meerdere behoorlijk goedgekeurde opleidingseenheden van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1;]1
3° overeenkomsten : de in artikel 114 van het decreet bedoelde overeenkomsten;
4° partner : een andere inrichting voor onderwijs voor sociale promotie of een onderwijsinrichting met volledig leerplan, een centrum voor alternerende opvoeding en opleiding, een instelling, een bedrijf of een vereniging die een overeenkomst sluit met een onderwijsinrichting voor sociale promotie;
5° inrichting : een inrichting voor onderwijs voor sociale promotie;
6° lesurendotatie : de in artikel 91 van voormeld decreet bedoelde schooldotatie;
7° aanvullende lestijden : lestijden/leraar die in het raam van de organisatie van een afdeling worden gefinancierd door een andere procedure dan de lesurendotatie;
8° aanvullende middelen : elke financiële of materiële aanbreng buiten de aanvullende lestijden, toegekend aan een inrichting door een partner in het raam van een overeenkomst;
9° inrichting van een specifieke groep : inrichting van een afdeling of van een uitsplitsing ervan, alleen ten gunste van personen die door een partner betaald worden;
10° inrichting van een gemengde groep : inschakeling van personen die door een partner betaald worden, in een niet uitsluitend voor die personen bestemde groep;
11° lessen : elke onderwijswerkzaamheid.
----------
(1)<BFG 2012-11-08/17, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art.2. De bepalingen van dit besluit zijn enkel van toepassing op de overeenkomsten die worden gesloten met het oog op de inrichting van specifieke of gemengde groepen. Ze worden niet toegepast op de samenwerkingsovereenkomsten bepaald bij artikel 5 van het decreet d.d. 3 juli 1991 houdende organisatie van het secundair onderwijs met beperkt leerplan.
Art.3.<BFG 1998-06-08/46, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1998> De totaliteit van de lestijden die veriest zijn voor de organisatie van een afdeling waarvoor een overeenkomst werd gesloten bestaat ofwel :
1° uit lestijden getrokken uit de lestijdendotatie;
2° voor de helft uit lestijden getrokken uit de lestijdendotatie en voor de andere helft uit bijkomende lestijden;
3° uit bijkomende lestijden.
In afwijking van vorig lid kan er in de overeenkomsten die rechtstreeks gesloten zijn tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en een partner erin voorzien worden dat de totaliteit van de lestijden die nodig zijn voor de organisatie van een afdeling uit bijkomende lestijden bestaat en uit lestijden getrokken uit de lestijdendotatie volgens een andere verdeling dan deze die bij lid 1 voorzien zijn.
In dat geval wordt er in de tekst van de overeenkomst nader bepaald dat dezelfde voorwaarden toepasselijk zijn op elke schoolinrichting voor sociale promotie georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap die in het kader van deze overeenkomst haar medewerking verleent.
[1 Daartoe zendt de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort een origineel exemplaar van bedoelde overeenkomst aan het bestuur, aan de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten en aan de Hoge Raad voor het onderwijs voor sociale promotie toe.]1
----------
(1)<BFG 2012-11-08/17, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art. 3bis. <Ingevoegd bij BFG 1998-06-08/46, art. 2; Inwerkingtreding : 01-09-1998> Onverminderd de toepassing van artikel 3, lid 2 mag er uit de hernieuwing van een overeenkomst geen vermindering van de bijkomende lestijden voortvloeien.
Een partner die met verschillende schoolinrichtingen voor sociale promotie overeenkomsten sluit die op dezelfde afdeling betrekking hebben moet hetzelfde deel van bijkomende lestijden te zijner laste nemen in elke overeenkomst.
Art.4. Voor elke afdeling die het voorwerp is van een overeenkomst, wordt het aantal aanvullende lestijden in gemeen overleg tussen de inrichting en de partner vastgesteld. Dit aantal alsmede het bedrag ervan worden in de overeenkomst bepaald.
De Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort laat een overeenkomstmodel opmaken.
Art.5.[1 Het bedrag voor een lestijd wordt vastgesteld als volgt :
a) | in het secundair onderwijs voor sociale promotie van de lagere graad : | |
- algemene vakken, bijzondere vakken en technische vakken | 58,80 EUR | |
- technische en beroepsvakken en beroepspraktijk | 49,89 EUR | |
b) | in het secundair onderwijs voor sociale promotie van de hogere graad : | |
- algemene vakken en technische vakken | 70,26 EUR | |
- bijzondere vakken | 64,52 EUR | |
- technische en beroepsvakken en beroepspraktijk | 51,05 EUR | |
c) | in het hoger onderwijs van het korte type en voor sociale promotie : | |
- algemene vakken, leergangen psychologie, opvoedkunde en methodiek en technische vakken | 79,53 EUR | |
- bijzondere vakken | 64,52 EUR | |
- technische en beroepsvakken en beroepspraktijk | 67,29 EUR |