Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 JULI 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1991 betreffende de inschrijving bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap en van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modaliteiten en bedragen van de tussenkomsten voor individuele materiële bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991036327  1992036002 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1991 betreffende de inschrijving bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, wordt het derde lid vervangen door wat volgt :
  "De datum van de in het tweede lid bedoelde beslissing geldt als datum van de aanvraag voor de toepassing van artikel 11 indien de aanvraag binnen de twee weken na de beslissing wordt ingediend. Indien de beslissing niet in voormelde periode wordt ingediend, geldt de datum van indiening als de datum van aanvraag.".

Art.2. In artikel 8, § 1, 3° van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 3 juni 1992, worden tussen de woorden "de thuisbegeleiding" en de woorden "van de persoon met een handicap", de woorden "of een combinatie van beide" ingevoegd.

Art.3. Artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 3 juni 1992 en 23 juli 1993, wordt vervangen door wat volgt :
  "Art. 11. De tenlasteneming kan ten vroegste uitwerking krijgen vanaf de eerste dag van de kalendermaand waarin een schriftelijke vraag om inschrijving en bijstand wordt ingediend, voor zover ten laatste binnen de daaropvolgende kalendermaand een volledige aanvraag wordt ingediend in overeenstemming met de in artikel 2 of artikel 7 vermelde voorwaarden.
  Als de aanvraag niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn wordt vervolledigd, kan de tenlasteneming ten vroegste uitwerking krijgen vanaf de eerste dag van de kalendermaand voorafgaand aan de vervollediging. Als de aanvraag niet binnen een termijn van maximaal vier kalendermaanden wordt vervolledigd, kan de tenlasteneming ten vroegste uitwerking krijgen vanaf de eerste dag van de kalendermaand van de vervollediging. In geval van overmacht ingeroepen door de instantie erkend voor het afleveren van multidisciplinaire verslagen of door de aanvrager, blijft het eerste lid van toepassing.
  De tenlasteneming van een aanvraag in overeenstemming met artikel 8, § 1, 1° kan ten vroegste uitwerking krijgen vanaf de datum van aanvraag zoals bepaald in artikel 2, § 1, derde lid. De tenlasteneming van aanvragen in overeenstemming met artikel 8, § 1, 2° en 3° kan ten vroegste uitwerking krijgen vanaf de datum van indiening van de aanvraag.
  Voor de bepaling van de datum van indiening geldt de poststempel op de datum van het ontvangstbewijs, in geval van afgifte. Valt deze datum op een maandag dan wordt de datum van de daar onmiddellijk aan voorafgaande zaterdag beschouwd als datum van indiening.".

Art.4. Aan artikel 12, eerste lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1993, worden de volgende zinnen toegevoegd :
  "Het behoeftenprofiel in de sectoren "zorg" en "werk" wordt samengesteld op basis van bijstandsvelden. De minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, bepaalt de samenstelling van de bijstandsvelden.".

Art.5. Aan artikel 19 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "Op initiatief van de evaluatiecommissie kan de instantie die multidisciplinaire verslagen aflevert, worden gehoord. Hiertoe stelt de evaluatiecommissie dag en uur vast en verwittigt de instantie bij aangetekend schrijven.".

Art.6. Aan artikel 22, § 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 3 juni 1992 en 30 juli 1994, wordt een 7° toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "7° de kinderpsychiatrische ziekenhuisdiensten erkend onder de kenletter K.".

Art.7. In artikel 11 van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modaliteiten en bedragen van de tussenkomsten voor individuele materiële bijstand tot sociale integratie ten gunste van personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 20 juli 1994 en 17 juni 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1 worden tussen het eerste en het tweede lid de volgende leden ingevoegd :
  "Als de aanvraag tot inschrijving en de aanvraag tot tussenkomst in individuele materiële bijstand samen worden ingediend en de in dit besluit vereiste rechtvaardigingsstukken erin zijn vervat, betekent het Fonds de beslissing of het voornemen omtrent de tenlasteneming waarin het bedrag van de tenlasteneming is bepaald samen met de door artikel 41 van het decreet bedoelde beslissing omtrent de tenlasteneming, behoudens in het geval van toepassing van artikel 9bis en in de gevallen door het Fonds vastgesteld.
  Als de aanvraag wordt ingediend op grond van een bestaande, door artikel 41 van het decreet bedoelde beslissing en de in dit besluit vereiste rechtvaardigingsstukken erin zijn vervat, betekent het Fonds de beslissing of het voornemen omtrent tenlasteneming waarin het bedrag van de tenlasteneming is bepaald, binnen de dertig dagen na het indienen van de aanvraag, behoudens in het geval van toepassing van artikel 9bis en in de gevallen door het Fonds vastgesteld.
  Als de in beide voorgaande leden bedoelde rechtvaardigingsstukken ontbreken, betekent het Fonds de beslissing of het voornemen omtrent tenlasteneming binnen de dertig dagen na ontvangst van de rechtvaardigingsstukken.";
  2° een § 5 wordt toegevoegd, die luidt als volgt :
  "§ 5. In afwijking van de bepalingen van § 2, 1° of 2° komen alle aankopen, leveringen of werken in aanmerking voor tenlasteneming als ze plaatsvonden, tot maximaal een jaar voorafgaand aan de datum waarop de tenlasteneming ten vroegste uitwerking zou hebben gekregen overeenkomstig de bepalingen van § 2.".

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999, met uitzondering van art. 7, 2° dat in werking treedt op de datum van publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 23 juli 1998.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  L. VAN DEN BRANDE
  De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn,
  L. MARTENS