7 MEI 1998. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 22 mei 1997 betreffende de gemeentelijke boekhouding voor de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (VERTALING).
Art. 1-10
Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.
Art.2. In artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 22 mei 1997 betreffende de gemeentelijke boekhouding voor de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn worden de termen"... de artikelen 12, 72, 93 en 94..." vervangen door de termen"... de artikelen 5, tweede lid; 10, derde lid;
12, 17, § 2, 1°, a; 18, tweede lid, 2°, d; 29 tot 30, 61, derde lid; 70, 72, 93 en 94..." .
Art.3. Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 3bis, luidend als volgt :
"Art. 3bis. Met het oog op de vastlegging en de betaling in contanten van kleine uitgaven die gewettigd zijn door de dringendheid, de veiligheid en de goede werking van de dienst, kan de raad voor maatschappelijk welzijn de personeelsleden die hij met name noemt en die ermee instemmen, een kasvoorraad ter beschikking stellen waarvan hij het bedrag bepaalt.
Zodra de met redenen omklede beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn uitvoerbaar is, wordt het origineel aan de ontvanger betekend. Deze laatste maakt de bepaalde som tegen ontvangstbewijs over aan het personeelslid dat er persoonlijk verantwoordelijk voor wordt.
Het ontvangstbewijs geldt als bewijsstuk voor het kassaldo van de ontvanger. De bewijsstukken van de regelmatig op de voorraad verrichte uitgaven worden periodiek betaalbaar gesteld. De ontvanger moet de kasvooraad van het personeelslid opnieuw aanleggen binnen de perken van artikel 46, § 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Wanneer de houder van de voorraad er niet meer verantwoordelijk voor is, maakt hij hem weer over aan de ontvanger die hem terug in de kas stort."
Art.4. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 5. Artikel 7 van het algemeen reglement wordt vervangen als volgt : "Alle door de toezichthoudende overheid getroffen beslissingen i.v.m. de begroting worden op de volgende vergadering door de voorzitter medegedeeld aan de raad voor maatschappelijk welzijn"."
Art.5. Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 5bis, luidend als volgt :
"Art. 5bis. Artikel 14, § 2, laatste lid, van het bovenvermelde algemeen reglement wordt vervangen als volgt :
"Deze beperkingen zijn niet van toepassing op de uitgaven voor de bezoldiging van het personeel, voor de betaling van verzekeringspremies en van belastingen, noch op de uitgaven i.v.m. de verlening van individuele sociale hulp en van het bestaansminimum."
Art.6. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
1° voor het eerste lid komt een punt "1°" te staan;
2° er worden een punt 2° en een punt 3° ingevoegd, luidend als volgt :
" 2° in artikel 35 van het algemeen reglement wordt het eerste lid vervangen als volgt : "De ontvanger van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn is verantwoordelijk voor de kasvoorraad".
3° in artikel 53 van het algemeen reglement wordt het zinsdeel "van artikel 270 van de nieuwe gemeentewet" vervangen door het zinsdeel "van artikel 115 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn."
Art.7. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"In artikel 46, § 2, van bovenvermeld algemeen reglement worden het vierde, het vijfde en het zesde lid vervangen als volgt :
4° vanaf de storting van de financiële opbrengst van de goederen waarvan het beheer aan het gemeentebedrijf is toevertrouwd;
5° op de datum van de uittreksels van de rekeningen-courant waarop interesten, dividenden, winstaandelen en inkomsten worden gestort die door de bemiddeling van de registratieontvangers worden geïnd;
6° bij de kennisgeving van het aandeel dat toegekend wordt aan het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn of aan andere systemen waarbij federale, gemeenschappelijke en gewestelijke toelagen worden verleend;
7° op de datum van de kennisgeving van de definitieve vaststelling van de begroting van de gemeente, wat betreft de dotaties aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bedoeld in artikel 106 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn."
Art.8. Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 16bis, luidend als volgt :
"Wanneer de raad voor maatschappelijk welzijn één van zijn bevoegdheden aan de voorzitter, de secretaris of andere ambtenaren overdraagt, mag hij hen niet gelijktijdig machtiging geven om de uitgave betaalbaar te stellen. Deze beperking slaat niet op de krachtens artikel 28, § 1, laatste lid, en § 3, verrichte uitgaven voor maatschappelijk welzijn, noch op de andere uitzonderingen bepaald bij de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, noch op de kleine uitgaven bedoeld in artikel 3bis."
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998.
Art. 10. De Minister van Sociale Actie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 7 mei 1998.
De Minister-President van de Waalse Regering,
belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
R. COLLIGNON
De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid,
W. TAMINIAUX