2 MAART 1998. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 juli 1969 betreffende de voorwaarden van toekenning van de arbeidsvergunningen en arbeidskaarten voor werknemers van vreemde nationaliteit.
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 15 juli 1969 betreffende de voorwaarden van toekenning van de arbeidsvergunningen en arbeidskaarten voor werknemers van vreemde nationaliteit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 22 oktober 1997 en van 11 februari 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het tweede lid, vierde streepje, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" - een bezoldiging of een subsidie ontvangen die tenminste overeenstemt met het barema van assistent van de universiteiten, instellingen van hoger onderwijs of erkende wetenschappelijke instellingen. "
2° het derde lid, derde streepje, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" - worden beschouwd als gekwalificeerd op het niveau van het onderwijzend personeel van de franstalige universiteiten of instellingen van hoger onderwijs of van het zelfstandig academisch personeel van de Vlaamse universiteiten of van dezelfde graden in de Vlaamse instellingen van hoger onderwijs. "
3° - het derde lid, vierde streepje, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" - een bezoldiging ontvangen in een barema van het onderwijzend personeel van de franstalige universiteiten of instellingen van hoger onderwijs of van het zelfstandig academisch personeel van de Vlaamse universiteiten of van dezelfde graden in de Vlaamse instellingen van hoger onderwijs. "
4° - artikel 1 wordt aangevuld door het volgende lid :
" De in het derde lid, vierde streepje bedoelde bezoldiging moet niet worden toegekend voor zover kan bewezen worden dat de gasthoogleraar gedurende zijn verblijf verder bezoldigd wordt door zijn uitzendende instelling. "
Art.2. In afwijking van artikel 1, tweede lid, nieuw vierde streepje van hetzelfde besluit, kan tot twee jaar na de inwerkingtreding van dit besluit de vergoeding bepaald in een wetenschappelijk uitwisselingsprogramma van de Europese Unie, van de federale overheid, een Gemeenschap of een Gewest in de plaats komen van de bezoldiging of subsidie.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 2 maart 1998.
Mevr. M. SMET