Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

15 JULI 1969. _ Ministerieel besluit betreffende de voorwaarden van toekenning van de arbeidsvergunningen en arbeidskaarten voor werknemers van vreemde nationaliteit. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 26-06-1999)



Inhoudstafel:

AFDELING I. Eerste arbeidsvergunning en eerste arbeidskaart.
Art. 1-3, 3bis, 4
AFDELING II. Vernieuwing van de arbeidsvergunning en van de arbeidskaart.
Art. 5-9
AFDELING III. Arbeidskaart A.
Art. 10-11
AFDELING IV. Verlenging van de arbeidskaart.
Art. 12
Afdeling V. Contingent.
Art. 13-16



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1997000877  1997012747  1998012128  1998012168  1998012576 



Artikels:

AFDELING I. _ Eerste arbeidsvergunning en eerste arbeidskaart.
Artikel 1. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-07-1999>

Art.2. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-07-1999>

Art.3. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-07-1999>

Art. 3bis. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-07-1999>

Art.4. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-07-1999>

AFDELING II. _ Vernieuwing van de arbeidsvergunning en van de arbeidskaart.
Art.5. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-07-1999>

Art.6. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-07-1999>

Art.7. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-07-1999>

Art.8. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-07-1999>

Art.9. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-07-1999>

AFDELING III. _ Arbeidskaart A.
Art.10. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-07-1999>

Art.11. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-07-1999>

AFDELING IV. _ Verlenging van de arbeidskaart.
Art.12. Bij toepassing van de bepalingen van artikel 14, derde lid, van het koninklijk besluit van 6 november 1967, wordt de geldigheidsduur van de arbeidskaart B verlengd in de gevallen en volgens de hierna vermelde modaliteiten:
  1° wanneer een arbeidskaart verstrijkt op het ogenblik dat de houder ten laste is van een ziekenfonds- of een verzekeringsinstelling inzake arbeidsongevallen.
  De arbeidskaart wordt verlengd voor een duur van drie maand die ingaat op de datum waarop de betrokkene geschikt verklaard wordt om het werk te hervatten;
  2° wanneer een arbeidskaart verstrijkt minder dan drie maand nadat de houder geschikt verklaard werd om het werk te hervatten, na een periode van arbeidsongeschiktheid die te wijten was aan ziekte of aan een arbeidsongeval.
  De arbeidskaart wordt verlengd met de nodige duur om een termijn van drie maand te voleindigen, die ingaat op de datum waarop de betrokkene geschikt verklaard wordt om het werk te hervatten;
  3° wanneer een arbeidskaart verstrijkt op het ogenblik dat de houder cursussen volgt in een centrum voor herscholing of beroepsopleiding van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening of in een erkend centrum.
  De arbeidskaart wordt verlengd voor een duur gelijk aan die nog loopt tot het einde van de cursussen, vermeerderd met drie maand.

Afdeling V. _ Contingent.
Art.13. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 34 van 20 juli 1967 en de uitvoeringsbesluiten ervan, moet de aanvraag om aanwerving en de tewerkstelling van een contingent van minstens vijftien werknemers, die op het ogenblik van de aanvraag om tewerkstelling niet op regelmatige wijze in België verblijven, vooraf schriftelijk ingediend worden "bij de Administratie van de Werkgelegenheid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid." Nota : ingediend bij de gewestelijke administraties voor de immigratie"
  Deze aanvraag moet onder meer de volgende inlichtingen vermelden:
  _ juist aantal aan te werven werknemers en gewenste scholing;
  _ arbeidsvoorwaarden;
  _ land van eventuele aanwerving;
  _ vermoedelijke duur en plaats van de tewerkstelling in België;
  _ voorwaarden in verband met de huisvesting van de aan te werven werknemers.
  Zij moet vergezeld gaan van:
  _ de verbintenis van de werkgever, de reiskosten die de overkomst van die werknemers naar België medebrengt, op zich te nemen;
  _ het advies van de ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan, van de vakbondsafvaardiging. Wanneer er in de onderneming geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging is, wordt de aanvraag voor advies voorgelegd aan de representatieve werknemersorganisaties die in de Adviserende Raad voor de immigratie zetelen.
  Indien het om ongeschoolde werknemers gaat,wordt deze aanvraag voor advies voorgelegd aan de leden van de Adviserende Raad voor de Immigratie.

Art.14. Wanneer de in artikel 13 bedoelde aanvraag de aanwerving betreft van werknemers aangeworven krachtens een arbeidsovereenkomst met een in het buitenland gevestigd werkgever, worden de arbeidsvergunningen en arbeidskaarten slechts toegestaan indien het gehele loon op Belgisch grondgebied wordt betaald.

Art.15. Het ministerieel besluit van 19 december 1967 betreffende de voorwaarden van toekenning van de arbeidsvergunningen en arbeidskaarten voor werknemers van vreemde nationaliteit wordt opgeheven.

Art. 16. Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.