2 JUNI 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, wat de benoeming in de rangen 17, 16 en 15 betreft.
Art. 1-6
Artikel 1. Een artikel 28ter, luidend als volgt, wordt in het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut ingevoegd :
"Art. 28ter. § 1. In artikel 20quinquies moet paragraaf 1 als volgt worden gelezen :
"§ 1. Tot een graad van rang 16 kunnen benoemd worden :
1° de vastbenoemde ambtenaren van de instellingen die titularis zijn van een graad van rang 16;
2° de vastbenoemde ambtenaren van de instellingen die titularis zijn van een graad van rang 15 en die ten minste een jaar graadanciënniteit tellen."
§ 2. In artikel 20quinquies, § 3, eerste lid, dient "vastbenoemde ambtenaren" te worden gelezen in plaats van "rijksambtenaren".
§ 3. In artikel 20quinquies, § 4, derde lid, is niet van toepassing op de ambtenaren van de instellingen.".
Art.2. Een artikel 28quater, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
"Art. 28quater. § 1. In artikel 20sexies moet paragraaf 1 worden gelezen als volgt :
"§ 1. Tot een graad van rang 15 kunnen benoemd worden :
1° de vastbenoemde ambtenaren van de instellingen die titularis zijn van een graad van rang 15;
2° de vastbenoemde ambtenaren van de instelling waar de betrekking te begeven is, die titularis zijn van een graad van rang 13 en die ten minste een jaar graadanciënniteit en twaalf jaar anciënniteit in niveau 1 tellen."
§ 2. In artikel 20sexies, § 4, derde lid, is niet toepasselijk op de ambtenaren van de instellingen.".
Art.3. Een artikel 28quinquies, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
"Art. 28quinquies. De artikelen 20bis tot 20septies, die hoofdstuk I van Titel II uitmaken, zijn niet van toepassing op de benoeming van de leidende ambtenaren en de adjunct-leidende ambtenaren.".
Art.4. Artikel 29 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 3 juni 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 29. Artikel 22 moet als volgt worden gelezen :
"Art. 22. Behalve voor de benoeming van de leidende ambtenaren en de adjunct-leidende ambtenaren wordt de bevordering tot de graden van rang 13 verleend bij wege van verhoging in graad.".
Art.5. De procedures inzake benoeming tot een graad van rang 16 of 15 die aan de gang zijn op de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden verder gezet op grond van de bepalingen die vóór die datum van kracht waren.
Art. 6. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 juni 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken,
A. FLAHAUT