Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 DECEMBER 1996. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 1995 tot regeling van de vrijstelling inzake successierechten verbonden aan de maatschappelijke rechten in vennootschappen opgericht in het kader van de realisatie en/of financiering van investeringsprogramma's van serviceflats.



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995036250 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 1995 tot regeling van de vrijstelling inzake successierechten verbonden aan de maatschappelijke rechten in vennootschappen opgericht in het kader van de realisatie en/of financiering van investeringsprogramma's van serviceflats worden 1°, 2° en 3° vervangen door wat volgt :
  " 1° projecten : projecten voor het oprichten van serviceflatgebouwen zoals bedoeld in artikel 2, 5° van de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden gecoördineerd op 18 december 1991;
  2° projectenplan : het geheel van geplande projecten te realiseren met het bij de beleggers ingezamelde geld zowel bij oprichting van de BEVAK als bij elke latere uitgiftetranche;
  3° goedgekeurd projectenplan : het projectenplan dat goedgekeurd werd door de Vlaamse minister bevoegd voor de bijstand aan personen op basis van de bepalingen van artikel 3, § 3 van dit besluit en dat eveneens past in het kader van de programmatie inzake voorzieningen voor bejaarden. "

Art.2. In de paragrafen 2, 3 en 4 van artikel 3 en in artikel 6 van hetzelfde besluit worden te woorden "investeringsprogramma" en "erkend investeringsprogramma" vervangen door respectievelijk de woorden, 'projectenplan" en "goedgekeurd projectenplan".

Art.3. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 3 december 1996.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  L. VAN DEN BRANDE
  De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid,
  Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER
  De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn,
  L. MARTENS