21 OKTOBER 1996. - Programmadecreet betreffende de infrastructuur (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-02-1997 en tekstbijwerking tot 10-07-2002)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het decreet van 27 juni 1994 betreffende de financiering en de subsidiering van infrastructuurmaatregelen genomen in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs.
Art. 5-15
HOOFDSTUK III. - Culturele en persoonsgebonden aangelegenheden.
Art. 16-25
HOOFDSTUK IV. - (Monumentenzorg). <DDG 1998-06-29/30, art. 72; Inwerkingtreding : 01-01-1998>
Afdeling 1. - (Inleidende bepalingen). <DDG 1998-06-29/30, art. 72; Inwerkingtreding : 01-01-1998>
Art. 26-27
Afdeling 2. - (Algemene subsidiëringsmodaliteiten). <DDG 1998-06-29/30, art. 72; Inwerkingtreding : 01-01-1998>
Art. 28, 28bis, 28ter, 28quater, 28quinquies, 28sexies, 28septies, 28octies
Afdeling 3. - (Procedure voor de aanvraag). <DDG 1998-06-29/30, art. 72; Inwerkingtreding : 01-01-1998>
Art. 28nonies, 28decies, 28undecies
HOOFDSTUK V. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen.
Art. 29-31
1951012302 1983021108 1989029171 1994033061 1994033064 1994033065 1995033100
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.2. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.3. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.4. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het decreet van 27 juni 1994 betreffende de financiering en de subsidiering van infrastructuurmaatregelen genomen in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs.
Art.5. In artikel 2, § 1 van het decreet van 27 juni 1994 betreffende de financiering en de subsidiëring van infrastructuurmaatregelen genomen in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs worden de punten 8°, 9°, 11° en 14° opgeheven.
Art.6. Artikel 3, lid 1, 1° van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen :
" 1° die beantwoorden aan de criteria van de vigerende rationalisatie- en programmatienormen, waarbij de voor onderwijsinrichtingen geldende behoudsnormen, verhoogd met 40 %, zowel bij de aanvraag als in de drie schooljaren vóór de aanvraag moeten worden bereikt;
Art.7. Artikel 4, § 2, 3° wordt door de volgende bepaling vervangen :
" 3° eigen schattingen laten uitvoeren om de koopprijs vast te leggen in geval van aanschaf van gebouwen of gedeelten van gebouwen en onteigeningen ten algemenen nutte volgens de vigerende bepalingen uitvoeren of goedkeuren ".
Art.8. § 1. In artikel 6, § 1, 1° van hetzelfde decreet wordt de passus " van een gebouw of van een terrein " door de passus " van een gebouw of van een gedeelte van een gebouw " vervangen en de passus " bij bewarende aanschaf het gebouw of het terrein binnen een termijn van vijf jaar vanaf de notariële akte voor de bestemming bedoeld in artikel 1 te gebruiken " geschrapt.
Artikel 6, § 1, 4° van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 4° in geval van ombouw-, uitbouw- of reparatiewerken, van eerste inrichting, van eerste uitrusting, van hernieuwing van de eerste inrichting, eigenaar zijn van het bestaande gebouw of van de bestaande buiteninfrastructuur, ofwel een erfpacht- of een opstalverdrag bezitten waarvan de looptijd bij de aanvraag meer dan 30 jaar bedraagt; "
§ 2. Artikel 6, § 2 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art.9. In artikel 7 C, 2° van hetzelfde decreet worden de woorden " de rentetoelage " geschrapt.
Artikel 7 D, 2° wordt opgeheven.
Art.10. In artikel 8, § 1 van hetzelfde decreet wordt de passus " Voor de oprichting van mobiele bouwmodulussen alsmede " geschrapt.
Art.11. Artikel 16, § 1 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen :
" § 1. Voor de maatregelen bedoeld in artikel 2, § 1 inzake bouw, ombouw, uitbouw, reparatie, aanschaf, eerste inrichting, eerste uitrusting, verbetering van de verkeersveiligheid, toegankelijkheid voor de gehandicapten en verbetering van de veiligheid en van de energiebesparing beloopt de toelage
1° 80 % voor de internaten die toegankelijk zijn voor leerlingen van alle onderwijsnetten, alsmede voor de infrastructuurmaatregelen voor beroeps- en technische vorming die toegankelijk zijn voor verscheidene inrichtende machten;
2° 60 % voor het voorschools-, lager, basis-, secundair, bijzonder en hoger onderwijs, voor de PMS-centra alsmede voor de internaten die aan de voorwaarden opgenomen onder 1° niet beantwoorden.
Voor het gedeelte van het globale bedrag van de aanneembare kosten dat niet gedekt wordt door de toelagen bedoeld onder 1° en 2°, verleent de Regering, op aanvraag en op voorwaarde dat de rentevoet tenminste 0,5 % beneden de rentevoet van de kapitaalmarkt voor gelijkwaardige leningen ligt, de terugbetaling van kapitaal, intresten en bijhorende onkosten van de aangegane leningen. "
Artikel 16, § 2, lid 1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Voor de in artikel 2, § 1 opgenomen maatregel inzake vernieuwing van de eerste inrichting bedraagt de toelage 40 % ".
Artikel 16, § 3 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art.12. Artikel 17 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art.13. In artikel 19 van hetzelfde decreet worden de woorden " rentetoelagen en " geschrapt.
Art.14. In artikel 20 van hetzelfde decreet wordt het getal " 20 " vervangen door het getal " 25 ".
Art.15. Artikel 22, § 2, lid 3 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
HOOFDSTUK III. - Culturele en persoonsgebonden aangelegenheden.
Art.16. De titel van het decreet van 28 juni 1988 betreffende de toekenning van toelagen aan gemeenten of verenigingen zonder winstoogmerk die onroerende goederen voor de culturele, toeristische of sportinfrastructuur aankopen of die werken aan deze infrastructuur uitvoeren wordt door de volgende titel vervangen :
" Decreet betreffende de toekenning van toelagen aan gemeenten of verenigingen zonder winstoogmerk die onroerende goederen voor de infrastructuur op het gebied van culturele of persoonsgebonden aangelegenheden bouwen of aankopen of die werken aan deze infrastructuur uitvoeren. "
Art.17. In artikel 1 van het decreet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° In de inleidende zin van artikel 1, lid 1 van hetzelfde decreet wordt tussen het woord " aankoop " en de woorden " de bouw " de passus " van gebouwen alsmede voor " ingevoegd.
2° tussen de leden 1 en 2 van artikel 1 wordt een nieuw lid ingevoegd dat luidt als volgt :
" Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen is dit decreet van toepassing op alle persoonsgebonden en culturele aangelegenheden, op voorwaarde dat er voor elk van die aangelegenheden geen andere regeling bestaat inzake subsidiëring van infrastructuurmaatregelen ".
Art.18. Artikel 2, § 2 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Artikel 2, § 3 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen :
" § 3. De toelage voor reparatiewerken wordt berekend overeenkomstig de door de Regering vastgelegde modaliteiten. "
Art.19. In artikel 3 van hetzelfde decreet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 worden de laatste twee zinnen geschrapt;
2° in § 2 worden de woorden " onroerende goederen " door het woord " gebouwen " vervangen.
Art.20. Artikel 6 van het koninklijk besluit van 23 januari 1951 betreffende het verlenen van toelagen tot bevordering van de arbeidersvacantie en het volkstoerisme, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 maart 1956, wordt gewijzigd als volgt :
1° het eerste zinsdeel van lid 1 wordt vervangen door het volgende zinsdeel :
" de toelage voor het oprichten van inrichtingen bedraagt ten hoogste 60 % van de subsidieerbare aanneembare uitgaven; "
2° lid 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De toelage voor de uitbreiding of het oprichten mag toch 60 % van de subsidieerbare aanneembare uitgaven bereiken, wanneer het onroerend goed het eigendom is van de aanvrager. "
Art.21. In artikel 21, § 1 van het decreet van 9 mei 1994 over het kamperen en de kampeerterreinen wordt volgend lid ingevoegd :
" De in het eerste lid bedoelde premies moeten in het kader van de door de Regering vastgelegde modaliteiten binnen de 10 jaar na de uitbetaling ervan of na de uitbetaling van de laatste schijf terugbetaald worden. "
Art.22. Artikel 8, lid 4 van het decreet van 9 mei 1994 houdende de erkenning van inrichtingen die personen in een noodtoestand voorlopig opnemen en begeleiden en houdende toekenning van toelagen met het oog op de aankoop, de bouw, de huur, de reparatie en de uitrusting van noodopvangwoningen wordt door de volgende bepaling vervangen :
" De Regering kan voor de aanneembare uitgaven maximumbedragen vastleggen. De toelage voor reparatiewerken wordt berekend overeenkomstig de door de Regering vastgelegde modaliteiten. "
Art.23. In het hoofdstuk IV - Procedure voor de aanvraag om subsidiëring - van hetzelfde decreet wordt een artikel 13bis ingevoegd dat luidt als volgt :
" Artikel 13bis. Wat de toelage voor de uitrusting toegekend op grond van artikel 9 betreft, legt de Regering de modaliteiten voor de aanvraagprocedure vast. "
Art.24. Artikel 9 van het decreet van 9 mei 1994 betreffende de toelating, de erkenning en subsidiëring van opvangvoorzieningen voor bejaarden wordt gewijzigd als volgt :
1° lid 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Rustoorden voor bejaarden alsmede rust- en verzorgingstehuizen kunnen toelagen verkrijgen voor de aankoop van gebouwen en voor de bouw, ombouw, vergroting, reparatie, inrichting en uitrusting van onroerende goederen; "
2° in het tweede lid wordt het getal " 80 % " vervangen door het getal " 60 % ";
3° het tweede lid wordt met volgende passus aangevuld :
" De toelage voor de reparatie wordt overeenkomstig de door de Regering vastgelegde modaliteiten berekend ".
Art.25. Artikel 10, lid 1 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen :
" De serviceflatgebouwen kunnen per woning toelagen verkrijgen voor de aankoop van gebouwen en voor de bouw, ombouw, vergroting, reparatie, inrichting en uitrusting van onroerende goederen. "
HOOFDSTUK IV. - (Monumentenzorg).
Afdeling 1. - (Inleidende bepalingen).
Art.26. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.27. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Afdeling 2. - (Algemene subsidiëringsmodaliteiten).
Art.28. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art. 28bis. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art. 28ter. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art. 28quater. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art. 28quinquies. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art. 28sexies. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art. 28septies. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art. 28octies. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Afdeling 3. - (Procedure voor de aanvraag).
Art. 28nonies. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art. 28decies. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art. 28undecies. (opgeheven) <DDG 2002-03-18/35, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
HOOFDSTUK V. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen.
Art.29. Het reglementair besluit van 13 juni 1983 tot subsidiëring van werken aan gerangschikte gebouwen wordt opgeheven.
Art.30. Voor zover dit decreet niets anders bepaalt, blijven de vóór de inwerkingtreding vigerende voorschriften van toepassing op projecten waarvoor een vaste belofte op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit decreet al bestaat, hetzij voor het geheel of voor een gedeelte van éénzelfde in kavels ingedeeld project.
Art. 31. Dit decreet treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt.
Artikel 18 van dit decreet is van toepassing op de projecten waarvoor subsidiëringsaanvragen na 30 juni 1996 zijn ingediend.
Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Eupen, 21 oktober 1996.
J. MARAITE,
Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme
K.-H. LAMBERTZ,
Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden
W. SCHRODER,
Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen