18 NOVEMBER 1996. - Besluit van de Regering tot wijziging van artikel 16, § 2 van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen (VERTALING).
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 16, § 2 van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen, inzonderheid op artikel 16, § 2, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 25 juli 1975, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 2. Het bedrag van het driemaandelijks voorschot mag niet meer bedragen dan 100 % van het bedrag van de tegemoetkomingen dat aan een beschermde werkplaats uitgekeerd werd voor het vorige kwartaal.
Het driemaandelijks voorschot kan op grond van het voorlaatste kwartaal worden berekend, indien het met de werkelijke kosten van de beschermde werkplaatsen eerder overeenstemt.
Wanneer voor het kwartaal dat het voorlaatste kwartaal voorafgaat geen tegemoetkoming aan een beschermde werkplaats werd toegekend, mag het bedrag van het driemaandelijks voorschot niet meer bedragen dan 14.000 F per tewerkgestelde minder-valide werknemer.
In afwijking van § 3 en mits toestemming van de Raad van Beheer van de Dienst voor de personen met een handicap kan ten hoogste twee keer per jaar de beschermde werkplaatsen een maandelijks voorschot voortijdig uitbetaald worden om hen in staat te stellen bijzondere uitgaven te dekken m.b.t. loonkosten.
Het maandelijks voorschot dat in afwijking van § 3 voortijdig wordt uitbetaald, wordt verrekend na het verstrijken van het kwartaal waarop dit voorschot betrekking heeft. "
Art.2. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.
Art. 3. De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 18 november 1996.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President,
Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
J. MARAITE
De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden,
K.-H. LAMBERTZ