11 AUGUSTUS 1997. - Ministerieel besluit tot wijziging van de artikelen 54, 56, 71, 87 en 92 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering.
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 54, § 3, tweede lid van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het ministerieel besluit van 13 december 1996 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 10 juni 1997, wordt aangevuld met een 4°, luidend als volgt :
" 4° de periodes van tewerkstelling in een erkende arbeidspost. "
Art.2. Artikel 56, § 1, vijfde lid, 1°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 10 juni 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 1° van tewerkstelling als minder-valide werknemer overeenkomstig artikel 78 van het koninklijk besluit, als jonge werknemer die verbonden is door een eerste werkervaringscontract overeenkomstig artikel 78bis van het koninklijk besluit, van tewerkstelling in het kader van een doorstromingsprogramma overeenkomstig artikel 78ter van het koninklijk besluit, van tewerkstelling in een erkende arbeidspost overeenkomstig artikel 78quater van het koninklijk besluit, van tewerkstelling met een arbeidsovereenkomst overeenkomstig artikel 78quinquies van het koninklijk besluit, of als coöperant-jonge werkzoekende overeenkomstig artikel 97 van het koninklijk besluit. "
Art.3. Artikel 71, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 10 juni 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 2. Voor de toepassing van artikel 116, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit. wordt verstaan onder een wedertewerkstellingsprogramma, een tewerkstelling in het kader van het derde arbeidscircuit, het interdepartementaal begrotingsfonds ter bevordering van de werkgelegenheid, het programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet- commerciële sector in het Vlaams Gewest, het programma "PRIME", een tewerkstelling als gesubsidieerde contractueel, een tewerkstelling in het kader van een erkend doorstromingsprogramma of een tewerkstelling in een erkende arbeidspost. "
Art.4. Artikel 87, 5°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 22 december 1995 en vervangen bij het ministerieel besluit van 10 juni 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 5° de " persoonlijke werkloosheidsverklaring " C 109, alsmede een kopie van het eerste werkervaringscontract voor de jonge werknemer bedoeld in artikel 78bis van het koninklijk besluit, een kopie van de arbeidsovereenkomst voor de werknemer bedoeld in artikel 78ter, 78quater of 78quinquies van het koninklijk besluit. In geval van verlenging van de initiële tewerkstelling, is de werkloze verplicht opnieuw een kopie van de arbeidsovereenkomst in te dienen voor de periode waarmee de tewerkstelling wordt verlengd.
In het geval van de werknemer bedoeld in artikel 78quater van het koninklijk besluit, maakt de directeur een kopie van de arbeidsovereenkomst over aan de bevoegde dienst van de Inspectie van de Sociale Wetten. "
Art.5. Artikel 92, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 22 december 1995 en 10 juni 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Voor de jonge werknemer bedoeld in artikel 78bis van het koninklijk besluit die de verlaagde wachtuitkering vraagt, voor de werknemer bedoeld in artikel 78ter van het koninklijk besluit die de integratie-uitkering vraagt, voor de werknemer bedoeld in artikel 78quater van het koninklijk besluit die de herinschakelingsuitkering vraagt en voor de werknemer bedoeld in artikel 78quinquies van het koninklijk besluit die de banenplanuitkering vraagt, moet het dossier toekomen op het werkloosheidsbureau voor het einde van de tewerkstelling in het kader van het eerste werkervaringscontract, van de tewerkstelling in een doorstromingsprogramma, van de tewerkstelling in een erkende arbeidspost of van de tewerkstelling overeenkomstig artikel 78quinquies van het koninklijk besluit. "
Art. 6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 11 augustus 1997.
M. SMET