14 MAART 1997. - Koninklijk besluit houdende specifieke tewerkstellingsbevorderende maatregelen voor de kleine en middelgrote ondernemingen met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-03-1997 en tekstbijwerking tot 31-12-2002)
HOOFDSTUK I. - Bepalingen inzake de loopbaanonderbreking en het halftijds brugpensioen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid bij de indienstneming van een tweede of een derde werknemer.
Art. 3-12
HOOFDSTUK III.- Slotbepalingen.
Art. 13-14
HOOFDSTUK I. - Bepalingen inzake de loopbaanonderbreking en het halftijds brugpensioen.
Artikel 1. In artikel 104bis, § 1, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, ingevoegd door de wet van 22 december 1995, wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd :
" In afwijking van het tweede lid wordt, voor zover de vervanger in dienst wordt genomen na 31 december 1996 en deeltijds wordt tewerkgesteld in een onderneming met minder dan vijftig werknemers, de vrijstelling bedoeld in het eerste lid vastgesteld op 75 % gedurende het kwartaal van de indienstneming en de vier daaropvolgende kwartalen en op 50 % gedurende het vijfde tot en met het achtste kwartaal volgend op dat van de indienstneming. De periode die in acht genomen moet worden voor het bepalen van het aantal werknemers tewerkgesteld in de onderneming, wordt door Ons bepaald. "
Art.2. In artikel 18, § 1, van de wet van 22 december 1995 houdende maatregelen tot uitvoering van het meerjarenplan voor werkgelegenheid, wordt tussen het tweede en het derde lid, het volgende lid ingevoegd :
" In afwijking van het tweede lid wordt, voor zover de vervanger in dienst wordt genomen na 31 december 1996 en deeltijds wordt tewerkgesteld in een onderneming met minder dan 50 werknemers, de in het eerste lid bedoelde vrijstelling vastgesteld op 75 % gedurende het kwartaal van de indienstneming en de vier daarop volgende kwartalen en op 50 % gedurende het vijfde tot en met het achtste kwartaal volgend op dat van de indienstneming. De periode die in acht moet worden genomen voor het bepalen van het aantal werknemers tewerkgesteld in de onderneming, wordt door Ons bepaald. "
HOOFDSTUK II. - Vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid bij de indienstneming van een tweede of een derde werknemer.
Art.3. (opgeheven) <W 2002-12-24/31, art. 362, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art.4. (opgeheven) <W 2002-12-24/31, art. 362, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art.5. (opgeheven) <W 2002-12-24/31, art. 362, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art.6. (opgeheven) <W 2002-12-24/31, art. 362, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art.7. (opgeheven) <W 2002-12-24/31, art. 362, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art.8. (opgeheven) <W 2002-12-24/31, art. 362, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art.9. (opgeheven) <W 2002-12-24/31, art. 362, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art.10. (opgeheven) <W 2002-12-24/31, art. 362, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art.11. (opgeheven) <W 2002-12-24/31, art. 362, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art.12. (opgeheven) <W 2002-12-24/31, art. 362, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
HOOFDSTUK III.- Slotbepalingen.
Art.13. <W 1998-02-13/32, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1998> Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 (...). <W 2001-01-02/30, art. 35, 00 ; Inwerkingtreding : 01-12-2000>
Art. 14. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 maart 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN
De Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
K. PINXTEN