8 SEPTEMBER 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de Staat kunnen krijgen op het vlak van de veiligheid en de inbraakpreventie.
Art. 1-5
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Artikel 1, § 1 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de Staat kunnen krijgen op het vlak van de veiligheid en de inbraakpreventie, wordt als volgt gewijzigd: het bedrag "100 miljoen frank" wordt vervangen door: het bedrag "32.511.200 frank".
Art.2. In artikel 2, van hetzelfde besluit, wordt een 4°, luidend als volgt, ingevoegd:
"4° de gemeente dient reeds een contract tot toekenning van financiële hulp in het kader van de inbraakpreventie te hebben afgesloten."
Art.3. § 1. Artikel 3, § 1, wordt als volgt gewijzigd:
- de bepaling "de geregistreerde criminaliteitscijfers zoals ze bekend zijn gemaakt door de Rijkswacht en de Gerechtelijke Politie voor het jaar 1993" wordt vervangen door: "de geregistreerde criminaliteitscijfers zoals ze bekend zijn gemaakt door de Algemene Politiesteundienst voor het jaar 1995";
- de bepaling "de morfologie van de politiediensten 1993 van de Algemene Politiesteundienst" wordt vervangen door: "de morfologie van de politiediensten 1995 van de Algemene Politiesteundienst".
§ 2. In artikel 3, van hetzelfde besluit, wordt een § 3, luidend als volgt, ingevoegd:
"§ 3. Bij de verdeling van de beschikbare kredieten wordt rekening gehouden met de besteding van de middelen toegekend door het in artikel 2, 4° vermelde contract.
Volgende wegingscoëfficient wordt gehanteerd: 0,25 voor de gemeenten die minder dan 10% van het toegekende budget hebben besteed; 0,50 voor de gemeenten die tussen de 10% en de 50% van het toegekende budget hebben besteed; 1 voor de gemeenten die meer dan 50% van het toegekende budget hebben besteed."
Art.4. De verdeling van de middelen aan de gemeenten die hiervoor in aanmerking komen, is opgenomen in bijlage bij dit besluit.
Art.5. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 september 1997.
ALBERT
Van Koningswege:
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. VANDE LANOTTE
BIJLAGE.
Art. N. - Verdeling van de federale middelen voor premies voor technopreventie (1997-1998). GEMEENTE STAAT 1. AALST 608 400 2. AISEAU-PRESLES 160 300 3. AMAY 149 200 4. ANDERLECHT 1 287 400 5. ANTWERPEN 4 039 700 6. BERINGEN 559 000 7. BLANKENBERGE 149 500 8. BRAINE-L'ALLEUD 153 600 9. CHARLEROI 2 700 600 10. CHATELET 215 500 11. COLFONTAINE 181 200 12. COURCELLES 94 900 13. DE HAAN 304 400 14. DE PANNE 773 900 15. DENDERMONDE 202 200 16. ELSENE 287 400 17. ETTERBEEK 738 200 18. EVERE 369 800 19. FLERON 406 800 20. FONTAINE-L'EVEQUE 1 083 000 21. GANSHOREN 450 300 22. GEEL 201 800 23. GENK 934 500 24. GENT 489 000 25. HASSELT 488 100 26. HERENTALS 113 600 27. HEUSDEN-ZOLDER 451 200 28. HOUTHALEN-HELCHTEREN 267 200 29. HUY 494 000 30. IEPER 69 800 31. IZEGEM 45 400 32. KOEKELBERG 616 200 33. KOKSIJDE 232 700 34. KORTRIJK 214 600 35. LA LOUVIERE 454 200 36. LEUVEN 1 005 900 37. LIER 685 100 38. LOMMEL 288 200 39. MAASEIK 153 700 40. MAASMECHELEN 255 000 41. MECHELEN 659 600 42. MENEN 116 800 43. MOL 228 300 44. MONS 277 500 45. MOUSCRON 492 100 46. NIEUWPOORT 226 100 47. NINOVE 67 500 48. OOSTENDE 959 700 49. OOSTKAMP 117 500 50 OUDERGEM 243 800 51. RIXENSART 229 100 52. ROESELARE 187 000 53. RONSE 194 100 54. SCHAARBEEK 296 000 55. SERAING 1 110 800 56. SINT-AGATHA-BERCHEM 472 100 57. SINT-NIKLAAS 327 900 58. SINT-TRUIDEN 571 400 59. TESSENDERLO 267 100 60. TURNHOUT 713 800 61. VERVIERS 754 400 62. VILVOORDE 754 400 63. VISE 552 900 64. WAREMME 108 400 65. WOMMELGEM 206 800 TOTAAL 32 508 200