19 NOVEMBER 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 50 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen en artikel 67 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale bepalingen met toepassing van artikel 3, § 1, 4° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese economische en monetaire Unie.
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 50, § 1, eerste lid van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen wordt vervangen door de volgende woorden :
" § 1 - Op de volgende uitkeringen en vergoedingen wordt een inhouding verricht ten belope van :
1) 1 % op het conventioneel brugpensioen met inbegrip van het halftijds brugpensioen, waarvan het eerste gedeelte geldt als werkloosheidsuitkering en waarvan de aanvullende vergoeding betaald wordt, hetzij door de werkgever, hetzij door een daartoe aangewezen instelling;
3 % op het voltijds conventioneel brugpensioen voor de werknemers voor wie het voltijds conventioneel brugpensioen ingaat na 31 december 1996 en die in kennis werden gesteld van hun ontslag na 31 oktober 1996, behalve wanneer deze werknemers ontslagen zijn in toepassing van Afdeling III van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen voor zover de erkenning als onderneming in moeilijkheden of herstructurering werd afgeleverd vóór 1 november 1996.
2) 1 % op de werkloosheidsuitkeringen verhoogd met een aanvullende vergoeding verleend met toepassing van het koninklijk besluit van 19 september 1980 betreffende het recht op werkloosheidsuitkeringen en op aanvullende vergoedingen van ontslagen bejaarde grensarbeiders of die volledig werkloos zijn gesteld. "
§ 2 - Artikel 67, § 1, eerste lid van de wet van 21 december 1994 houdende sociale bepalingen wordt vervangen door de volgende woorden :
" § 1 - Op de volgende uitkeringen en vergoedingen wordt een inhouding verricht ten belope van :
1) 4,5 % op het conventioneel brugpensioen met inbegrip van het halftijds brugpensioen, waarvan het eerste gedeelte geldt als werkloosheidsuitkering en waarvan de aanvullende vergoeding betaald wordt, hetzij door de werkgever, hetzij door een daartoe aangewezen instelling;
6,5 % op het voltijds conventioneel brugpensioen voor de werknemers voor wie het voltijds conventioneel brugpensioen ingaat na 31 december 1996 en die in kennis werden gesteld van hun ontslag na 31 oktober 1996, behalve wanneer deze werknemers ontslagen zijn in toepassing van Afdeling III van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen voor zover de erkenning als onderneming in moeilijkheden of herstructurering werd afgeleverd vóór 1 november 1996.
2) 4,5 % op de werkloosheidsuitkeringen verhoogd met een aanvullende vergoeding verleend met toepassing van het koninklijk besluit van 19 september 1980 betreffende het recht op werkloosheidsuitkeringen en op aanvullende vergoedingen van ontslagen bejaarde grensarbeiders of die volledig werkloos zijn gesteld. "
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1997.
Art. 3. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 november 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN